Discussie over burgerinitiatieven is te rigide

De samenleving en de burger zijn aan zet, zo lijkt het. Bottom-up burgerinitiatieven staan echter ter discussie: de een spreekt vol enthousiasme over burgerkracht, dan ander ziet vooral verkapte overheidsprojecten. De discussie draait te veel om wie met de eer mag strijken, vindt Edwin Verdurmen.

Evelien Tonkers en Jan Willem Duyvendak schreven op deze plek al over 'de dweperige gelovige Jan Rotmans'. Zij zien achter veel burgerinitiatieven zzp’ers op zoek naar een klus, betaald door de overheid. Rotmans en zijn aanhang benadrukken daarentegen het volgens hen fundamentele karakter van de huidige veranderingen, de overheid in een totaal nieuwe rol.

Waar de een de burger op de sokkel wil hijsen, meent de ander dat het vooral de overheid is die verandert. Het lijkt te gaan om erkenning, wie mag na afloop van de wedstrijd de beker mee naar huis nemen: de burger of de overheid? Misschien zijn veel stadsinitiatieven niet echt pure burgerprojecten. Maar zuivere overheidsprojecten kun je het ook niet noemen.

De strijd om de eer

Jan Schrijver stelde onlangs op deze website dat bij nadere beschouwing er onder voorbeelden van ‘civic drive change’ nauwelijks onbevlekte initiatieven bleken te zitten. Overal was wel sprake van ondersteuning door overheidsinstanties, in sommige gevallen zelfs regelrechte stimulering en uitnodiging vanuit een overheid die behoefte had aan maatschappelijk draagvlak of menskracht.

De huidige discussie lijkt op zoek naar zuiverheid of harmonie:
- een 'echt' burgerinitiatief is zonder overheidsbemoeienis;
- een 'bevlekt' burgerinitiatief is mét overheidsbemoeienis;
- een 'gebruikelijk' burgerinitiatief is burgers en overheid in goede samenwerking.

Wordt de discussie niet te veel bepaald door de vraag wie met de eer gaat strijken als een maatschappelijk initiatief slaagt? Aan opiniërende artikelen is snel af te lezen welke positie de auteur in het maatschappelijk verkeer inneemt: actiegroep of zzp’er danwel ambtenaar of anderszins verbonden aan een overheid.

In Arnhem hebben wij de ervaring dat succesvolle projecten noch zuiver burger noch puur overheidsgedreven zijn, maar ook niet tot stand komen in volledige harmonie van burgers 'samen' met de welwillende overheid. We spreken dan ook liever van 'middle-up-down'. Een zienswijze en praktijkvoering die burgers en overheidsfunctionarissen in dusdanige rollen brengen dat geen van de betrokkenen nog een klassieke rol is aan te meten.

Case Bartokpark: de Veluwe in de Arnhemse binnenstad

Een treffend voorbeeld uit Arnhem is het Bartokpark: een collectief van professionals op het gebied van stedelijke transitie en innovatie - met de naam Departement Tijdelijke Ordening (DTO) - nam in 2012 het initiatief om de toen nog braakliggende bouwput in te richten als een klein stukje Veluwe. Landschapsarchitect Harro de Jong werd gevraagd een ontwerp te maken voor dit pop-up park, en de verantwoordelijke wethouder Margreet van Gastel was meteen enthousiast. Stadsbouwmeester Luuk Tepe wist vervolgens de eigenaar van de grond te overtuigen om mee te werken, en binnen twee maanden was het parkje aangelegd. Het relatief lage budget (100 vrachtwagens zand, enkele b-keuze bomen en 2000 heideplantjes), en de noodzaak om de plek kwalitatief te verbeteren, waren voor de gemeente aanleiding om snel medewerking te verlenen. Het cultuurgebouw Rozet, dat naast het parkje zou verrijzen, stond immers al in de steigers.

Kort na de oplevering van het Bartokpark kwam het bericht dat beeldend kunstenaar Florentijn Hofman een ruim dertig meter groot beeld van een feestaardvarken in het park wilde leggen. Hij had hiertoe opdracht gekregen van Burgers’ Zoo, die vanwege hun eeuwfeest een cadeau aan de stad wilde geven. Resultaat was dat het parkje werd vergroot en dat er echte heide van Nationaal Park de Hoge Veluwe werd getransplanteerd naar het Bartokpark.

Inmiddels is het Bartokpark het groene hart van een nieuw cultureel kwartier waar tevens een leegstaand kantoorpand is getransformeerd tot hotel. De aangrenzende winkelstraat floreert als nooit tevoren en het naburige Theater aan de Rijn wil van haar achterzijde een voorzijde naar het parkje maken. Het Bartokpark en feestaardvarken sierden in 2013 de voorpagina van het Jaarboek Landschapsarchitectuur en Stedenbouw en in 2014 de cover van het tijdschrift van de Boekmanstichting.

Gemeenschappelijke energie en verschuivende rollen

Is het Bartokpark een initiatief van de overheid of van de burger? De rollen van de maatschappelijke initiatiefnemers zijn in dit geval fluïde; betrokken en vakkundige burgers, betrokken en deskundige ambtenaren en bestuurders, bedrijven, vrijwilligers, en bewoners begeven zich in een spel waarin met rollen wordt geschoven, of zelfs wordt gewisseld – dat alles in de complexe context van de moeilijk veranderbare juridische en bestuurlijke context.

Het debat over of er nu sprake is van burgerparticipatie of overheidsparticipatie raakt sleets en gaat voorbij aan het complexe proces dat vaak schuil gaat achter veel, vaak grotere, maatschappelijke initiatieven. Deze initiatieven kunnen beter worden omschreven als middle-up-down: een hybride vorm van projectvoering. Daarmee bedoel ik niet iedereen om de tafel en samen een project realiseren. Het lijkt eerder een dialectische werkwijze waarbij vanuit de eigen, vaak niet klassiek definieerbare posities, een eigen stelling wordt betrokken en een eigen belang wordt nagestreefd. Het is een intensief spel met koffie en appelgebak op tafel, en dat vergt veel van alle betrokkenen.

Belangrijke kenmerken van middle-up-down

Zonder te vervallen in een volledige theoretische beschouwing, is er een aantal specifieke kenmerken te benoemen als we spreken van middle-up-down.

De bij het proces betrokkenen vervullen vaak verschillende rollen. Soms hangen die rollen samen met de formele positie, beroep of achtergrond, maar vaak ook niet. Dan is de betrokkenheid bij of affiniteit met een onderwerp of aspect van het project voldoende om als volwaardig lid aan tafel te zitten of actief te zijn in het project. Zo merken de 'burger'-initiatiefnemers van een ander stadsproject in Arnhem, Coehoorn Centraal, dat zij wisselende rollen vervullen van projectleider, bestuurslid, aanjager, actievoerder of plaatsvervangende overheid. Deze rol-ambiguïteit vergt veel alertheid bij alle betrokkenen. Ook overheidsfunctionarissen, die soms uit hun rol stappen om het 'gave project' vooruit te helpen, ervaren deze rolwisseling. Bij hen is een rolwisseling werkinhoudelijk aantrekkelijk maar formeel complex. Een rolwisseling bij een ambtenaar kan alleen goed gaan indien de andere spelers van het spel hier goed op reageren en zich telkens bewust zijn vanuit welke hoedanigheid zaken worden gezegd. Vanuit zo'n rolwisseling komt vaak andersoortige informatie op tafel, die gepast moet worden gebruikt. Of niet.

Het zal dan ook niet verbazen dat onderling vertrouwen en respect voor de mens achter de verschillende rollen en verantwoordelijkheden conditio sine qua non zijn voor een goed functioneren en volwassen worden van een (omvangrijk) maatschappelijk initiatief.

Edwin Verdurmen is directeur van CASA – Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Arnhem, bestuurslid van Departement Tijdelijke Ordening (dto.nu/dto-college) en inhoudelijk programmeur van Ruimtekoers.

Dit artikel verschijnt in het kader van Ruimtekoers. Momenteel vindt in Arnhem het wellicht grootste leegstandsfestival van Nederland plaats. Met een groot aanbod aan activiteiten krijgt leegstand een gezicht. Meer informatie op www.ruimtekoers.nl.