Jongeren willen geholpen worden met schulden

Jongeren komen steeds vaker in geldproblemen. Dat is te voorkomen. Jongeren kúnnen en willen daarbij ook wel geholpen worden, liefst door de professionals die ze iedere dag tegenkomen Dat ondervonden de Utrechtse lector Stijn Verhagen en collega’s.

‘Twee jaar geleden was ik mentor van een meisje. Ik was dat maar heel kort. Dat meisje is gestopt met haar studie om een halfjaar de tijd te nemen haar schulden af te lossen. Ik heb haar daarna niet meer teruggezien.’ Het is een van de citaten uit de vele interviews die we hielden met professionals die met jongeren werken. De afgelopen drie jaar brachten we de financiële situatie van jongeren in kaart. De belangrijkste uitkomst is dat jongeren vaak over onvoldoende financieel bewustzijn beschikken én dat zij bij het verkrijgen van dat bewustzijn ondersteuning wensen. Daarbij kijken ze nadrukkelijk naar de professionals die ze in hun dagelijks leven toch al tegenkomen. Dan gaat het dus niet zozeer om de financieel onderlegde hulpverleners van de kredietbank, maar juist om docenten, woonbegeleiders en cliëntmanagers.
De afgelopen drie jaar deden wij in Utrecht een grootschalig praktijkgericht onderzoek naar het financieel bewustzijn van jongeren. Daarnaast voerden we activiteiten uit die jongeren een gezonde kijk op geldzaken moesten helpen geven. De bedoeling van het combineren van onderzoek met activiteiten was om resultaten en succesfactoren van schuldpreventie zichtbaar te maken, om zo de kwaliteit van de schuldpreventie (verder) te verbeteren.

Een satéprikker
De afgelopen jaren zijn er in Nederland vele artikelen en boeken geschreven over de toename van schulden bij jongeren. Van de werkende jongeren heeft 40 procent een schuld van gemiddeld 900 euro. Een derde van de jongeren die nog bij hun ouders wonen, heeft een schuld van 750 euro. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat professionals in hun dagelijks werk regelmatig te maken krijgen met jongeren met schulden. Wel is de diversiteit groot: op het vmbo maken leerlingen schulden door mobiele telefoons en games op internet, maar zijn de bedragen nog niet zo fors. Risicojongeren bij het Veiligheidshuis kampen weliswaar met een combinatie van problemen, maar vaak ook met schulden, bijvoorbeeld door boetes. Bij studenten gaat het vooral om schulden bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de voormalige IB-groep. Op het ROC vonden we dat een derde van de jongeren een vergroot risico loopt om in de problemen te komen; 5 procent heeft al met problematische schulden te maken. Leerlingen komen bijvoorbeeld in de problemen doordat ze de telefoonrekening of de zorgverzekering niet betalen, onterecht studiefinanciering ontvangen en rood staan. ‘Heel veel jongeren die op kamers wonen, sluiten een lening af omdat ze anders gewoon niet rondkomen. Ze hebben de verzekering, de huur, het schoolgeld (…)’, aldus een ROC-leerling.
Wat vooral opvalt, is dat financiële problemen zich zelden alleen manifesteren. Ze hangen vaak samen met problemen op school, met gezondheid en gedrag. In de woorden van een ROC-directeur: ‘De omgang van de jongeren met geld zit als een satéprikker door alle leerlingenproblematiek heen.’

Weinig bewustzijn
Schuldhulpverlening staat hoog op de beleidsagenda. Afgelopen juni nog werd er een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat gemeenten verplicht om mensen met schulden voortaan sneller, uiterlijk binnen vier weken, te helpen daaruit te komen. Het versneld oplossen van de schulden van jongeren (en ook van volwassenen trouwens) is volgens ons echter niet de belangrijkste uitdaging. Belangrijker is het om te voorkomen dat jongeren in financiële problemen raken. Net als kinderen leren om hun tanden te poetsen, moeten ze ook leren gezond met geld om te gaan.
Neem het voorbeeld van ROC-jongeren. Maar liefst 56 procent van hen geeft van zichzelf aan soms of vaker niet goed met geld om te gaan; 18 procent van deze groep zegt nooit goed met geld te kunnen omgaan. Veel jongeren blijken zelfs niet te weten wat ‘rood staan’ en ‘schulden hebben’ betekent. ‘Wat rood staan is?’ vraagt een ROC-student zich af, ‘dat vind ik moeilijk om uit te leggen (…). Geen benul hebben van wat je uitgeeft. En op het eind van de maand op je rekening kijken en dan 100 euro in de min staan. Of zoiets.’ Andere ROC-jongeren zien rood staan expliciet niet als het aangaan van een schuld: ‘Ik zie rood staan niet als een lening’, zegt een van de studenten. ‘Maar openstaande rekeningen of ongeopende post, dat soort dingen, ja, dat wel.’ Hierbij past het beeld dat het hebben van schulden de jongeren doorgaans geen kopzorgen geeft – 85 procent van de ROC-jongeren zit er niet over in.

Wat doen professionals?
Professionals die met jongeren met schulden te maken hebben, blijken nauwelijks aandacht te besteden aan financiële bewustwording (Verhagen 2008). Wat kunnen professionals dan doen? De eerste stap is dat ze erkennen dat ze niet langer de financiële situatie van jongeren kunnen veronachtzamen, ook al is de financiële hulp misschien niet hun eerste taak. Geld speelt een belangrijke rol in het leven van jongeren. Jongeren van nu geven meer uit dan jongeren vroeger deden, en ze willen dat ook graag doen. Ze willen echter óók worden begeleid bij het (leren) nemen van financiële verantwoordelijkheid. Anders dan vaak wordt gedacht, is hun docent of begeleider voor hen een autoriteit van wie ze op financieel vlak kunnen en willen leren:

  • 93 procent van de ROC-studenten zegt er behoefte aan te hebben dat docenten en ouders meer aandacht besteden aan het leren omgaan met geld;
  • 73 procent van de hbo-studenten stelt dat de hogeschool onvoldoende doet om het financieel bewustzijn van studenten te vergroten;
  • jongeren met een verstandelijke beperking geven aan dat zij hun begeleider zien als de belangrijkste persoon bij financiële vraagstukken;
  • 76 procent van de vmbo-jongeren wil meer hulp bij de voorbereidingen op hun financiële toekomst.

De tweede stap is dat professionals nadenken over hoe ze het beste vorm kunnen geven aan schuldpreventie. Bij Utrechtse instellingen is sinds twee jaar een groot aantal schuldpreventieactiviteiten geïntroduceerd. Bij het ROC Midden-Nederland bijvoorbeeld hebben docenten in hun reguliere lessen en bij de loopbaanbegeleiding aandacht besteed aan financiële issues, zijn er ‘geldweken’ georganiseerd, is er een financieel spreekuur ingesteld voor (risico)studenten en heeft het thema ‘financiën’ een plek gekregen in het interne zorgoverleg.

Stijn Verhagen (lector participatie en maatschappelijke ontwikkeling bij de Hogeschool Utrecht), Pim van Heijst, Kitty Jurrius, Pauline Calkoen en Eelco Koot (kenniskringlid bij dit lectoraat).

Dit artikel is gebaseerd op het boek ‘Geld rolt’ dat verschijnt op 25 augustus bij uitgeverij SWP (en is nu al te bestellen op de website van uitgeverij SWP). Op deze dag vindt tevens de gelijknamige conferentie plaats. Kijk voor informatie over het programma en de gratis inschrijving op de website van de Hogeschool van Utrecht.
Heijst, P. van, en S. Verhagen (red.), Geld rolt. De rol van professionals bij financiële bewustwording van jongeren. Amsterdam: SWP, 2010