Kunduz OK, maar Catshuisakkoord was beter

Bij alle euforie over het akkoord van Kunduz-coalitie moeten we niet vergeten dat de drie partijen niet ver waren gekomen zonder VVD en CDA én Mark Rutte. En het Catshuisakkoord was ook te verkiezen geweest boven het huidige met D66, GroenLinks en de CU, betoogt Patrick van Schie van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD.

Anderhalf jaar na de start van het kabinet-Rutte, verkoos Geert Wilders het apporteren van een linkse agenda boven het gedogen van het rechtse kabinet. Om het nog wat meer op zijn eigen wijze te zeggen: hij draafde tot kwijlens toe voor D66 en GroenLinks en kwispelde voor de nieuwe PvdA-leider Diederik Samsom, die zich traag van begrip toonde maar misschien later nog wel eens van Wilders actie kan profiteren. Volgens een opiniepeiling van Maurice de Hond willen Henk en Ingrid na de verkiezingen van 12 september weer een kabinet van VVD, CDA en PVV. Geert Wilders heeft dit echter door het kabinet-Rutte op te blazen welhaast onmogelijk gemaakt. En als hij over de politieke moed van Jolande Sap had beschikt, had het voorkeurskabinet van Henk en Ingrid gewoon nog drie jaar door kunnen regeren.

De drie partijen deden ten onrechte alsof zij het land hadden gered

Nadat Wilders zijn steun aan het Catshuisakkoord onthield, werden verergering van de financiële problemen voor de Nederlandse staat en een dreigend verlies van de triple-A status afgewend doordat VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie razendsnel een akkoord sloten. De laatste drie partijen zijn uitvoerig geprezen voor het nemen van verantwoordelijkheid – en terecht – maar deden het in de media nadien voorkomen alsof zij met hun drietjes het land hadden gered. Met hun 25 zetels zouden zij echter niet ver zijn gekomen zonder de 52 zetels van VVD en CDA. Bovendien was met het Catshuisberaad belangrijk voorwerk verricht.

Op de achtergrond speelde natuurlijk ook premier (en VVD-leider) Mark Rutte een essentiële rol in de totstandkoming van een nieuw akkoord. Ter linkerzijde werd niet begrepen dat hij het desalniettemin bleef betreuren dat het rechtse kabinet zijn karwei niet kon afmaken. Mét hem betreurt de overgrote meerderheid van VVD’ers dat; inhoudelijk was het Catshuisakkoord ook te verkiezen boven het uiteindelijk met D66, GroenLinks en CU gesloten akkoord. Maar een bekwaam politicus kan natuurlijk niet blijven treuren over zaken die mooi maar onbereikbaar zijn; hij zit er om te doen wat haalbaar is. Daarvoor hebben VVD en CDA dan ook gekozen.

Bij alle euforie: jammer van die 0,7 procent

Uiteraard hebben D66, GroenLinks en CU invloed op het nieuwe bezuinigingsakkoord uitgeoefend. Door hun toedoen zit er meer belastingverhoging in het verschiet dan het Catshuisakkoord zou hebben gebracht: naast de BTW-verhoging gaan werknemers eerder in een hogere belastingschijf vallen en er komt een crisisheffing voor ‘hogere inkomens’ waar waarschijnlijk verrassend veel middeninkomens onder gaan vallen. En bij alle euforie over partijen die over hun schaduw heen zijn gesprongen, is het jammer te moeten constateren dat de schaduw van een heilig verklaarde norm van 0,7 procent van het BBP dat naar ontwikkelingssamenwerking moet, ongeacht de effecten, weer over de Nederlandse politiek hangt.

Het prille begin dat met € 9,- per recept zou zijn gemaakt aan het dragen van meer eigen verantwoordelijkheid in de zorgconsumptie, is helaas ook van de baan. Misschien kan in de uitwerking van de bezuinigingsdoelstelling voor de gezondheidszorg toch nog meer eigen verantwoordelijkheid worden verwerkt. Positief is zonder meer dat de arbeidsmarkt van het slot lijkt te gaan en dat de babyboomgeneratie er niet aan ontkomt haar bijdrage aan de houdbaarheid van het pensioenstelsel te leveren. Bijzonder positief is bovendien dat de vijf partijen die het bezuinigingsakkoord hebben gesloten, hebben voorkomen dat de rente op staatsleningen en de staatsschuld nog verder omhoog schoten. Dat zorgt er in ieder geval voor dat de belastingopbrengsten aan reële uitgaven kunnen worden besteed, en niet in een groter schuldengat verdwijnen.

VVD is niet rouwig dat Samsom zichzelf uitschakelt

Er is al veel geschreven over het slechte timing-gevoel van de PvdA. Dat deze partij de verschuivende verhoudingen miskende en zich vastbeet in een eigen (on)gelijk is begrijpelijkerwijs breed uitgemeten. Minder aandacht heeft het feit gekregen dat de PvdA zich eigenlijk te vroeg van haar vorige leider heeft ontdaan. Zou Job Cohen met zijn bestuurlijke ervaring en reflexen ook aan de kant zijn gaan staan? Onder Spekman en Samsom bewoog de PvdA zich meteen naar links. Dit duo dreigt de PvdA in de positie te brengen waarin die partij in de nadagen van Joop den Uyl met haar anti-kruisrakettenstandpunt zat. Voor de zelfgenoegzaamheid op korte termijn brengt dat wellicht bevrediging aan linksdenkenden, maar voor een serieuze grotere partij is het geen houdbare optie.

De VVD hoeft vanzelfsprekend niet rouwig te zijn over een PvdA die zichzelf blijft uitschakelen. Zo bezien zitten Wilders en Samsom toch niet in dezelfde schuit. Waar Wilders ervoor heeft gezorgd dat links invloed op het regeringsbeleid kan gaan uitoefenen, garandeert Samsom dat die linkse invloed relatief beperkt blijft. Het was vorige week werkelijk een tijd van Umwertung aller Werte.

Dr. P.G.C. van Schie is directeur van de Prof. mr. B.M. Teldersstichting, het onafhankelijk wetenschappelijk bureau ten behoeve van het liberalisme gelieerd aan de VVD.