Het is wrang om meer efficiency te verlangen in schaarse ouderenzorg

De bedrijfsvoering in verpleeghuizen moet eerst efficiënter, zo stelt de zorgautoriteit (NZa) op basis van onderzoek. Pas dan kan er extra geld naar de ouderenzorg. Dit gaat voorbij aan de huidige schaarste en het gebrek aan goede zorg, en leidt tot meer regeldruk.

Er is al langer een discussie gaande over de kwaliteit van de ouderenzorg zonder dat de politiek met een oplossing kwam. Het manifest van Hugo Borst doorbrak de impasse. In dit manifest wordt gepleit voor een kwaliteitsverbetering. Centraal staat dat er voldoende bekwaam personeel aanwezig moet zijn om goede zorg aan ouderen te bieden.

Inmiddels is dit vastgelegd in normen in het Kwaliteitskader Verpleeghuis ontwikkeld door het Zorginstituut. Zo moet er bijvoorbeeld altijd toezicht zijn in een huiskamer en moet er een verpleegkundige in de buurt zijn. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kreeg de opdracht door te rekenen hoeveel het zou kosten om aan de nieuwe normen in het Kwaliteitskader te voldoen.

Als het aan de Zorgautoriteit ligt blijft de zorg onder de maat

Uit het NZa-onderzoek blijkt dat nog lang niet alle verpleeghuizen aan de nieuwe normen voor voldoende personeel voldoen. De NZa wijdt dit aan inefficiënte bedrijfsvoering. Er gaat te veel geld naar management en overhead, zo wordt gesteld. De verpleeghuizen die het betreft moeten nu gaan werken aan verbeteringen. Pas nadat de bedrijfsvoering is verbeterd, kan er extra geld naar de ouderenzorg gaan zo meent de NZa, en minder dan de politiek eerder beloofde (1,3 in plaats van 2 miljard).

Als we dit even tot ons laten doordringen dan zien we het volgende: Er zijn huizen waar te weinig goede verzorgenden werken, waardoor de zorg onder de maat is. We kennen inmiddels allemaal de beelden van pyjamadagen, luiers, urine die langs de benen loopt. Maar denk ook aan overprikkeling van mensen met dementie door een onrustige omgeving als gevolg van te weinig personeel en gebruik van extra psychofarmaca om mensen te kalmeren. Deze situatie blijft als het aan de NZa ligt in stand totdat – en dat kan 3 tot 5 jaar duren – alle verpleeghuizen orde op zaken hebben gesteld.

Paradox: Wie moet verbeteren doet dat niet

Deze inhumane situatie van ouderen in verpleeghuizen is niet te accepteren. Als we weten dat de omstandigheden voor goede zorg in verpleeghuizen niet op orde zijn en dat de zorg onvoldoende is, dan moet er worden ingegrepen. Kunnen we verwachten dat daar waar de zorg niet goed is, men de visie, bestuurskracht en middelen heeft om deze te verbeteren?

Dat ligt niet voor de hand. Dit is de paradox van kwaliteit. Wie moet verbeteren doet dat niet, wie goed is gaat het nog beter doen. De verpleeghuizen waar de zorg onder de maat is, moeten dus middelen en intensieve ondersteuning krijgen om hun zorg te verbeteren. Dit gaat hoogstwaarschijnlijk veel verder dan de bedrijfsvoering op orde brengen, want we weten al langer dat daar waar het niet goed gaat, er vaak veel meer aan de hand is. Het grootste probleem is echter dat er een situatie is van personeelskrapte en schaarste en daardoor verschraling van de zorg.

Wrang: de druk van efficiencyslag in een sector met lage overhead

Met het frame van inefficiënte bedrijfsvoering opent de NZa ten tijde van de kabinetsformatie, al dan niet bedoeld, de weg voor het onderhandelen over het bedrag dat naar de ouderenzorg moet gaan. Immers als het beeld wordt neergezet dat de sector ondoelmatig is, dan wordt impliciet de suggestie gewekt dat er geld wordt verspild. Dat het met minder ook kan, terwijl er sprake is van grote schaarste.

De druk van nog een efficiencyslag is nogal wrang voor een sector waar de overhead gemiddeld laag is, en waar sterk gekort is de afgelopen jaren met een toenemende zorgzwaarte onder bewoners. Ouderen die tegenwoordig worden opgenomen in een verpleeghuis zijn zeer fragiel en sterven gemiddeld acht tot negen maanden later. Dat betekent dat er nauwelijks een relatie kan worden opgebouwd met bewoner en familie. Medewerkers kijken voortdurend de dood in de ogen, en een groot deel is hier niet voor opgeleid.

De NZa is cynisch en weinig respectvol naar de verzorgenden

De NZa schetst het beeld dat met weinig extra geld goede zorg is te leveren voor deze zeer kwetsbare groep ouderen. Dat is cynisch en weinig respectvol naar de verzorgenden die zich ondanks de enorme druk van bezuinigingen de afgelopen jaren staande wisten te houden. Goede zorg vraagt om gemotiveerde, integere zorgmedewerkers. Als deze houding niet wordt ondersteund, raakt deze bron op den duur uitgeput terwijl we al zo weinig verzorgenden hebben. Laten we degenen die er werken koesteren, waarderen en ondersteunen om zich bij te scholen. Waarbij we er niet van uit moeten gaan dat al deze medewerkers in ‘zelf sturende teams’ kunnen werken zonder leidinggevende.

Het is wrang dat de bestaande overhead vooral nodig is om te voldoen aan de eisen die de externe verantwoording en toezicht stellen. De invoering van het normenkader zoals neergelegd in het Kwaliteitskader en de opdracht van de NZa draagt daar aan bij, en leidt tot meer registratie, metingen en verantwoording. Het verminderen van de controle en regeldruk zou pas echt helpen om de sector weer vertrouwen te geven, en aan moedigen om door te gaan met het verbeteren van de kwaliteit, en alle mens- en denkkracht te richten op het werven en opleiden van voldoende goed personeel.

Politiek moet belofte aan Hugo Borst waarmaken

Politiek, maak waar wat je hebt beloofd toen je het manifest van Hugo Borst onderschreef. Ga niet Schipper-en. Een welvarend land, met een begrotingsoverschot, verdient fatsoenlijke ouderenzorg. Het gaat hier om de meest kwetsbaren in onze samenleving, zij die geen stem hebben om zich te verweren, die volkomen afhankelijk zijn van onze zorg.

Tineke Abma is hoogleraar Participatie & Diversiteit en senior-onderzoeker aan het Medisch Centrum van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Foto: Susan Sermoneta (Flickr Creative Commons)