Zelfsturing gebaat bij bescheiden overheid

Met een overheid op afstand kan actief burgerschap hét vertrekpunt in de samenleving worden. De brave burger is er klaar voor, de uitnodigende en faciliterende maar niet-bemoeizuchtige overheid ontbreekt nog. Bezuinigingen kunnen in dat opzicht een stimulans vormen. 

Actief burgerschap kan tot hét vertrekpunt in de samenleving worden gemaakt. Daar aan ligt de gedachte ten grondslag dat burgers zowel in hun directe leefomgeving als op wereldschaal steeds afhankelijker (moeten) worden van hun zelforganiserend vermogen. De verwachting dus dat burgers in telkens grotere mate betrokken raken bij de organisatie en uitvoering van onderwijs, zorg, veiligheid, energie en wonen. Die ontwikkeling zou aansluiten bij wat de socioloog Menno Hurenkamp vindt dat een democratische samenleving zou moeten doen, namelijk ‘burgers (meer) macht te geven over hun eigen leven.’

Nu oefenen burgers die macht over het eigen leven vooral uit via informele groepen die - de opsomming is arbitrair - doe-het- zelfinzamelingen organiseren, initiatieven ontplooien ter bevordering van de leefbaarheid in stadswijken of zelfhulpgroepen opzetten in de verslaafdenopvang. Deze meestal kleinschalige en informeel georganiseerde burgerinitiatieven zijn duurzame, hechte en democratische sociale verbanden van gemeenschapszin. Ze vormen in feite de basis van de civil society. Je treft er nieuwe vormen van doe-het-zelfdemocratie aan en netwerken die met elkaar afspraken maken, elkaar wederzijds helpen, maar elkaar ook tegenwerken.

Naar alledaagse democratie
Een bondige definitie legt democratie uit als een politiek systeem waarin de meerderheid van de bevolking (doorgaans vertegenwoordigd door gekozen volksvertegenwoordigers) beslist wat er moet gebeuren. Ik zou dat begrip willen ‘oprekken’. Voor zover het gaat om collectieve besluitvorming, houdt een opgerekte, dat wil zeggen vermaatschappelijkte democratie meer en beter rekening met de rechten van minderheden. Ook is zij beter geëquipeerd voor de omgang  met verschillen en pluralisme. De kwaliteit van de rmaatschappelijke democratie kan worden gewaarborgd aan de hand van de vijf criteria die de politicoloog Herman van Gunsteren in zijn boek Vertrouwen in democratie (2006) noemt. Zoek zo veel mogelijk verschillende ideeën en opvattingen, die onafhankelijk van elkaar tot stand zijn gekomen; gebruik meerdere goed ontwikkelde referentiekaders; zorg ervoor dat een selectiemechanisme tot een afgewogen keuze leidt; zorg ervoor dat de overheid zich beperkt tot indirecte sturing.

In een betekenisvolle, dus vermaatschappelijkte democratie gaat het meer om de principes dan om de procedure. Die principes staan onder meer omschreven in het klassieke werk van de ook door Mark Rutte bewonderde Alexis de Tocqueville over democratie (Over de democratie in Amerika, 1835). Toen hij in de negentiende eeuw in Amerika rondreisde, trof de Franse filosoof, historicus en staatsman daar nederzettingen aan van pioniers die onderlinge afspraken hadden gemaakt om te kunnen samenleven. Er was (nog) geen politiek systeem, het waren afspraken voor een levenswijze, voor een alledaagse democratie.

Uitdaging voor kantelende overheid
In de hedendaagse Nederlandse samenleving is de alledaagse ofwel vermaatschappelijkte democratie vooral terug te vinden in de dagelijkse leefwereld van mensen: binnen scholen en zorginstellingen, bij de energievoorziening en in de woonomgeving. Nieuwe vormen zijn nodig. Daar ligt ook de echte uitdaging voor de democratie in Nederland in de komende jaren. Een uitdaging die niet zozeer gelegen is in de vernieuwing van het politieke bestel als wel in de (verdere) worteling van democratische waarden in de samenleving.

De bijbehorende uitdaging voor de overheid is te kantelen. Waar nu de dadendrang van politici, bestuurders en ambtenaren voorop staat om verticaal te sturen, zou deze zich moeten concentreren op horizontale ondersteuning van de samenleving. De opdracht voor de overheid is om een vruchtbare coproductie en symbiose aan te gaan met de maatschappelijke democratie, om de zelforganiserende verbanden aan te moedigen en manieren te bedenken om adequaat in te spelen op de spontane initiatieven van actieve burgers. Het is balanceren want de overheid moet er ook voor waken dat ze burgerinitiatieven niet doodknuffelt of smoort in een al te groot vertoon van dadendrang. Het midden houden; zo zou je de opgave voor ‘de uitnodigende overheid’ kunnen omschrijven. En zeker niet normatief voorschrijven hoe goed burgerschap eruit zou moeten zien.

Maak er geen project van!
Een mooi voorbeeld van doe-het-zelfdemocratie of alledaagse democratie in actie, is terug te vinden in de Noord-Limburgse gemeente Peel en Maas. Tien jaar geleden zijn hier de formele dorpsraden vervangen door informele dorpsoverleggen en werd het concept ‘zelfsturing’ geïntroduceerd. Een en ander komt erop neer dat de overheid in het zelfsturende Peel en Maas uitgaat van de kracht, initiatieven en plannen van de bewoners. De gemeente stelt zich bescheiden op, ze geeft ruimte en faciliteert. Typerend voor deze aanpak is de anekdote van een ambtenaar die een actieve bewoner (die steun vraagt voor een gezamenlijke schuur) waarschuwt tegen de regeldrift van de gemeente: ‘Maak er geen project van! Probeer het te regelen met de buurt en een lokale ondernemer.’

Het lijkt erop dat de overheid nog veel moeite heeft met een vitale maatschappelijke democratie. Ze heeft nog niet de uitnodigende houding aangenomen die actief burgerschap tot hét vertrekpunt in de samenleving kan maken. Mijn stelling is dat dergelijke ingrijpende veranderingen doorgaans slechts door druk van buitenaf tot stand komen. Peel en Maas is wat dat betreft een uitzondering. Voor de rest van de overheden is de bezuinigingsnoodzaak de blessing in disguise die dwingt tot het loslaten van verantwoordelijkheden of ten minste daarvoor een politiek excuus verschaft.

Jan Schrijver is ambtenaar bij het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en in deeltijd verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is een van de sprekers op het Participatiedebat van Movisie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 29 september 2011.

Dit artikel is 1930 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Het beeld van de overheid als vroedvrouw komt bij mij bovendrijven. Maar misschien moet ik dat even uitleggen. Een vroedvrouw is voor mij een bepaalde persoonlijkheid (aards en vriendelijk) en professional, wiens aanwezigheid bij een geboorte zeer wenselijk en voelbaar is, aangezien zij aan een hoogst belangrijk proces leiding geeft. (Een belangrijker proces kun je haast niet bedenken.) Zij geeft leiding door de moeder te stimuleren en faciliteren. Als ze zich zou opdringen, de moeder zou dwingen, of haar eigen behoeften en opvattingen over hoe het moet op de voorgrond zou plaatsen, dan zou dit averechts uitpakken op het proces. Als zij geen vertrouwen heeft in het functioneren van de moeder, dan zal die haar ook niet vertrouwen. En dat vertrouwen is natuurlijk heel erg nodig in tijden dat het moeilijk gaat/wordt. Daarom stimuleert de vroedvrouw wat er gebeurt, en niet wat ze denkt dat er moet gebeuren. Ze helpt, zonder onnodige drukte of vertoon en alleen als het echt nodig is. Ze doet dat zo, dat de moeder echt geholpen wordt, en toch alle vrijheid en initiatief behoudt. Als de baby dan ter wereld gekomen is, zal de moeder terecht het gevoel hebben dat ze het helemaal zelf gedaan heeft.

    Terwijl ik deze analogie schets en tot me zelf door laat dringen, en nog eens naar bepaalde begrippen en werkwoorden kijk die erin staan, realiseer ik me hoe zeer ik me innerlijk afgewend heb van alles wat met openbaar bestuur te maken heeft. Ik wil er zo min mogelijk mee te maken hebben. Het feit dat ik de moeite nam om bovenstaand (overigens heel goede) artikel te lezen, is een uitzondering (te danken aan de titel). Het natuurlijke respect en het vertrouwen is zo ver weggezakt – en daarmee de betrokkenheid, het gevoel van verbinding. Een pijnlijke constatering, zo op de vroege zondagochtend.

    Dus dank voor je stuk Jan Schrijver – en de denkrichting die je aan het stimuleren bent. Heel goed. Ga door. Mij heb je mee.

  2. Als eenvoudig overheidsdienaar is me alles uit het hart gegrepen. Voor het idee dat de overheid moet kantelen. Dus een andere positie moet innemen ten opzichte van burgers.

    Kantelen van zo’n grote moloch is echter geen sine cure. Je moet alleen al niet denken aan de doffe dreun die dit gaat geven. De klap is vast de moeite waard maar ik doe maar even een greep uit de vele manieren waarop overheidsdienaren zoals ikzelf zullen moeten omdenken.

    Een andere benadering van werklozen/bijstandsklanten dan de bevoogdend/normatieve die nu nog allerwege in zwang is.
    Andere financierings- en betalingsmodellen dan we nu gebruiken. Weg van het aanbestedingsmodel en samen met andere financiers.
    Het ruimte geven aan initiatieven vooral buiten het eigen denkraam bijvoorbeeld op het gebied van ICT.

    En zo kan ik nog wel even doorgaan.

    Bovendien noem ik mijzelf en al mijn collega’s niet voor niets dienaar. De ambtenaar zal ook moeten breken met de verticale commandostructuur die binnen overheidsorganisateis geldt.

    Dat is wel veel dus. Dat kantelen maar ongetwijfeld wel de moeite waard.

  3. Het kantelen gebeurt in de ruimtelijke ordening op dit moment doordat de crisis niet overgaat. De standaard partijen zoals gemeente, projectontwikkelaar en corporatie hebben onvoldoende middelen om te investeren en dus krijgen particulieren de kans om zelf aan de slag te gaan. Dit is een nieuwe trend; in Amsterdam worden 1000 kavels aangeboden om zelf te bouwen. Dit is niet alleen maar geschikt voor eengezinswoningen, maar ook voor appartementengebouwen en kleine buurten. De overheid werkt nu ook enthousiast mee omdat de meerwaarde wordt ingezien; zelf bouwende burgers zorgen goed voor hun omgeving. De crisis is dus het momentum om de overheid te doen kantelen en iedereen ziet en ervaart de meerwaarde. Op andere terreinen zal ook het momentum gevonden moeten worden waarmee standaard werkwijzen doorbroken worden.

    URBANOS begeleidt gemeenten en inwoners bij het bouwen van eigen woningen. Wij adviseren gemeenten hoe zij op een zakelijke en efficiënte manier aan de slag kunnen en onderzoeken de haalbaarheid. Zelf bouwers begeleiden wij vanaf het initiatief tot aan de oplevering.

    Meer info op http://www.urbanos.nl. Of mail/bel mij even op pepijn@urbanos.nl / 06 47574578

  4. Een aansprekend artikel over de uitdaging van de loslatende gemeente én de verantwoordelijkheid nemende burger. Als burger ervaar ik aan den lijve wat het vraagt om collectief eigenaarschap te organiseren. Ik ben actief in een zogeheten Collectief Particulier Opdrachtgeverschap om met een groep bewoners onze eigen duurzame wijk te bouwen in Vathorst Amersfoort. Je komt in een wereld van projectontwikkeling, regelgeving en alianties waar aan twee kanten afstand moet worden overbrugt om tot resultaat te komen.
    Ik mijn werk bij MOVISIE, in lokale trajecten van Welzijn nieuwe Stijl, kom ik vergelijkbare processen tegen. In Utrecht werkt de gemeente met de drie welzijnsorganisaties samen aan communicatieve werkwijzes van horizontale verantwoording van de organisaties aan bewoners, deelnemers en samenwerkingspartners in de wijk. De uitdaging met deze vormen van contact en ontmoeting is om verantwoording te gaan verbinden met het pakken van(mede)verantwoordelijkheid, van praten en samen doen. Van reageren en van eigenaarshap en co-creatie tussen bewoners en welzijn.
    Een andere praktijk die mij veel inspiratie biedt is de samenwerking met o.a. Oxfam Novib in het programma E-motieve (http://www.oxfamnovib.nl/E-motive.html)E-motieve zorgt voor overdracht en wederzijds leren van effectieve aanpakken in landen in ontwikkeling voor toepassing in Nederland. Waar in zuidelijke landen minder of een ontbrekende overheid is, nauwelijks professionele infrastructuur is, zie je ambitievolle werkers met een op empowerment gerichte aanpak bewoners het verschil laten maken. Deze toepassing in Nederland gebeurt o.a. in wijkontwikkeling met de ‘Oasis Game’ welke nu meerdere keren in A’dam is uitgevoerd. Maar ook een aanpak vanuit Zuid Africa die gericht is op gemeenschapsvorming, op het ontwikkelen van organisatie- en ondernemerschap competenties bij bewoners en ”learning bij doing’ Prachtige praktijken die hun eigen vorm kunnen krijgen in onze Nederlandse werkelijkheid. In mijn beeld in de combinatie van producerende bewoners en gepassioneerde professionals.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *