In de Spinozatoren van de Radboud Universiteit in Nijmegen werkt Jan Derksen, hoogleraar Klinische Psychologie. Mooie hoekkamer, prachtig uitzicht vanaf de zevende verdieping over een deel van de stad.
Derksen is behalve hoogleraar ook praktiserend klinisch psycholoog en ziet in zijn succesvolle praktijk dus veel mentaal kwetsbare mensen. Zitten daar nou mensen bij die eigenlijk helemaal niet bij hem zouden moeten komen, die hun problemen zelf of met hun sociale netwerk zouden kunnen oplossen? Maar eerst een definitiekwestie.
Zelfredzaamheid, wat is dat eigenlijk?
Derksen: ‘Zelfredzaamheid is geen duidelijk omschreven psychologisch concept. Als ik even hardop mag denken, zou ik zeggen dat het betekent dat je de problemen van alledag kunt oplossen. Dat je opstaat, dat je je kleren aan kunt doen, dat je voor jezelf kunt zorgen, dat je onderdak hebt en een inkomen. Je kunt voorzien in jouw basisbehoeften op individueel, maar ook op sociaal niveau. De meeste mensen kunnen namelijk niet zonder andere mensen. Wanneer ze lang alleen zijn, worden ze ziek en depressief. Zelfredzaamheid vraagt dus fysieke, maar zeker ook mentale capaciteiten. Je moet bepaalde handelingen kunnen verrichten, maar zeker ook mentale.’
Welke mensen hebben die capaciteiten in mindere mate?
‘Je mag stellen dat veel mensen met een zwakke cognitieve en emotionele intelligentie verminderd zelfredzaam zijn. Dat zijn mensen die moeite hebben om elementaire zaken in onze samenleving goed te begrijpen en het lastig vinden zich te verhouden tot de gevoelens van anderen.
Vijftien procent van de Nederlanders heeft een IQ van onder de 85. Die zou je als ‘zwak’ kunnen betitelen. Ditzelfde gaat op voor mensen met een zwakke emotionele intelligentie, ook ongeveer vijftien procent. Dit zijn mensen die je volgens mij als samenleving eigenlijk altijd in meer of mindere mate zult moeten helpen. Maar ook net boven die grens van 85 zijn er veel mensen die steeds meer moeite hebben zich staande te houden. Tenslotte zijn er natuurlijk mensen met een normale of hogere intelligentie die een meer of minder ernstige psychische stoornis hebben.’
Waarom hebben die mensen met een IQ van net boven de 85 ‘steeds meer moeite zich staande te houden’?
‘Omdat deze samenleving de afgelopen decennia veel ingewikkelder is geworden. Er is een forse groep mensen die te weinig aangeboren en aangeleerde vaardigheden heeft om zich staande te houden. IQ is niet iets wat je bij volwassenen heel makkelijk kunt veranderen. Vroeger hadden deze mensen een beschermde plek in de maatschappij, nu staan ze meer op zichzelf moeten ze veel meer zelf uitzoeken. Internet, pincodes, communiceren met instanties, ga zo maar door. Het stressgehalte is nog nooit zo hoog geweest en dat komt voor deze mensen extra hard aan.’
Zelfredzaamheid is dus moeilijker geworden?
‘Dat mag je wel zeggen, ja. Ik verbaas me zeer over het gemak waarmee in de publieke opinie de term ‘zelfredzaamheid’ gebruikt wordt. De wijze waarop dat gebeurt, getuigt van een zwakke analyse, van een zorgwekkende combinatie van ideologische en financiële argumenten. Als je de psychologische, medische en sociale hulp die we nu hebben afbouwt, doe je meer kwaad dan goed. Dan heb ik het dus bijvoorbeeld over de maatregel om mensen met een IQ van boven de 70 het recht op de AWBZ-zorg af te nemen, dan heb ik het over de eigen bijdrage voor psychologische en psychiatrische ondersteuning. De frustratie bij mensen zal stijgen, de onderlinge agressie eveneens. Het is op z’n zachtst gezegd nogal makkelijk om bezuinigingsdrift te verbergen achter de oproep dat mensen, en dan hebben we dus over van nature kwetsbare mensen, meer zelf moeten doen.’
Want dat kunnen die mensen dus niet?
‘Mag ik een voorbeeld geven uit mijn eigen praktijk? Ik doe zelf gemiddeld drie intakes per week. Dat zijn mensen met een burn-out, met ernstige relatieproblemen, met angststoornissen, depressies, met persoonlijkheidstoornissen. En het zijn altijd mensen die een hoge lijdensdruk ervaren, ook omdat ze niet voldoen aan het wensbeeld van autonomie dat we in deze samenleving graag van onszelf hebben. Ze schamen zich voor hun problemen.’ Derksen zwijgt even, kijkt naar buiten. Dan met nadruk: ‘Eén keer per jaar, één keer per jaar, stuur ik iemand naar huis omdat ik vind dat die meneer of mevrouw het zelf aan kan. Maar meestal komen mensen juist te laat bij ons. Denk maar aan iemand met een angststoornis die zichzelf heeft aangeleerd om lastige situaties te ontwijken.’
Dat zou je toch zelfredzaamheid kunnen noemen?
Rustig, maar niet mis te verstaan: ‘Juist niet. Juist doordat ze die verkeerde gedragspatronen ontwikkelen, laten ze het steeds vaker op cruciale momenten in hun leven afweten. Zijn ze ziek, zijn ze niet productief. En als ze dan bij ons komen, zit het er al vaak diep ingesleten en dan vraagt het vergroten van zelfredzaamheid veel tijd. Ik zou willen dat veel mensen in dit opzicht minder zelfredzaam waren.’
Pardon? Minder zelfredzaam?
‘Mensen modderen veel te lang aan met hun mentale problemen. En als het dan niet langer gaat, krijg je van die lange zorgtrajecten waarvan dan gezegd wordt dat ze zoveel geld kosten. Dan moet je dus niet gaan roepen dat mensen meer zelfredzaam moeten zijn. Je moet juist om hulp durven vragen.’
Minder zelfredzaamheid is wel in uw belang, krijgt u meer cliënten.
‘Het is mijn vak, ik heb ervoor doorgeleerd. En ik heb er dus meer verstand van dan de gemiddelde Nederlander. Het is de taak van mijn collega’s en mij om gezondheid te bevorderen en stoornissen te bestrijden. Wij produceren die stoornissen dus niet, die zijn het gevolg van een ingewikkeld samengaan van psychologische, biologische en cultureel-maatschappelijke factoren. Ik kan het helaas niet eenvoudiger maken.’
‘Weet u, er zijn mensen in dit land die bijvoorbeeld de toegenomen dichtheid aan psychologen een slecht teken vinden. Volgens mij is het juist een teken van kwaliteit. Het doet recht aan de complexiteit van deze samenleving en dit leven. Nogmaals, mensen ervaren veel meer spanning in hun leven dan dertig, veertig jaar geleden.’
Piet-Hein Peeters is free lance journalist. Dit volledige versie van dit interview verschijnt eind januari jaar in een bundel van hem en Cindy Cloïn, waarin wetenschappers, bestuurders en wethouders in interviews het nieuwe mantra in de wereld van zorg en welzijn bekritiseren: ‘zelfredzaamheid’. In de publicatie komen behalve Jan Derksen onder meer Lilian Linders, Jeroen Hoenderkamp en Eric van der Burg aan het woord. De bundel kan nu reeds besteld worden via www.uitgeverijpepijn.nl.