In hun bijdrage aan de discussie over de Eigen Kracht-conferentie (EK-c) refereren van Gideon De Jong en Gert Schout aan bredere onderzoeken naar de inschakeling van netwerken bij opvoedingsproblemen. Ze maken echter geen melding van de recente en belangwekkende overzichtsstudie van Shlonsky en Saini (2011).Uit deze studie naar de toepassing van Family Group Decision Making (waarvan de EK-c een voorbeeld is) blijkt dat er wereldwijd 1731 onderzoeken zijn gedaan, maar dat er slechts 6 van een zodanige kwaliteit zijn dat hieruit causale conclusies getrokken kunnen worden. In slechts 2 gevallen gaat het om een onderzoek waarbij de cliënten willekeurig over twee of meer groepen zijn verdeeld, waarna de groepen zijn blootgesteld aan verschillende proefomstandigheden. Beide onderzoeken laten overigens geen positieve resultaten zien.
Waarschuwing voor te hoge verwachtingen
Tot nu toe is het niet gelukt om langs de weg van adequaat wetenschappelijk onderzoek aan te tonen dat EK-c of Family Group Decision Making in de jeugdbescherming een gunstige uitwerking heeft, afgezien van de tevredenheid van cliënten. Dat toont ook de (selectieve) reviewstudie van Frost aan, die De Jong en Schout wel aanhalen. De bestuursvoorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam Erik Gerritsen heeft in Binnenlands Bestuur (2013) terecht opgemerkt dat ‘er volgens dezelfde strikte wetenschappelijke criteria ook niet is aangetoond dat EK-c’s niet effectief zijn.’ Vandaar dat (nader) onderzoek onder de juiste condities nodig is om bewijs te vinden voor de positieve werking van EK-c’s in de context van de jeugdbescherming. Denker over Levenswetenschappen Martin Ruivenkamp zegt in de Volkskrant van donderdag 21 maart 2013 dat de wetenschap snel te veel belooft: ‘Te grote claims zijn een recept voor teleurstellingen.’ Daarop aansluitend willen wij ook hier waarschuwen voor ‘quick fix’: eenvoudige en makkelijke oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen.
Daarnaast menen wij als empirische wetenschappers (nooit populair als je het feestje van de ‘welkome boodschap’ bederft) te moeten wijzen op onderzoeksmethoden die slechts een beperkte bewijskracht hebben maar toch worden gebruikt omdat mensen nu eenmaal graag willen aantonen dat iets werkt. Zo wordt Nederland overspoeld met dure procesevaluaties die worden gepresenteerd als effectstudies (zie het eerder door ons besproken onderzoek van Schuurman en Mulder, 2011, 2012), waaruit meestal positieve effecten naar voren komen, die bij nadere beschouwing niet toegeschreven kunnen worden aan de onderzochte interventie.
Afwachten als het mindere kwaad
Los van de methodologische discussie, willen we graag wijzen op een model dat nu het best mogelijke aanknopingspunt biedt om de vraag te beantwoorden naar de effectiviteit van interventies bij ernstige opvoedingsproblemen. Het model van Andrews en Bonta (2010) gaat ervan uit dat de interventie (qua soort en zwaarte) afgestemd dient te worden op de risico's, de behoeften en responsiviteit (ontvankelijkheid) van de cliënten voor de interventie.
Dit betekent misschien dat wanneer ouders, grootouders of oom een kind (dreigen te) misbruiken of verwaarlozen, of wanneer het netwerk profiteert van de criminele activiteiten van een of meer gezinsleden, de Eigen Kracht-conferentie (waarin het gezin met behulp van zijn netwerk zelf de problemen oplost) misschien minder geschikt is. Het risico van het mogelijk gebrek aan ontvankelijkheid voor een aanpak gebaseerd op de eigen kracht van het gezin en zijn sociale netwerk hebben De Jong en Schout niet meegewogen.
De aangehaalde studies van De Jong en Schout geven hier geen uitsluitsel over. De vraag die als eerste beantwoord dient te worden, is of een aanpak ook schade kan berokkenen. Helaas gaat de Jeugdzorg niet uit van het adagium primum non nocere (ten eerste geen kwaad doen, in ieder geval geen kwaad doen) dat sturend is voor artsen als ze voor de keus staan tussen handelen, met onzeker resultaat, en afwachten.
Geert Jan Stams is hoogleraar Forensische Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam en Peer van der Helm is associate lector aan de Hogeschool Leiden.
Literatuur:
Andrews, D. A., & Bonta, J. (2010). The psychology of criminal conduct (Fifth Edition). New Providence, NJ: Matthew Bender & Company Inc.
Frost, N., Abram, F. & Burgess, H. (2012). Family group conferences: Evidence, outcomes and future research. Child & Family Social Work, advance access December 2012 doi:10.1111/cfs.12049.
Shlonsky, A., Saini, M. (2011). Family Group Decision making for children at risk for maltreatment. Presentation at the 15th annual conference of the society for Social Work. Tampa Florida.
Shlonsky, A., Schumaker, K., Cook, C., Crampton, D., Saini, M., Backe-Hansen, B. & Kowalski, K. (2009). Family Group Decision Making for children at risk of abuse and neglect (Protocol). Cochrane Database of Systematic Reviews, Issue 3. Art. No.: CD007984. doi: 10.1002/14651858.CD007984.