Het vluchtelingenverdrag is zeker niet gedateerd

De na de oorlog gesloten verdragen over vluchtelingen en mensenrechten gelden onverkort, schrijft Tamar de Waal. Ook als we daarmee ineens veel vluchtelingen moeten opnemen. Want de rechten van de mens verouderen niet.

Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van het oorlogsgeweld sindsdien. Er is daarna geen dag meer zonder oorlog geweest. En ook nu zijn velen op de vlucht naar vrijheid.

Na de Tweede Wereldoorlog besloot de internationale gemeenschap dat geen enkel mens meer verstoken mag blijven van 'het recht om rechten te hebben' (Hannah Arendt). De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd aangenomen in 1948, samen met het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens in 1950 en het Vluchtelingenverdrag in 1951.

De verdragen zijn van onverminderd belang

Deze verdragen zijn vandaag onverminderd van belang. Evenals in de Tweede Wereldoorlog hebben we te maken met wrede groeperingen en regimes die zich schuldig maken aan aanslagen, martelingen, slavernij en massamoord.

Toch gaan steeds meer stemmen op dat het Vluchtelingenverdrag niet hoeft te gelden voor de ontheemden van vandaag. Sommigen zeggen dat 'de wereld veranderd is' of dat het 'een oud verdrag betreft'. Het klinkt eerder als een probleem dat veel asielzoekers in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus, dan dat aan hen uit volle morele overtuiging bescherming wordt geboden om weer te kunnen leven als volwaardig persoon.

We wisten toch dat vluchtelingen in grote aantallen kunnen komen?

Maar is het Vluchtelingenverdrag wel een gedateerd verdrag? Onze Grondwet uit 1848 is veel ouder. Of is het tegenwoordig vooral praktisch onhoudbaar geworden om vluchtelingen bescherming te bieden? Ook dat is onwaarschijnlijk.

Toen Nederland het Vluchtelingenverdrag en zijn protocollen ondertekende - en daarna meermalen herbevestigde in internationaal, Europees en nationaal recht - wisten we heel goed dat het niet om een enkeling zou gaan die daarna een beroep kon doen op bescherming. Dat vluchtelingen schoksgewijs en in grote aantallen kunnen komen. Natuurlijk wisten we dat. En toch onderschreven we de verdragen, met open ogen.

Denk aan het dolende schip met duizend Joden

Waarom? Bepaalde gebeurtenissen uit het verleden moeten zich niet kunnen herhalen.

Denk aan de boot St. Louis die in 1939 uit Hamburg vertrok met aan boord bijna duizend Joodse opvarenden. Zij zochten naar een land dat hun een toekomst bood, buiten het bereik van het naziregime. Cuba weigerde hen, Amerika ook, en daarna Canada, Paraguay, Colombia en Argentinië. Het schip keerde terug naar Europese bodem. Na de oorlog bleek dat van de passagiers minstens 250 waren omgekomen of vermoord in een concentratie- of vernietigingskamp.

Dit mag nooit gebeuren. Toen niet, nu niet. De rechten van de mens verouderen om deze reden niet. Ze gelden voor iedereen en altijd. Het enige dat misschien in de wereld is veranderd, is dat onze herinnering aan deze historische les begint te vervagen.

Wie zijn principes meteen inruilt als ze worden getest, heeft ze nooit gehad

Dit betekent niet dat het opnemen van grote aantallen vluchtelingen eenvoudig is. Het kan soms zelfs beangstigend zijn. Daarom moeten we blijven nadenken over de beste manieren om de waarden die ten grondslag liggen aan onze verdragen uit te voeren.

Wie zijn principes meteen inruilt als ze daadwerkelijk worden getest, heeft ze nooit gehad. Dat is onze waarden onwaardig. Als de vrijheid op de proef wordt gesteld, moeten we haar nog steviger omarmen.

Tamar de waal is politiek filosoof. Dit artikel verscheen zaterdag in Trouw en is een bewerking van de Jaarthematekst 2016, die De Waal schreef voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei. De volledige tekst staat hier.

Afbeeldingsbron: hdptcar (Flickr Creative Commons)