#18 – Eerste hulp bij financiële tegenslag

Serie

Nabij is beter. Decentraal denken en doen

In samenwerking met KING (Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten) en de VNG halen Pieter Hilhorst en Jos van der Lans verhalen en ervaringen op over de vraag of de decentralisaties op de werkvloeren van de samenleving daadwerkelijk de vernieuwing op gang brengen die ze hebben beloofd. Elke twee weken rapporteren zij daarover op socialevraagstukken.nl en nodigen zij mensen uit om mee te denken.
Schuldhulpverlening komt altijd te laat. Daarom is het tijd voor radicale schuldpreventie. Pieter Hilhorst en Jos van der Lans schetsen de contouren van een nieuwe aanpak die mensen weer veerkrachtig kan maken: een systeem van Zelfverzekerde Financiën.

Schulden staan bij de meeste sociale wijkteams bovenaan op de top tien van problemen van bewoners. Een wijkteammanager uit Rotterdam schat zelfs dat negen van de tien mensen dat bij zijn wijkteam aanklopt in financiële nood verkeert. Eén van de beloften van de decentralisaties is dat problemen op alle leefdomeinen (wonen, werken, inkomen, relaties) in een vroeg stadium in hun samenhang worden aangepakt. Dan is het essentieel om ook iets aan de schulden te doen, want schulden zijn een pechmagneet. Alle problemen klonteren samen rond een gebrek aan bestaanszekerheid. En als er geen oplossing in het verschiet ligt voor de schulden is het moeilijker iets te doen aan andere problemen. Mensen met schulden zijn langer werkloos en vaker ziek. Iedereen is inmiddels wel doordrongen van het desastreuze effect van schulden op de samenleving. Het NIBUD schat de kosten voor de samenleving op 11 miljard euro.

Tegelijkertijd weten we dat mensen lang wachten voor ze om hulp vragen. De schuld is dan door incassokosten en gerechtelijke kosten al enorm opgelopen. Mensen die aankloppen bij de schuldhulp hebben gemiddeld een schuld van € 38.500,-. Ongeveer 30 procent van dat bedrag bestaat uit extra kosten. We weten ook dat veel mensen om allerlei redenen niet voor schuldsanering in aanmerking komen. Het hoogste doel voor hen is het stabiliseren van de schulden. Dit komt erop neer dat mensen jaren lang moeten leven van een absoluut minimum. Perspectief op inkomensverbetering is er niet en dus is er ook geen prikkel om te werken.

Waarom doen we niks aan de oorzaak van deze sociale ellende?

Ongerijmdheden van financiële zelfredzaamheid

Dat komt omdat onze omgang met financiële zelfredzaamheid getekend wordt door drie ongerijmdheden. Ten eerste geloven we heilig in eigen verantwoordelijkheid, maar weigeren we om de ultieme consequenties te accepteren van die eigen verantwoordelijkheid. We willen namelijk niet dat ouders met kinderen op straat belanden. En dus tuigen we – dat is de tweede ongerijmdheid - een heel duur systeem op om mensen die de eigen verantwoordelijkheid niet aan kunnen te disciplineren met incassobureaus, gerechtsdeurwaarders en bewindvoerders. Is het niet slimmer om minder geld te steken in het dweilen en meer geld te steken in het repareren van de kraan? En tot slot wordt er wel wat gedaan aan preventie, maar is dat vooral gericht op een verstandige omgang met geld en leren budgetteren. Tegelijkertijd weten we uit Amerikaans onderzoek van Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir, dat mensen die te maken hebben met schaarste juist moeilijker verstandige beslissingen nemen. Er is een grote gerichtheid op de korte termijn en door de geldzorgen-stress wordt juist een deel van het verstand uitgeschakeld.

Het wordt tijd om deze drie ongerijmdheden op zijn kop te zetten. Het wordt tijd voor radicale schuldpreventie. Dat kan door veel gerichter te investeren in het voorkomen van schulden. De meeste mensen die in schulden verstrikt raken hebben geen zicht op hun inkomsten en uitgaven. Daar moet de aanpak beginnen. Nu gebeurt dat pas als mensen zakken voor het financiële zelfredzaamheidsexamen. Pas dan komen ze in aanmerking voor budgetbeheer of beschermingsbewind. Het is beter om eerder te onderzoeken of mensen het met ondersteuning wel kunnen.

Financiële ANWB

Wij willen daarvoor een nieuwe aanpak ontwikkelen. We noemen dat Zelfverzekerde Financiën. De ondersteuning binnen een systeem van Zelfverzekerde Financiën bestaat uit drie elementen. Met een budgetscan kunnen mensen kijken waar ze kunnen besparen op energie, verzekeringen of mobiele telefonie en of ze wel gebruik maken van alle regelingen die er zijn voor mensen met een bescheiden inkomen. Met een budgetplan wordt vervolgens een plan bedacht hoe de tering naar de nering gezet kan worden. Een heel bepalend element van dit plan is dat er een vaste lastenrekening is en een leefgeldrekening.

Het laatste onderdeel is een abonnement op een Eerste Hulp bij Financiële tegenslag. In het budgetplan is afgesproken wanneer het systeem een alarm af laat gaan bij deze financiële ANWB. Dat kan als het saldo onder een bepaalde grens zakt, maar ook als een niet geplande overboeking toekomstige verplichtingen (huur, zorgverzekering of leefgeld) in gevaar brengt. Dat alarm heeft de vorm van een sms naar de rekeninghouder en naar de financiële dienstverlener. De financiële dienstverlener kan een (gemeentelijke) instelling zijn die nu budgetbeheer uitvoert. De financiële eerste hulp neemt contact op met de klant en kijkt wat er aan de hand is en wat daaraan gedaan kan worden. Het kan gaan om minder inkomen vanwege een verrekening van de fiscus met een toeslag of een overheidsvordering. Het kan ook zijn dat er te weinig inkomsten zijn, waardoor er recht is op aanvullende bijstand.

Het voordeel van deze financiële ANWB is dat de eerste hulp aan de kant staat van de bewoner en niet aan die van de schuldeiser, en veel makkelijker toegang kan krijgen tot overheidsdiensten als de belastingdienst dan burgers. Het kan ook zijn dat de klant uitgaven heeft gedaan die niet passen in het budgetplan. Ook daar kan hulp bij worden gegeven. De financiële dienstverlener is een vertrouwenspersoon van de klant. De dienstverlener kan de klant niet verbieden geld over te maken van de ene rekening naar de ander. Met zo’n eerste hulp bij financiële tegenslag worden mensen ondersteund om de eigen verantwoordelijkheid waar te maken. Mensen winnen zo aan financiële veerkracht.

Kosten vallen in het niet bij kosten van de huidige schuldhulpverlening

Voor bewoners is het heel aantrekkelijk om mee te doen met zo’n systeem van Zelfverzekerde Financiën. De schrijver James Baldwin heeft geschreven dat het heel duur is om arm te zijn. Mensen met een laag inkomen zijn veel geld kwijt aan incassokosten en aanmaningskosten. Zo betalen mensen die 6 maanden achterstand hebben bij de zorgverzekering een slordige 50 euro per maand meer voor hun basisverzekering. Dat is zeshonderd euro per jaar. Het gaat hier om 330.000 wanbetalers. Meedoen met een systeem van Zelfverzekerde Financiën scheelt veel mensen veel stress en veel hoofdpijn.

Een systeem van Zelfverzekerde Financiën is niet gratis. Zoals de huidige budgetbeheer en beschermingsbewind ook niet gratis is. Maar de kosten ervan vallen in het niet bij de 11 miljard die de samenleving nu aan schulden kwijt is. De kosten kunnen worden verdeeld tussen de ontvangers van vaste lasten (woningcorporaties, zorgverzekeraars, energieleveranciers) en de gemeente die immers geld bespaart op de schuldhulpverlening. Bij diverse belangrijke momenten in het leven van bewoners, zoals het betrekken van een nieuwe woning, een echtscheiding of het verlies van een baan kunnen bewoners worden verleid om over te stappen op een systeem van zelfverzekerde financiën. Corporaties kunnen het aanbieden aan nieuwe huurders. Sociale diensten kunnen het aanbieden bij mensen die voor het eerst een uitkering ontvangen. Werkgevers kunnen het aanbieden aan hun werknemers. Dat is bedrijfseconomisch aantrekkelijk, want uit onderzoek is bekend dat mensen met schulden zich negen dagen per jaar meer ziek melden. En tot slot kunnen ook sociale wijkteams mensen aanbieden om financieel schoon schip te maken met een systeem van Zelfverzekerde Financiën. Het organiseren van bestaanszekerheid is ook een hele effectieve vorm van jeugdzorg. En de kosten die dat met zich mee brengt vallen in het niet bij de dure hulpverleningstrajecten voor opvoedondersteuning, laat staan met de kosten van uithuisplaatsing. Door mensen financieel veerkrachtig te maken, kunnen ze ook op andere levensterreinen het heft in eigen hand nemen. En dat was precies de belofte van de decentralisatie.

Pieter Hilhorst is politicoloog en publicist, tot maart 2014 was hij wethouder in Amsterdam; Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist. Half januari verscheen Nabij is beter II. Over het inlossen van de beloften van de decentralisaties, te downloaden of te bestellen op: www.kinggemeenten.nl.

Deze column is gebaseerd op een onderzoek van de Goede Gieren Coöperatie. Het hele rapport kunt u hier lezen.

Afbeeldingsbron: henry... (Flickr Creative Commons)