Je kunt tegenwoordig geen krant opslaan of er staat iets over slachtoffers in de trant van: ‘Ze zaten dan wel jarenlang in een Japans interneringskamp onder geweld en ontberingen, maar ze weigerden zich slachtoffer te voelen’, of: ‘Deze kinderen zijn dan wel prostituee en straatarm, maar toch zijn ze niet alleen maar slachtoffer’.
Wat is dat toch, waarom verwachten we van kankerpatiënten dat ze ‘vechten’ tegen hun ziekte, waarom verwijten we mensen dat ze ‘in de slachtofferrol’ kruipen, of blijven hangen? Waarom is slachtoffer zijn zo’n besmet begrip geworden? Wanneer en waarom heeft mededogen plaatsgemaakt voor diepe verachting?
Maakbaarheid als geloofsartikel
Om dit te begrijpen zijn twee factoren van belang: het gebod der maakbaarheid en onze beperkte omgang met noodlot en geweld. De eerste, ons maakbaarheidsgeloof in deze geïndividualiseerde en meritocratische samenleving, gaat uit van de grondgedachte dat wij zelf rationeel onze keuzes maken, dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons lot, dat we zelf richting geven aan ons leven. Dat is niet alleen een grondbeginsel, maar ook een geloofsartikel geworden. [1] Wij geloven in de Maakbaarheid, waaruit vervolgens het gebod voortvloeit: Gij zult uw Eigen Verantwoordelijkheid nemen!
Hoezeer dit gebod mensen ook vooruit kan helpen om daadwerkelijk iets van hun leven te maken, schaduwzijden zijn er ook. Ten eerste heeft niet iedereen hetzelfde vertrekpunt (je omgeving, je gezondheid en genetisch materiaal, de achtergrond en opleiding van je ouders bepalen in hoge mate je kansen), ten tweede speelt pure mazzel (the right place, the right person, the right time) vaker een rol dan we willen weten. Maar verwijzen naar de rol van de context - structurele ongelijkheid, een uitbuitend systeem, een slechte jeugd of andere externe omstandigheden - wordt door de omgeving stelselmatig ongeldig verklaard. Dat zijn minpunten voor de ketters die het wagen naar omstandigheden te wijzen.
Noodlot en geweld
De tweede factor ligt in het verlengde hiervan, maar heeft een andere aanvliegroute: Wij kunnen als mensheid maar slecht met noodlot en geweld omgaan. De Britse antropoloog David Graeber heeft dit scherpzinnig omschreven: ‘It’s not that as a species we’re particularly aggressive. It’s that we tend to respond to aggression very poorly. Our first instinct when we observe unprovoked aggression is either to pretend it isn’t happening or, if that becomes impossible, to equate attacker and victim, placing both under a kind of contagion, which, it is hoped, can be prevented from spreading to everybody else’. [2] We zien geweld het liefst als een incident, als iets tussen twee personen in plaats van als structureel probleem waar iedereen deel van uitmaakt. Zo hopen we dat het geweld zich niet verspreidt, dat het klein blijft, dat ‘het niet groter gemaakt wordt dan het is’. Bijgevolg heeft men een even grote hekel aan de dader als aan het slachtoffer.
Het werkt ongeveer als bij pesten: het gedrag van het slachtoffer wordt vaak gezien als rechtvaardiging ervan (iemand is een huilebalk, raar, dik of agressief). Of zoals de reacties op geweld tegen vrouwen die de vrouwen zelf tot probleem maken (zoals aan verkrachte vrouwen wordt gevraagd wat ze aanhadden, of waarom ze ergens waren). Op deze manieren wordt het gevoel van dreiging gekanaliseerd en krijgen de slachtoffers hun verdiende loon.
En zoals slachtoffers geen slachtoffer meer mogen zijn, maar alleen nog daders, mag ook het noodlot niet meer bestaan omdat dit zaagt aan de grondeis van de Eigen Verantwoordelijkheid. Alles wordt verwijtbaar. Met een cultuur van angst als gevolg. [3] Als je je maar goed gedraagt, kan jou niets overkomen. En als jou iets overkomt, dan zal jij je wel verkeerd of roekeloos hebben gedragen. Dus roken we niet en wijzen we met afschuw naar degenen die dat wel doen. We eten gezond en walgen van dikke mensen, die blijkbaar geen discipline hebben, want hé, dik zijn is toch een keuze? We sporten en laten dat graag zien op Facebook, Instagram of Twitter: kijk, wij zijn goed, wij sporten!
We houden elkaar in de tang
Met deze religieuze uitvoering van het neoliberale marktmodel houden we elkaar nu in het gareel. Klaag niet, maar neem je lot in eigen handen. Mensen die dat niet doen, of verwijzen naar belemmerende omstandigheden, krijgen vrijwel meteen het predicaat ‘slachtoffergedrag’ omdat ze zich onttrekken aan hun verantwoordelijkheid, omdat ze een excuus zoeken om hun verantwoordelijkheid niet te nemen of dat ze ‘zielig doen’.
Het erge is dat dit verwijt de slachtoffers niet helpt. Slachtoffers zijn gebaat bij een uitgestoken hand, bij begrip en steun. Pas bij genoeg verzamelde kracht zal iemand uit het dal klimmen – zo dit al mogelijk is. Een trap na heeft echter nog nooit iemand geholpen.
Zo staan mensen met pech dubbel in de kou. Ten eerste door de pech zelf, ten tweede door de cold shoulder van de samenleving, van mensen in hun omgeving. Burn out en psychische klachten zijn tegenwoordig niet voor niets de belangrijkste vorm van uitval. Mensen gaan maar door, durven niet toe te geven dat het niet lukt, totdat het echt niet meer kan. En vervolgens is de eenzaamheid en het gevoel van falen groot. Die komen nog eens bovenop de burn out.
De vraag is of dit echt nodig is. Wellicht geeft ons nieuwe ideaalmodel van Eigen Keuze ons meer vrijheid dan ooit, misschien zweept die ons op tot grote hoogten, maar de prijs is navenant: angst, stress en uitval. Zo mogelijk nog erger is dat de elementaire medemenselijkheid verdwijnt. [4] Echte moed vind je tegenwoordig niet meer in het beklimmen van de hoogste bergen (want dat is massatoerisme geworden), maar als je hoort zeggen: ‘Dit ben ik. Ik kan niet meer. Hou van mij’. En bij degenen die dan reageren met: ‘Het leven zuigt, maar ik ben er voor je’.
Mieke van Stigt
1. Zie voor neoliberalisme als religie Paul Verhaeghe: Identiteit (2012). Lees bijvoorbeeld: http://sociologiemagazine.nl/artikel/paul-verhaeghe-over-zijn-boek-identiteit
2. http://thebaffler.com/salvos/bullys-pulpit
3. Zie ook Zomergasten van 30 augustus 2015, met Damiaan Denys http://www.vpro.nl/zomergasten/afleveringen/2015/damiaan-denys.html
4. Zie hiervoor mijn vorige column: http://www.socialevraagstukken.nl/column/hoe-empathie-uit-onze-samenleving-verdwijnt/