EFFECT Thuis op Straat is bewezen goed voor spelende kinderen, onder voorwaarden

Weet je nog? Bomenklimmen, knikkeren, stoepkrijten, verstoppertje. Buitenspelen roept bij velen prettige, nostalgische herinneringen op. Helaas is in een aantal buurten in Nederland buitenspelen niet meer zo vanzelfsprekend (Hartog & Verduin, 2012). In oude stadswijken, naoorlogse nieuwbouwwijken en in sommige Vinex-wijken is er sprake van verloederde speelplekken of überhaupt bijna geen plaats voor spelende kinderen. Er geldt op straat het recht van de sterkste, meestal oudere jongens die de buurt terroriseren. Jongere kinderen en meisjes blijven vaker thuis. Terwijl buitenspelen zoveel kan bijdrage aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.

De interventie Thuis op Straat is gericht op het bestrijden en voorkomen van dit soort probleem rondom speelpleinen. Ron van Wonderen en Harrie Jonkman van het onderzoeksinstituut Verwey Jonker onderzochten door middel van een experimenteel onderzoek de effectiviteit van de TOS methode.

Thuis op Straat geeft de buurt terug aan de kinderen

De sociale interventie Thuis Op Straat (TOS) streeft ernaar om de straat en de wijk terug te geven aan jong en oud. De methode richt zich op het veiliger maken van de buurt, en een vriendelijk en fatsoenlijk leef- en speelklimaat waar mensen elkaar kunnen aanspreken op slecht en goed gedrag.

Drie à vier keer per week organiseren TOS-medewerkers activiteiten – denk aan knutsel- en voorleesmiddagen – voor kinderen en jongeren tussen de 4 en 20 jaar. Naast deze activiteiten onderneemt TOS ook andere acties om de sfeer op en rond een plein te verbeteren. De medewerkers organiseren thema-evenementen, letten op problemen die bij kinderen en jongeren op de achtergrond spelen en leggen contact met de ouders. Samen met de kinderen ruimen ze de straten rondom het plein op. En TOS biedt ruimte voor stagiairs van het SPW en pedagogiek.

Een voorbeeld van hoe TOS de hele buurt mobiliseert is de pannenkoekmethode (Van Wonderen & Jonkman, 2015). Via flyers en mond-tot-mond reclame worden kinderen enthousiast gemaakt om naar het plein te komen voor een pannenkoekenbakmiddag. De TOS-medewerkers nemen een gastbrander mee en een koekenpan, maar ze zijn de ingrediënten ‘vergeten’. Samen met de kinderen gaan ze langs de ouders en buurtbewoners voor meel, melk en eieren. Door deze rondgang komen ouders en buurtbewoners ook naar het plein. TOS heeft ‘hele simpele en concrete methodes om buurtparticipatie te bevorderen, om mensen bij pleinactiviteiten te betrekken.’ (Van Wonderen & Jonkman, 2015, p22).

Experimenteel effectonderzoek

Er kan zonder te overdrijven gesteld worden dat TOS veel onderzocht is. Door Boonstra, Mak & Van Wonderen (2009), Engbersen & Voogd (2004), Karyotis en collega’s (2005), Masson en collega’s (2002), en Van Wonderen en Boonstra in 2006 en 2008. Maar het eerste echte kwantitatieve effectonderzoek naar de interventie werd vorig jaar gedaan door Van Wonderen en Jonkman.

Voor buurtwerk is het een uitzonderlijk effectonderzoek, aangezien het een experimentele onderzoeksopzet betreft. Van Wonderen en Jonkman volgden namelijk over een periode van vier jaar tien pleinen met TOS, en tien zonder TOS of vergelijkbare activiteiten. Door deze vergelijking kon precies gemeten worden wat het effect van TOS op de buurt is.

Het onderzoek testte of TOS de psychosociale en gedragsproblemen van kinderen tussen de 6 en 14 jaar vermindert. Daarnaast werd onderzocht of het prosociale gedrag van deze kinderen (zoals samenwerken en luisteren naar elkaar) het buiten-speelklimaat van de buurt verbeterde.

De informatie kwam uit een 25 vragen tellende lijst (de Strengths and Difficulties Questionnaire; SDQ), die afgenomen is onder 321 kinderen in de ‘experimentele buurt’ (met TOS) en 323 kinderen in de ‘controlebuurt’ (zonder TOS). De kinderen, en hun ouders, moesten de vragenlijst aan het begin, halverwege en vier jaar na de start invullen. Gekeken werd naar alle kinderen in de buurt en niet alleen naar de kinderen die gebruik maken van TOS.

Resultaten

Kinderen die opgroeien in wijken met TOS blijken zich sociaal en emotioneel beter te ontwikkelen en minder psychosociale en gedragsproblemen te hebben dan kinderen die in wijken opgroeien zonder TOS. Naast betere communicatievaardigheden en vermogen tot samenwerken, leren kinderen van TOS ook zich beter in te leven in een ander en krijgen ze meer zelfvertrouwen. Ook het buitenspeelklimaat is in de TOS-wijken verbeterd.

Belangrijk is dat dit effect sterk afhankelijk is van de intensiteit van de TOS-activiteiten. TOS streeft naar drie à vier activiteiten per week, maar in de praktijk blijkt dit niet altijd gehaald te worden. In het onderzoek is daarom onderscheid gemaakt tussen TOS-wijken met meer dan twee activiteiten per week en minder dan twee activiteiten per week. In de wijken met minder dan twee activiteiten per week is geen significant effect gemeten. In deze wijken ontwikkelen kinderen en de buurt zich hetzelfde als in de controlewijken. TOS is dus alleen effectief als er op het plein meer dan twee activiteiten per week worden georganiseerd.

De vraag die na het onderzoek onbeantwoord blijft is: Zijn het de TOS-specifieke methodische activiteiten en TOS als nauwkeurig ontworpen interventie die het effect veroorzaken, of wordt het gemeten effect simpelweg veroorzaakt doordat er meer dan twee keer per week activiteiten worden georganiseerd?

Sterre ten Houte de Lange is redacteur bij Sociale Vraagstukken en aanstormend talent Effectiviteit bij Movisie.

Referenties
Boonstra, N., Mak, J. & Wonderen, R. van (2009). Respect op het plein. Werken aan pedagogiek in de buurt. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Engbersen, R. & Voogd, K. (2005). Kom naar buiten! : Thuis Op Straat is er ook! Rotterdam: Uitgeverij De Knappe Man.
Hartog, P. & Verduin, M. (2012) Methodebeschrijving Thuis Op Straat. Databank Effectieve sociale interventies. Utrecht: Movisie. https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Methodebeschrijving%20Thuis%20Op%20Straat%20%28TOS%20%29%20%5BMOV-453038-0.2%5D.pdf
Karyotis, S., Tudjman, T., Masson, K. & Jong, W. (2005). Jeugd en buitenruimte. Het Thuis Op Straat project. Rotterdam: RISBO.
Masson, K., Karyotis, S. & Jong, W. (2002). Een ontwikkelingsgericht onderzoek naar drie jaar ‘TOS’. Amsterdam: Askant.
Wonderen, R. van & Boonstra, N. (2006). Voel je Thuis Op Straat! Nulmeting in Bergen op Zoom. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Wonderen, R. van & Boonstra, N. (2008). Voel je Thuis Op Straat! Nulmeting in Amsterdam Nieuwendam. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Wonderen, R. van, Jonkman, H. (2015) De effecten van Thuis op Straat. Resultaten van een vierjarige studie. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. http://www.verwey-jonker.nl/doc/2015/De-effecten-van-thuis-op-straat_2641_web.pdf

Dit artikel is 1732 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. Wanneer je een plein (terug) wilt veroveren of überhaupt geschikt wil maken voor meerdere activiteiten en doelgroepen moet je eigenlijk altijd methodisch werken. Je kunt niet gewoon het plein oplopen en iets gaan doen. Dan heb je direct ruzie met iedereen.
    Veel andere methodische aanpakken om het leef- en speelklimaat op stadspleinen te verbeteren zijn er niet. Ik denk dan nog aan buurtsportcoaches. Het zou leuk zijn om TOS en een goede praktijk van buurtsportcoaches te vergelijken. Dan zou je echt kunnen zien wat beter werkt. Maar dan nog hou je de vraag over: gaat het niet bij beiden om de aandacht? En TOS werkt ook al vaak samen met buurtsportcoaches.
    Wat nu precies het verschil maakt, kun je eigenlijk alleen maar onderzoeken met kwalitatief onderzoek. Komt het puur door de aanwezigheid van TOS op het plein dat de sfeer verandert, of doen ze ook slimme (methodische) dingen die het gedrag van de kinderen (hun ouders en buurtgenoten) verandert? Dat vergt dan wel een slim onderzoek. Kinderen gaan niet zeggen: ja, we zijn echt over de streep getrok-ken door de pannenkoekenmethode! Maar dat is dan weer de uitdaging voor de on-derzoeker.
    Enfin, food for thought.
    Maar laten we niet vergeten: bij TOS is een effect gevonden! Dus of het nu komt door de aandacht of slimme methodische elementen, ze zijn goed bezig en hadden het lef om naar zich te laten kijken.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *