Is wetenschap slechts een mening?

Het grote publiek staat steeds wantrouwender tegenover de wetenschap. Is wetenschap dan slechts een mening? Of moet het louter om feiten draaien? Neen. In het communiceren over wetenschappelijke bevindingen mag een duiding van het interpretatieproces nooit ontbreken.

De opening van het academisch jaar blijkt ieder jaar opnieuw een geschikt moment om de actuele stand van zaken in de wetenschap te bespreken. Dit jaar verschenen er twee opvallende interviews met academische prominenten in de Volkskrant die beiden hetzelfde thema aanboorden. Zowel de Wageningse hoogleraar Wetenschapscommunicatie Hedwig te Molder als haar nieuwe bestuursvoorzitter Louise Fresco spraken over de vertrouwenscrisis tussen samenleving en wetenschap. Fresco pleitte ervoor in de onderzoeksagenda meer rekening te houden met de wensen van de samenleving, Te Molder sprak over het gebrek aan moraal in de communicatie naar diezelfde samenleving over wetenschappelijke bevindingen.

Klassieke scheiding tussen bèta- en geesteswetenschap

Te Molder omschrijft wetenschap als het zoeken naar feiten, en hanteert daarmee een definitie die puur geschikt is om bètawetenschap te benoemen. En misschien het kwantitatief gerichte gedeelte van de sociale wetenschappen. In dit type onderzoek wordt primair gezocht naar meetbare resultaten en die worden gezien als feiten. Het proces van interpretatie dat daaromheen plaatsvindt, wordt in dit klassieke, maar niet correcte, gebruik van de term wetenschap grotendeels genegeerd. Uiteindelijk gaat het in iedere tak van wetenschap om de bevindingen. Maar hoe deze gepresenteerd worden is altijd het resultaat van een interpretatieproces.

Te Molder heeft ongetwijfeld een punt als zij stelt dat er veel te verbeteren valt in de communicatie tussen de wetenschap en het grote publiek. Maar de reden daarvoor is niet slechts het zich beter informerende en ‘achterdochtige’ publiek en de moeite die de wetenschapswereld daarmee heeft. Het wantrouwen van het zich steeds betere informerende publiek jegens de autoriteit is ook in andere domeinen te zien, zoals politiek en de kunsten. Zulk vanzelfsprekend wantrouwen is ook zo slecht nog niet.

Het probleem dat Te Molder signaleert lijkt eerder de oorsprong te hebben in de kloof die willens en wetens tussen bèta- en geesteswetenschappelijke onderzoeksbenaderingen bestaat. Zij mist in het communiceren van bevindingen over maatschappelijk gevoelige kwesties de nodige moraal, ethiek en inlevingsvermogen. En laat dat nu net in het hart van de geesteswetenschappen zitten, dat wordt belichaamd door de hermeneutiek.

Iedere interpretatie van data is een interpretatie

Hermeneutiek is een prominente benadering binnen de geesteswetenschappen. Deze term refereert niet alleen naar het proces van interpreteren zelf, maar ook naar het duiden van interpretaties. Door het duiden van conclusies die getrokken worden na het vinden van feiten, kan de door Te Molder zo node gemiste moraal en ethiek in de communicatie over onderzoeksresultaten wellicht een stapje dichterbij worden gehaald. En kan het grote publiek meer inzicht krijgen in het belang van de onderzochte thema’s, dat de keuze daarvoor niet in een ivoren academische toren, maar juist altijd gebeurt met een oog op het belang van de samenleving.

Dit academisch jaar doceer ik samen met een collega-promovendus het vak ‘Hermeneutiek van Tekst en Beeld’ aan studenten Cultuurwetenschap bij Tilburg University. Het eerste college openden we met de meest gestelde vraag die cultuurwetenschappers krijgen: zijn die bevindingen niet slechts jouw mening? In tegenstelling tot wat Te Molder stelt, is dit een vraag die zelden tot nooit aan een bètawetenschapper wordt gesteld, want die kunnen immers feiten overleggen. Dat het grote publiek niet zomaar alles meer aanneemt, ligt er niet aan dat de feiten zomaar een mening zijn, maar aan de manier waarop deze feiten in een referentiekader gepresenteerd worden.

Wat we de studenten mee willen geven is dat iedere interpretatie van data een interpretatie is die niet alleen iets zegt over die specifiek verzamelde dataset binnen dat ene onderzoek, maar ook over de onderzoeker zelf en de context van waaruit deze wetenschap bedrijft. Dit is dus de sociaal-maatschappelijke context waarin zowel onderzoek als het publiek zich bevindt. Van dit maar al te vaak impliciete interpretatieproces proberen we de studenten bewust te maken - een van de sleutelelementen van het bedrijven van wetenschap. In haar relaas over heldere communicatie geeft Te Molder een geweldig, ook al is het bij haar ook uiterst impliciet, pleidooi voor de actuele relevantie van de hermeneutiek.

Wetenschappelijke bevindingen zijn niet zomaar een mening

Een lezer van De Volkskrant schreef dat wetenschappers na jarenlang onderzoek meer recht van spreken hebben dan iemand die dergelijke expertise niet heeft opgebouwd. Waarmee hij dus benadrukt dat wetenschappelijke bevindingen niet zomaar een mening zijn, maar het resultaat van gefundeerde afwegingen en argumentatie.

Zowel bèta- en geesteswetenschappers bouwen voort op lang bestaande tradities. In de exacte wetenschappen is het doel om theorieën van voorgangers te ontkrachten of ongeldig te verklaren, door een eigen kloppende theorie te ontvouwen. In de geesteswetenschappen zoekt men naar mogelijke interpretaties en duidingen van die interpretaties. Er wordt daarom zelden over een zoektocht naar feiten gesproken, maar over benaderingen en opvattingen (iets dat het grote publiek vaak onterecht opvat als persoonlijke meningen). Het resulteert in een rijk academisch landschap, waarin concurrerende interpretaties prima naast elkaar kunnen bestaan - en sterker nog, de meest vruchtbare wetenschappelijke en maatschappelijke discussies opleveren.

In het communiceren over wetenschappelijke bevindingen mag een duiding van het interpretatieproces nooit ontbreken. Hierin schuilt precies de ethische en morele dimensie die Te Molder zo mist en waarmee de brug naar het grote publiek van Fresco een steviger fundament kan krijgen. In het volgende studieblok nodig ik studenten uit de bèta- en sociale wetenschappen dan ook van harte uit om een collegereeks hermeneutiek te komen volgen.

Lieke Wijnia is promovenda aan Tilburg University en doet onderzoek naar sacraliteit in de hedendaagse cultuur.