COLUMN De onzekere toekomst van werk

Arbeid is sinds eeuwen dé manier om in je levensonderhoud te voorzien. Je hebt werk dat al dan niet bij je opleiding en belangstelling past, je wordt daarvoor betaald en zo betaal je je rekeningen. Misschien niet ideaal, maar zo is het in deze wereld. Of: zo was het. Dit systeem begint namelijk scheuren te vertonen. Steeds meer bedrijven en instanties krijgen het namelijk voor elkaar om mensen zo goed als gratis te laten werken: met de belofte van werkervaring, betaald werk in de niet nader gespecificeerde toekomst, het opbouwen van een netwerk dat jou uiteindelijk wél zal betalen voor je diensten of met de dreiging van het afnemen van je uitkering profiteren zij van jouw diensten, maar jij niet langer van hen. Dit zet het idee van werken om te (kunnen) leven op losse schroeven. Wat is de toekomst van werk?

Onbetaald werk

Niet elk werk is betaald werk, en het verschil tussen werk en betaalde arbeid wordt steeds onduidelijker (waarover straks meer). Allereerst zijn er de activiteiten die met het eigen leven te maken hebben: het zorgen voor je huishouden, kinderen, familie. Daarnaast is er vrijwilligerswerk waarbij mensen zich inzetten om een bijdrage te leveren aan de samenleving, zich nuttig te voelen, sociale contacten te hebben. Voorwaarde voor al deze mensen is wel dat ze enig inkomen of kapitaal hebben om in hun bestaan te voorzien. Hoe dan ook moet er sprake zijn van bestaanszekerheid.

Maar juist deze basis staat voor veel mensen op de tocht. Zij staan aan de rand van de arbeidsmarkt en proberen voor zichzelf een plek te vinden. Steeds vaker is die stap niet eenvoudig te maken. Er is een soort tussenland ontstaan, waarin je gratis of voor heel weinig je diensten aanbiedt, in de hoop aan te haken bij de ‘echte’ arbeidsmarkt. Daar waar je kunt leven van je werk, zeg maar. Vaak is dit ook de belofte: een stage –meestal verplicht onderdeel van het onderwijs - belooft kennismaking met je toekomstige werk. Een werkervaringsplek belooft ervaring, zodat je niet met een leeg cv je diensten hoeft te verkopen.

Zo lang deze beloften kloppen, en dit inderdaad een tijdelijke situatie is, valt daar nog iets voor te zeggen. Je gratis diensten zijn dan een investering in je toekomst. Maar wanneer die beloofde toekomst uitblijft, simpelweg omdat bedrijven niet langer bereid zijn om te betalen voor je werk, omdat ze het elders wél gratis kunnen krijgen, dan is er een serieus probleem. Dat geldt uiteraard nog niet voor alle werknemers, de meerderheid heeft nog steeds betaald werk. Maar er is wel degelijk, op specifieke vlakken, een zorgwekkende ontwikkeling gaande.

Kinderarbeid en stages

Jongeren volgen een opleiding om zich te ontwikkelen en om daar vervolgens bijpassend werk bij te vinden, om van te leven. Dit is althans zeer grofweg de gedachte achter onderwijs en vervolgens arbeidsmarkt. Maar zo zoetjesaan is er flinke ruis ontstaan. Veel scholieren hebben een bijbaantje, en studenten kunnen haast niet studeren zonder erbij te werken. Goedkope kinderarbeid en de verplichte stage zijn voor veel bedrijven echter een manier geworden om hun kosten te drukken, en dit is door de concurrentie en prijzenslag voor veel bedrijven eerder noodzaak dan vrijwillige keuze. Dus draaien de horeca en supermarkten in Nederland ondertussen op kinderarbeid, en worden de kinderen achter de kassa steeds jonger. Dus zijn er steeds meer tijdelijke aanstellingen of nulurencontracten. Dus vervangen stagiairs steeds vaker de voorheen betaalde krachten. Een ‘vacature’ is steeds vaker voor een stagiair, die soms maandenlang vrijwel volledige werkweken moet draaien, voor een fooi die niet in de búúrt komt van het minimumloon.

Kinderarbeid is goedkoop omdat jongeren nog thuis wonen, dit inkomen is een extraatje voor ze, de bestaanszekerheid komt toch van hun ouders. Maar voor uitwonende studenten ligt dit al anders, de verplichte stage kost ze geld. Want waarvan betaalt de student zijn of haar kamerhuur? Van de studiefinanciering, die overigens nu een lening is. Geld lenen om te kunnen werken, om later ooit werk te kunnen vinden, dat er niet zal zijn omdat dat werk inmiddels door scholieren en stagiairs wordt uitgevoerd. Eenmaal afgestudeerd hoop je aan werk te komen, maar stuit je op ‘werkervaringsplekken’, die niets of weinig betalen, maar nog altijd beter lijken dan werkloos thuis zitten. Denk niet dat het na je masterdiploma beter gaat worden: universiteiten zien promovendi als nieuwe melkkoeien en betalen soms nog maar voor 15 uur per week, terwijl promoveren natuurlijk een meer dan voltijdsbaan is.

Foto Leusder Krant

(advertentie in Leusder Krant van woensdag 25 november 2015)

Zelfstandige zonder opdrachten

De onzekerheid geldt ook voor veel zzp’ers. Waar het aanbod van werk groter is dan de vraag, profiteren de opdrachtgevers. Zzp’ers concurreren niet alleen met elkaar, maar ook met mensen die door anderen betaald worden. Zo kunnen veel wetenschappers een bijna gratis lezing geven, of voor een fles wijn, omdat zij vanuit de universiteit goed betaald worden, terwijl anderen van die lezingen moeten bestaan. Hogescholen vragen je om een gastcollege te geven, in ruil voor een boekenbon. Congresbureaus maken gebruik van stagiairs en studenten om locatie en de catering te regelen, voor de sprekers is een fles wijn of na lang soebatten 150 euro beschikbaar. Bruto. Voor de wetenschappers met een goede aanstelling bij een universiteit of bedrijf is dat een leuk uitje, voor de zelfstandigen een nachtmerrie. Ze staan onder druk om gratis of zwaar onderbetaald werk te doen, in de hoop op te klimmen naar een vergoeding waarvan ze kunnen bestaan. Maar juist omdat er steeds meer ‘zelfstandigen’ zijn, kunnen opdrachtgevers de vergoeding terugschroeven of profiteren van gratis werk.

Gratis werk ondermijnt onze samenleving

De bijstand, ooit een recht op een bestaansminimum, vanuit de idee van menselijkheid én vanuit het besef van kwetsbaarheid van de hele samenleving voor armoede en ziekte, is meer en meer aan voorwaardelijkheid onderhevig. De angst voor misbruik is doorgeslagen in repressie; bezuinigingen en decentralisaties naar gemeenten hebben gezorgd voor willekeur en misbruik. De overheid verlangt nu tegenprestaties die zowel het voorheen betaalde werk vervangen als het voorheen gewone zorgen. De oma die op haar kleinkinderen past brengt haar uitkering in gevaar, net zoals de zoon die bij zijn moeder schoonmaakt of degene die in de verkeerde gemeente vrijwilligerswerk doet.

Zo maken bedrijven en zelfs de overheid gebruik van gratis of zwaar onderbetaald werk om hun bezuinigingen te kunnen doorvoeren. Om drie redenen is dit een gevaarlijke ontwikkeling.

Ten eerste voor de mensen zelf, die worstelen om een bestaansminimum. Zoals Peter de Waard in de Volkskrant schreef is de werkloosheid wellicht 34 procent, als je kijkt naar mensen die geen goede baan hebben, geen inkomen waarmee je jezelf goed kunt redden, laat staan een buffer kunt opbouwen of je verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Dit ondergraaft de idee van bestaanszekerheid daarmee de kwaliteit van onze samenleving als geheel.

Ten tweede voor de kwaliteit van werk: goedkoop of goed in de markt liggen is belangrijker dan de inhoud. Dat de kinderen in de supermarkten geen idee hebben wat ze eigenlijk verkopen tot en met de content van wetenschappelijke congressen of vaktijdschriften (die graag willen dat je voor ze schrijft, maar geen budget hebben). Waar gratis de norm is, wordt kwaliteit een verdwijnend fenomeen.

Ten derde voor de toekomst van onze jongeren. De periode in hun leven die zij eigenlijk aan hun studie zouden moeten wijden, brengen zij werkend door. Hun werkende toekomst echter, is onzeker. Met de nieuwe studiefinanciering investeren zij in hun toekomst, maar de risico’s liggen helemaal bij hen. Hun toekomst is daarmee onzeker, en daarmee de toekomst van onze samenleving.

De gevolgen daarvan zullen voor ons allen zijn.

Dit artikel is 4163 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (5)

  1. Helemaal waar! Ik kom zelf uit de kunstsector, waar zzp’ers al langer met dit probleem worstelen. Maar helaas zie ik het niet echt beter worden de komende jaren, met de komst van steeds meer automatisering. Wellicht is het op termijn een optie om het oude systeem te laten varen, en te kijken of bijvoorbeeld het basisinkomen een oplossing kan bieden voor dit probleem.

  2. Gratis werken? Ja, graag.

    Mensen hebben een financieel inkomen nodig om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. De meeste mensen werken daarvoor, zoals dat ons is aangeleerd. Dat is het huidige paradigma dat lang stand heeft gehouden sinds de industriële revolutie. “Voor werk moet je betaald krijgen”. Maar dat is nou net de gedachte dat er voor zorgt dat er veel ‘werkloosheid’ is, mensen gedwongen thuis moeten zitten en de ontwikkeling van talent tegenhoudt.

    Werken levert veel meer op dan geld alleen. Dat geeft iedereen ook aan. Doen wat je graag doet, zingeving, sociale contacten, ervaring opdoen, bijdrage leveren aan de samenleving, praktisch leren, opleiding kunnen volgen, jezelf ontplooien en ontwikkelen, ontdekken wat voor werk bij jou past, ervaringen kunnen delen met anderen (collega’s), etc.

    Het is de natuurlijke neiging van mensen om bezig te zijn met dingen waar ze zich goed bij voelen. Waarom zouden we dat niet doen omdat het werk perse geld moet opleveren? De intrinsieke motivatie van mensen om te werken is veel groter dan de extrinsieke motivatie, zoals loon. ‘Geld moeten verdienen’, alleen actief zijn als het geld oplevert, kan wat dat betreft ook heel belemmerend werken. Niets (moeten) doen is vaak veel slechter en zorgt voor grote achterstand, mentale klachten en vereenzaming.

    We moeten ervoor waken om bedrijven niet zo negatief af te schilderen als gewetenloze geldwolven. Dat klopt maar in enkele gevallen. Bedrijven zijn ook sociale organisaties, die dingen maken of doen waar mensen om vragen. Mensen willen daarnaast graag helpen. Willen ook best (tijdelijk) bedrijven helpen, als het maar wederzijds is. Dat kan ook juist weer werk opleveren. Goede afspraken maken is in dat geval zeker aan te raden. Bovendien is bij geen of weinig salaris de druk om te moeten presteren er minder, waardoor er meer tijd is voor de noodzakelijke creativiteit, innovatie en verbetering van de kwaliteit.

    Wellicht is het goed om dat een soort sociale kaart te maken waarop staat hoeveel mensen er in welk bedrijf ‘gratis’ werken, en wat ze daar voor terugkrijgen. ‘Social return on investment’. Misschien meer transparantie in bedrijfsvoering, medezeggenschap, zelfsturing of participatie van mensen met beperkingen? Zorgen dat er geen eenzijdig voordeel is. Zo kunnen alle werknemers meebeslissen over deze vorm van meewerken, en wordt het voor een bedrijf moeilijker om er misbruik van te maken, Dan weet de ‘werknemer’ waar hij aan toe is en waar hij/zij het voor doet.

  3. Goed stuk! Ik deel de zorgen, al vind ik eigenlijk niet dat je iets tegen het voor niks verrichten van arbeid kunt hebben. Vraag is denk ik meer waarom mensen daartoe bereid zijn. Ben bang dat het vaak niet zozeer uit positieve motivaties voortkomt (in dat geval zou het nl. alleen maar mooi zijn, als iemand het vrijwillig wil doen), maar meer uit de enorme afhankelijkheid van werk / carrière / iemand die je wil betalen. Die afhankelijkheid is wat mij betreft echt ongezond groot (mensen moeten zichzelf en hun eigen behoeften naar mijn idee toch behoorlijk wegcijferen), en zou gegeven de hoge welvaart zoveel kleiner kunnen zijn.

  4. Goed stuk, maar waar we aan voorbijgaan is het mechanisme wat arbeid teweegbrengt. Zonder arbeid en inkomen, geen loonbelasting. Daardoor zal het systeem 2.0. wankelen, bovenop andere factoren die het systeem inmiddels hebben doen wankelen zoals de bankencrisis en de Griekse crisis. Het systeem oefent in goede doen macht uit en controleert. Onderwijs, zorg en veiligheid staan in dienst van het systeem. En systeem 1.0? Dat was de slavernij.

  5. De CAO, onze grootouders en ouders hebben er vroeger hard voor moeten knokken, is niet voor niets uitgevonden. Laat die voor iedereen gelden! Ontduiking ervan, bijvoorbeeld door werknemers – zzp’er of niet – op zo laag mogelijke arbeidskosten (loon, sociale premies, pensioen etc.) te selecteren (zelfs zó, dat de bodem voor hen in zicht komt, of ze er zelfs doorheen zakken) dient met alle mogelijke middelen te worden bestreden.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *