Gerechtvaardigde aardbevingen

Zijn de aardbevingen in Groningen als gevolg van gaswinning te voorkomen? Waarschijnlijk niet, maar laat ze dan in ieder geval democratisch gerechtvaardigd zijn en laat 170 burgers namens ons allen erover beslissen.

Als je een econoom vraagt om een oordeel over eender wat, dan komt hij al snel met een kosten-baten-analyse op de proppen. Voor de econoom die niet verder kijkt dan zijn neus lang is, is het goede datgene wat meer oplevert dan dat het kost. Dan kun je nog ellenlang discussiëren over wat precies kosten en baten zijn en hoe je die moet waarderen en toerekenen aan het een of het ander, maar uiteindelijk denkt de econoom dat hij slechts een positieve en waardenvrije uitspraak doet wanneer je zegt dat de baten de kosten wel of niet overtreffen.

Theoretisch worden verliezers van gaswinning voldoende gecompenseerd

Zo ook in het geval van het Groninger gas. Oké, er zijn aardbevingen. En hoewel er wordt gesteggeld over hoe sterk die kunnen worden en of ze geheel aan de gaswinning kunnen worden toegeschreven, betwist eigenlijk niemand nog dat de gaswinning daarvoor verantwoordelijk is. De directe financiële kosten van die bevingen vallen overigens mee. Natuurlijk zijn de onveiligheid, het gevoel van onrecht en het recht van burgers op een overheid die hun gezondheid en bezit beschermd moeilijk in euro’s te waarderen.

Maar zelfs als we dat ruimhartig doen, zijn de totale kosten afgezet tegen de verkoopwaarde van het gewonnen gas en de baten van een zekere, relatief schone en in Nederland breed ingeburgerde energiebron verwaarloosbaar. En dus is met de gaswinning een zogenaamde Pareto-verbetering te realiseren, ofwel de verliezers kunnen door de winnaars worden gecompenseerd en dan nog blijft er een batig saldo over. Doen dus! Efficiënt is altijd beter dan inefficiënt en daar is voor de econoom de morele kous af. Tot zover de theorie.

Er zitten in de economische theorie echter nogal wat aannames verstopt. De baten kunnen weliswaar de kosten overtreffen, maar van de mogelijkheid om de verliezers al dan niet ruimhartig te compenseren met de winst komt in de praktijk vaak bijzonder weinig terecht. De gasbaten stromen naar het Rijk en daarvan komt maar weinig terug naar de Groningers die op de verzakkende bodem wonen.

Van wie is dat gas eigenlijk?

Maar zelfs al zouden we ze wel compenseren voor de schade en het ongemak. Wat geeft de rest van Nederland het recht de Groningers dit ongemak aan te doen? Van wie is dat gas eigenlijk? Dat zijn blijkbaar niet de Groningers die er bovenop wonen. Maar waarom zijn het wel de Nederlanders? Eigendom is niet zo problematisch als het zaken betreft die helemaal door mensen zijn voortgebracht. Je hebt een claim op de vrucht van je arbeid. Maar het gas werd gevormd in een tijd dat er nog helemaal geen Groningers en Nederlanders waren. Het zat er zelfs al voordat er mensen waren. We hebben ons dat gas toegeëigend omdat we het konden. Zo bezien is het onttrekken van gas aan de aardbodem eigenlijk moreel niet zo heel anders dan het afschieten van walvissen. Je eigent je natuurlijk kapitaal dat voor handen is toe. Dat is macht, geen recht. En diezelfde macht maakt dat het eigendom de Staat der Nederlanden en niet de Groningers toevalt.

Maar als we accepteren dat de Staat de Nederlanden, namens ons allen, het eigendom en daarmee beheer over een natuurlijke hulpbron rechtens toekomt, hoe dient zij deze dan, namens ons allen, te beheren? Wat zijn de rechten van de Groningers en de plichten van de rest? Helaas is het antwoord op die vraag niet in heilige boeken aan ons geopenbaard. Er is in de filosofie volop nagedacht over rechtvaardigheid en goed en kwaad, maar een eenduidig antwoord is men na al die eeuwen nog steeds schuldig.

Terugtrekken achter een sluier van onwetendheid

Wat mij betreft komt de wiskundige en econoom Ken Binmore, die zich baseert op het werk van politiek filosoof John Rawls en econoom John Harsyani, nog het meest in de buurt van een bruikbare theorie. Rechtvaardig is, aldus Binmore, wat wij gezamenlijk rechtvaardig vinden. En daarvoor is het gedachtenexperiment van Rawls zinvol.

Om te kunnen oordelen of iets rechtvaardig is, moet je je volgens Rawls terugtrekken achter een veil of ignorance. Ofwel, de Limburger en de Groninger die moeten besluiten over de gaswinning moeten even vergeten dat ze Limburger en Groninger zijn en het besluit nemen waarbij ze zich zowel als Limburger als Groninger rechtvaardig behandeld zouden voelen wanneer ze achter de sluier van onwetendheid vandaan komen. Een versie van: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet (Mattheüs 7:12).

Harsyani komt er nog bij omdat je je voor een rechtvaardige uitkomst als Limburger ook in de Groninger moet kunnen verplaatsen in de ander. Dat vermogen tot empathie, zo leert ons primatoloog Frans de Waal, hebben wij mensen gelukkig. Ten slotte is er iets voor te zeggen om dit niet aan twee mensen over te laten, maar is het ook onpraktisch om deze exercitie met 17 miljoen Nederlanders te doen.

Maar gelukkig hebben we democratie. Niet de van coalitiebelangen en partijmachinaties doordesemde representatieve democratie in Den Haag natuurlijk. En ook niet het simpele 50 procent +1 zijn waar je met bijvoorbeeld een referendum op zou kunnen uitkomen. In een echte democratie zoeken we, achter de sluier van onwetendheid, naar een brede consensus. En als die niet haalbaar is, dan toch in ieder geval naar een zo breed mogelijk draagvlak onder geïnformeerde burgers die in alle openheid alle belangen zuiver wegen.

Laat 170 Nederlanders namens ons allen beslissen

Om een rechtvaardig besluit te nemen inzake de gaswinning in Groningen zou ik Minister Kamp en de Groningers willen voorstellen een willekeurige, maar representatieve groep van zeg 170 Nederlandse burgers te loten voor een maand jurydienst. In die maand mogen ze zich door experts, Groningers, politici en andere stakeholders laten informeren. En na die maand, gehoord alle feiten, argumenten en bewijzen, moeten ze namens ons allen tot een rechtvaardig, want door een grote meerderheid gedragen besluit komen.

De aardbevingen die van dat besluit het gevolg zijn, zijn dan in ieder geval democratisch gerechtvaardigd. Bij gebrek aan absolute morele autoriteiten is dat volgens mij het hoogst haalbare.

Mark Sanders is econoom aan de Utrecht School of Economics van de Universiteit Utrecht

Illustratie: Matt Freedman (Flickr Creative Commons)