INTERVIEW Architect Dirk Follet: ‘Meeste gemeenten rommelen maar wat aan met skaeve huse’

Grote gemeenten hebben op dit moment plannen voor zogeheten ‘skaeve huse’, aparte huizen voor veroorzakers van extreme overlast. Volgens de Vlaamse architect Dirk Follet, ontwikkelaar van het skaeve huse-concept in Tilburg, doen de meeste gemeenten maar wat. ‘De familie werd in een container geschopt en men dacht dat daarmee het probleem was opgelost.’

‘Skaeve huse’ is Deens voor ‘rare huizen’, huizen voor mensen die extreme overlast veroorzaken, vaak in de vorm van containerwoningen. Na experimenten en vaste projecten in gemeenten als Kampen, Amsterdam en Arnhem startte ook Tilburg in 2009 een woonvoorziening met skaeve huse, op een verlaten terrein in de stad. Volgens architect Dirk Follet, bedenker van het skaeve huse-plan in Tilburg, valt er ook aan een project met containerwoningen veel te ontwerpen. In opdracht van woningcorporatie WonenBreburg ontwikkelde hij een project met grote tussenruimtes, blinde achtermuren en een opzet volgens de principes van het panopticum (zoals de koepelgevangenis in Haarlem waarin de cellen vanuit een punt bewaakt kunnen worden). Centraal staat het huisje van de huismeester, die vanuit zijn grote raam het hele terrein kan overzien.

Is dit concept niet heel stigmatiserend en gericht op volledige controle? Hebt u wel oog voor de morele kant van de zaak?
‘Ga maar met die mensen praten, die zijn daar ontzettend gelukkig. Ik heb niemand van hen horen zeggen dat ze zich gestigmatiseerd voelen, en ik ga nog elk jaar een aantal keren met ze praten. Skaeve huse volgens deze opzet is een heel goed plan, omdat deze mensen het bewezen niet redden in de samenleving. Ook de buurman, de directeur van de secretaresseschool, die ongelooflijk boos was op de komst van de skaeve huse, zei later alleen: kun je die lelijke containers niet een beetje leuker maken, een beetje Anton Pieck-achtig? Dan zouden die mensen zelf ook een beetje trotser zijn op hun woning. Maar ik ben heel trots op deze plek. Ik heb weinig projecten gehad waarbij ik mensen een stuk gelukkiger heb gemaakt.‘ (Zie ook: Jeroen Singelenberg: ‘Wooncontainers voor overlastveroorzakers zijn niet stigmatiserend’).

Follet zegt dat hij in de voorbereiding allerlei scenario’s op een rijtje heeft gezet, gebaseerd op de levensstijl van overlastveroorzakers. ‘Meestal bestaan containerwoningen uit een kamer. Maar we weten ook dat deze mensen een relatie kunnen krijgen, vandaar dat we hebben gekozen voor een aparte woon- en slaapkamer. Het zijn echt mensen met een kort lontje. Op het moment dat er gedoe is in een relatie, wordt altijd de vrouw de straat op gezet. Daarom hebben we gekozen voor een ontwerp met twee kamers, zodat ze ook een andere ruimte hebben om uit te wijken.‘

Skaeve Huse

‘We verwachtten bijvoorbeeld dat een aantal van deze mensen verzamelneigingen zou hebben. Die spullen gooien ze dan voor hun deur. We hebben daarom ruimte gemaakt aan de zijkant van de huizen en de buurman heeft aan die kant geen ramen. Bovendien zie je die rommel niet vanaf de hoofdweg, het gemeenschappelijke deel van het terrein blijft netjes. We hebben de tussenruimte ook zo breed gemaakt dat er een vrachtauto bij kan, zodat die de spullen ook weer kan weghalen. Dat is ook een keer gebeurd. Er is een grote afstand tot de publieke ruimte, zodat de bewoners tot rust konden komen en hun leven een beetje op orde kunnen krijgen.’

Maar het kan ook helemaal mis gaan, zoals met de familie Dimitrov bij Amsterdam-IJburg. De opzet was daar moreel gezien ook verwerpelijk.
‘De familie Dimitrov werd bij IJburg in een container in the middle of nowhere gedumpt (zie de reportage van 3Onderzoekt: Te aso voor de aso-container!). Echt een schofterige plek: de familie viel na 3 maanden uit elkaar. Uit onnozele stomheid is die familie kapot gemaakt. Het is niet te verantwoorden dat een woningcorporatie als Rochdale dit soort fouten maakt. Ze hebben iets ontworpen waarvan ze op voorhand hadden kunnen weten dat die familie kapot gemaakt werd. Het enige effect was dat ze die mensen uit de buurt hebben gehaald waar zij hun omgeving hebben geterroriseerd. Het maakt het voor mij als skaeve huse-ontwerper ook een stuk moeilijker. Iedereen kan daar naar verwijzen: het was schandalig prutswerk. Er was over niets nagedacht, iedereen was boos op elkaar. De familie werd in een container geschopt en men dacht dat daarmee het probleem was opgelost. Allemaal zonder te begrijpen wat de problematiek van die familie was.‘

U stelt dat deze projecten ook onderdeel zijn van politieke processen, waarin ook andere belangen spelen. Zijn andere skaeve huse-projecten in Nederland dan niet succesvol?
‘De meeste projecten gaan redelijk, de meeste ontwerpen zijn simpel. Het is niet toevallig dat iedereen in Tilburg gaat kijken. Er zijn allerlei cameraploegen uit het buitenland geweest, maar die gingen niet naar Kampen of naar Arnhem. Als je met projectleiders bij corporaties praat of met corporaties in gesprek wil, stuit je op een muur van wantrouwen. Die zeggen dat ze daar een paar chalets neer laten zetten, maar ze weten niet waar ze over praten en zijn er blijkbaar niet op gericht om het leven van die mensen te verbeteren. Dit soort projecten kost ontzettend veel geld. Daarbij gaat het er wel om dat die mensen weer richting het arbeidsproces geholpen worden en hun eigen verantwoordelijkheid opnemen.’

Wat is de levensduur van zo’n project? In een eerder project in Amsterdam-Westerpark werd de ruimte al na een aantal jaren weer anders ingevuld (‘Niemand meer tot last’).
‘Vaak spelen de politieke en economische belangen van een gemeente er een rol in. Door ergens skaeve huse neer te zetten, kan de gemeente de functie van een gebied in het bestemmingsplan veranderen. Dat kunnen ze er dan doorheen drukken. Vervolgens kunnen ze het gebied makkelijk herontwikkelen voor woningen, bijvoorbeeld met dure appartementen. Dat is nogal cynisch. Zelf zou ik kiezen voor een langere levensduur van zo’n project, dat kan makkelijk vijftien jaar bestaan.’

Hoe verhoudt zich die cyclus tot de levensloop van die mensen?
‘Je kunt je helemaal niet voorstellen hoe heftig de geschiedenis van die mensen is. Gedragsproblemen, verslaving, psychische problemen, uitsluiting, op elke niveau hebben ze problematiek. Je geeft ze in een skaev huus de rust om tot zichzelf te komen. De eerste twee jaar zitten ze op de bank. Dan wordt het tijd om ze actief te krijgen, bijvoorbeeld in het vrijwilligerswerk en zich langzaam richting arbeidsmarkt te bewegen. Na vijf, zes jaar is een enkeling zelfstandig genoeg voor de reguliere woningmarkt.’

‘Die mensen snappen zelf ook wel dat hun leven aan het mislukken is. Voor iedereen is het leven soms ingewikkeld, maar zij hebben nog veel meer moeite om daarmee te dealen. Alle dingen die ingewikkeld zijn halen we bij hen weg. De centrale van het verwarmingssysteem en de meters voor de elektra in het kantoor van de huismeester. Ook de contracten voor telefoon en televisie regelen wij centraal. We maken het zo eenvoudig mogelijk en daardoor komt er een grote rust over ze.’

Hebben ze in uw ogen ook hulpverlening nodig?
‘In het begin hebben de mensen nog geen begeleiding. Dat heeft nog geen zin, ze moeten eerst tot rust komen. Er moet wel iets van toezicht zijn en dat is de huismeester. In Tilburg hadden ze een fantastische huismeester, Theo Leijten. Hij houdt ze een beetje in de gaten, is ongelooflijk duidelijk en hij ruilt koffie voor informatie. Die mensen kunnen altijd bij hem binnenlopen en krijgen dan een kopje koffie van hem. Het zijn eenzame mensen. Tegenover hem lopen ze leeg. Hij weet wat tussen hen speelt. Bovendien heeft hij goede ruggensteun van de corporatie, heeft hij de vrijheid om dingen te doen.’

Kennis over de ontwikkeling van skaeve huse wordt in Nederland niet goed verspreid, vindt Follet. ‘Incidentenpolitiek is typisch voor de bouw. Bij skaeve huse wordt vooral de management- en juridische informatie opgeslagen. Het nut van een goede huismeester wordt vaak nog wel benadrukt, maar het belang van een goed ontwerp weet bijna niemand. Ze zeiden destijds tegen mij: “Dirk, we beginnen met skaeve huse, doe jij het even? We hebben de containers al gekocht.” Over het ruimtelijk functioneren van skaeve huse-projecten heeft niemand ooit met mij gesproken. Ik wil wedden dat ik de eerste ben die daarop ingaat.’ (Stuurgroep Experimenten volkshuisvesting (voorganger van Platform31) deed wel onderzoek naar de praktijk rondom skaeve huse).

Martin Zuithof is journalist-redacteur bij Eropaf! & Co.

 

Laboratorium 'Op woonoverlast af!'

Het Huurdershuis en Eropaf! organiseren op 12 mei in Arnhem een laboratorium over woonoverlast en de constructieve en grensverleggende aanpak ervan. Hoe vinden we oplossingen die niet stigmatiserend zijn en waarbij ook de omgeving constructief betrokken is? Meer informatie: Laboratorium Op woonoverlast af!