Mag een ex-crimineel zich publiekelijk tonen om zijn daden toe te lichten en zijn versie van het verhaal te geven? Daar hielden we ons mee bezig, toen Holleeder uitgenodigd was bij College Tour, oktober 2012. Ja, was het antwoord, want Holleeder heeft zijn straf uitgezeten. Hoewel we blij mogen zijn dat in ons land niet de censuur geldt die in Hongarije vrije pers vrijwel onmogelijk maakt, is er echter nog een andere discussie te voeren dan die van vrijheid van meningsuiting versus enig publiek belang: een ethische. Ethisch gezien, zo lijkt het, zou een podium voorbehouden moeten zijn aan een eerlijk man (of vrouw). Intussen weten we dat eerlijkheid losstaat van een hoge status.
Het begint ons te dagen dat een hoge sociale status, zoals het zijn van een tv-bekendheid, kan worden aangewend om de schijn van immoreel gedrag te laten verbleken en anderen de mond te snoeren. Een recent voorbeeld is de BBC-presentator Jimmy Savile, die jarenlang zijn gang kon gaan, doordat zijn macht hem niet alleen toegang tot jongeren verschafte maar bovendien ook zorgde dat slachtoffers van aanranding en verkrachting dachten dat de politie hun verhaal niet zou geloven. In haar boek Epistemic Injustice (2007 OUP) vraagt prof. Miranda Fricker aandacht voor dit soort onrechtvaardigheid.
Armstrong en Stapel bespelen nog steeds de media
Bij de fraude van Stapel werd het lange uitblijven van diens ontmaskering betrokken op de staat van de wetenschap. Immers, onderzoekers moeten elkaar controleren. Daartegenover staat echter dat Stapel door zeer prestigieuze subsidies binnen te halen een machtspositie had verworven, die in combinatie met intimidatie betekende dat anderen niet tegen hem durfden in te gaan. Bij Armstrong was verbijsterend hoe veel mensen op de hoogte waren van zijn dopinggebruik. Maar door stellige leugens en dankzij planning en intimidaties, kon hij zich, bij gebrek aan bewijs, vrijwaren.
Wat opvalt bij Stapel en bij Armstrong, hoewel de situaties nog zo anders zijn, is de manier waarop zij ook nu nog vanuit hun gevallen, ontmaskerde positie, de media bespelen. Beiden kiezen zorgvuldig hun moment en hun podium. Stapel gaf een eigen persconferentie op de dag van de presentatie van het eindverslag van de Commissie Levelt over de omvang van zijn fraude. De Commissie had hem geen ruimte gegund bij de presentatie, en met deze reden: een rechter die een oordeel velt vraagt ook niet de verdachte om een reactie daarop. De Commissie Levelt wilde dus aandacht voor de wetenschap, voor hun werk om schoon schip te maken. Het was hen niet gegund. Stapel kaapte de dag met het echte nieuws: zijn boek. Behalve dat zijn spijtbetuiging nog eens in het nieuws kwam, wist hij zo ook nog even reclame te maken.
Armstrong liet het nieuws van het schokkende USADA rapport eerst wat maanden verouderen. Hij bleef ontkennen, tot een week geleden, toen zijn boodschap over zou komen als nieuws. Hij zocht daarvoor een publiek, welwillend, sympathiek forum: Oprah. Want hoe kritisch Oprah ook is, ze zal natuurlijk wel haar gasten respecteren, en niet wegzetten. En in dit geval was het voor haar letterlijk van waarde dat Armstrong uitgerekend haar uitkoos. Het feit alleen al dat Oprah erop inging betekent dat ze hem een forum wilde verschaffen. Ethisch gezien lijkt me dat niet goed te praten: bekentenissen zou hij elders moeten doen, onder ede.
Onbeschaamd praten ze hun daden goed
Het eigen verhaal van zowel Stapel als Armstrong is onbeschaamd. Het gaat over de persoon die ze toen waren en gegeven de context waarin zij opereerden. Daarmee praten ze hun daden, hun totale disregard for others, voor een deel, voor zichzelf, nog altijd goed. Armstrong praat goed dat hij niet vals speelde, want dan zou hij een voordeel hebben gehad boven anderen, en dat meent hij niet te hebben gehad, ondanks de zevenvoudige zege. Stapel praat zijn bedoelingen goed; hij wilde de wereld mooier maken. Wellicht wilde Armstrong dat ook. Onze nieuwe wereldverbeteraars: stijgend tot grote hoogte door niets en niemand ontziend anderen te gebruiken voor hun eigen doel. Anderen hun waarde en geloofwaardigheid ontnemend, als dat zo uitkwam.
De Britse politie bracht het rapport over Savile naar buiten, overwegend dat de slachtoffers al te lang niet gehoord waren. Daarmee beoogt de Britse politie het vertrouwen van de burgers in de rechtsstaat, voor zover dat bij de slachtoffers te zeer ontbrak om te getuigen, te herstellen. Specifiek gaat het om het vertrouwen dat de politie een slachtoffer altijd serieus neemt en geen mens op grond van zijn reputatie en daaraan gekoppelde geloofwaardigheid boven de wet staat. Omdat Savile al gestorven was, zou geen sprake zijn een strafrechtelijke berechting.
Wat het Holleeder interview betreft, blijkt ethisch zeer relevant dat hij niet zelf om de aandacht heeft gevraagd, en deze verder ook niet opzoekt. Stapel en Armstrong daarentegen gaan verder met het vertellen van hun eigen geënsceneerde verhaal. Mijn stelling is dat niet zij, maar degenen die hen hebben ontmaskerd en verslag doen van bevindingen, onze onverdeelde aandacht verdienen op het podium. Iedereen in onze samenleving kan zo een steentje bijdragen aan het herstellen van vertrouwen in elkaar.