Mens, durf samen te leven

Samenleven in een multiculturele samenleving gaat over verbinden en over uitdagingen aangaan. De kunst is om vanuit de eigen identiteit een betekenisvolle relatie met anderen op te bouwen. En daarbij is het blijvende motto: wees niet bang.

Decennia terug, het zal midden jaren tachtig zijn geweest, liep ik ’s avonds laat door de binnenstad van Den Haag, moe op weg naar mijn hotel. Een eind verderop kwamen vier jongens me tegemoet, ik schatte ze zo rond de twintig. Toen ze dichterbij kwamen zag ik dat het Antilliaanse jongens waren. Ze hadden lol, daagden elkaar een beetje uit en waren uitgelaten luidruchtig. En ik werd bang. En onzeker, want op vooroordelen jegens de gekleurde medemens had ik mij nog nooit eerder betrapt. De jongens kwamen dichterbij en keken naar mij. Ik deed een krampachtige poging tot vriendelijk lachen. Opeens kwam één van de jongens op me af. ‘Hé, ik ken jou, jij zit in de Tweede Kamer, ik ken jouw naam ook, jij bent Wallage, van de PvdA toch?’ Ik kreeg een hand, hij legde z’n kameraden uit dat er slechtere Kamerleden waren en ze liepen vrolijk door.

De eigen groep schept veiligheid en bescherming

Bij het samenleven van mensen met verschillende culturen krijg je te maken met tal van onzekerheden, ongemakken en onduidelijkheden vooral omdat leefstijlen en opvattingen kunnen botsen. De ene keer is het onderscheid tussen vreemd en eigen subtiel. Als je van de ommelanden bent, ben je niet van de stad, hoe vaak je er ook komt, werkt, en ontspanning zoekt. De andere keer is de grens keihard en vermengd met verschillen in taal, omgangsvormen en tolerantiegrenzen. Wie op een woonwagenkamp woont, is een ‘kamper’, wie daar buiten woont is een ‘burger’ en hoort niet bij ‘ons’. De samenleving kent veel scheidslijnen, tussen vreemd en eigen. Vooral in religie en politiek heeft ons land een lange traditie van bewaakte identiteit (verzuiling), en velen hebben een scherp bewustzijn van wie thuis hoort aan deze of aan gene zijde van de grens.

De afbakening van de eigen groep had toen en heeft ook nu dezelfde functie als een huis voor zijn bewoners: hij schept veiligheid en bescherming. En dat gaat om meer dan een dak boven je hoofd. Je thuis voelen, maakt dat je niet bang hoeft te zijn, het schept ruimte om binnen de vier muren van de eigen woning het leven zo vorm te geven dat het houvast biedt.

Zoek de overeenkomsten, niet de verschillen

Nu ons land grote gemeenschappen kent van oorspronkelijk buitenlandse komaf zouden we minder moeten kijken naar de verschillen en meer naar de overeenkomsten, bijvoorbeeld van de acculturatieprocessen zoals die door de eeuwen heen in de lage landen hebben plaatsgevonden. De emancipatieprocessen waar Turkse of Marokkaanse Nederlanders nu mee geconfronteerd worden, lijken sterker op de ervaringen van protestanten, katholieken, Joden, handarbeiders en vrouwen dan de eenzijdige aandacht voor de Islam doet vermoeden.

Wat deze groepen, in al hun verscheidenheid, gemeen hadden namelijk, is dat zij, om tot volwaardig burgerschap te komen, hun angst voor het andere, voor het afwijkende en onbekende, moesten overwinnen. Ze hoefden niet te worden als de ander, de katholieken hoefden niet protestants te worden, de handarbeiders geen intellectuelen, de vrouwen geen mannen, maar ze moesten wel de leefwereld van anderen leren begrijpen, er respect voor opbrengen en er een verbinding mee (kunnen) aangaan. En, zeker zo belangrijk, want integratie is een wederkerig proces, de samenleving moest zich openstellen voor de wensen, verlangens en ambities van al deze emanciperende groepen en individuen.

Beschouw sociale vraagstukken als uitdaging

Het politieke debat over de multiculturele samenleving en de islam heeft ons de afgelopen decennia lelijk afgeleid van een aantal universele vraagstukken, waarin niet het land van herkomst van jezelf of je ouders en grootouders bepalend is, maar waar iedereen die in ons land woont mee te maken heeft. In de kern gaat dat om de mogelijkheid het vertrouwde weefsel van de eigen leefstijl te verbinden met de dynamiek buiten. Waar samenleven in de eigen gemeenschap vooral gaat over het bestendigen van het vertrouwde en het beproefde, stelt de buitenwereld steeds nieuwe en indringender eisen. Waar kerk, partij of vakbewegingen voor velen allang niet meer in het verlengde liggen van het vertrouwde eigen milieu, waar menige institutie een reus op lemen voeten blijkt te zijn, moeten individuen het steeds vaker stellen zonder het houvast van het beschutte eigene. Dat geldt voor autochtoon en allochtoon.

Wezenlijke maatschappelijke en sociale vraagstukken kunnen vanuit angst of onzekerheid worden benaderd of vanuit het gevoel een interessante uitdaging tegemoet te treden. Niet zozeer de maatschappelijke positie van waaruit men de wereld beoordeelt, maar de vraag of men de moderne samenleving vooral ziet als een belofte of als een bedreiging blijkt bepalend te zijn voor het oordeel. Dat zie je bijvoorbeeld terug bij de aantrekkingskracht van het populisme. Daar speelt niet de traditionele politieke scheiding tussen links en rechts noch die tussen hoog- en laagopgeleiden een voorname rol, maar is de eigen verhouding tot ‘de moderniteit’ bepalend. Diegenen die zich de verliezers van de moderniteit achten, voelen zich duidelijk meer aangetrokken tot het populisme. Daaronder bevinden zich veel mensen met een lagere opleiding, maar dat zij zich aangetrokken voelen tot het populisme wordt minder bepaald door hun scholingsniveau dan door hun angst voor de toekomst.

Oefenen in levenskunst

Een duurzame samenleving kan worden gekarakteriseerd als een samenleving in balans. Een samenleving die mensen zoveel houvast geeft dat zij niet bang hoeven zijn voor het onbekende. Het is vanuit het vertrouwde dat we het onbekende tegemoet treden. In een samenleving met een ongekende dynamiek, die wordt aangedreven door de technologie, vergt dat een bijzondere levenskunst. Je moet het vertrouwde koesteren, maar je er niet in opsluiten, de uitdaging van een permanente verandering aangaan vanuit betrouwbare constanten. Het is het houvast dat eeuwen lang door de godsdienst werd geboden; zoals het in Jesaja staat: ‘…wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God…’

Wie dit houvast mist, moet zich oefenen in de levenskunst van deze tijd. Dus aan de eigen identiteit en eigen kring de zekerheid leren ontlenen om met de dynamiek buiten een betekenisvolle betrekking op te bouwen. En ook daarbij is het blijvende motto: wees niet bang.

Jacques Wallage is Bijzonder Hoogleraar Integratie en Openbaar Bestuur aan de Rijksuniversiteit Groningen en tevens voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur. De volledige tekst waarop dit artikel is gebaseerd is hier te downloaden.

Foto: Bas Bogers

Dit artikel is 2090 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. “Een duurzame samenleving kan worden gekarakteriseerd als een samenleving in balans.”

    Een ‘multiculturele’ samenleving is dat blijkbaar niet want daar moet door bevolkingsgroepen worden ‘geintegreerd’ om die balans te bereiken.
    Meer dan 30 jaar is de overheid al aan het proberen dit proces in de vingers te krijgen en beheersbaar te houden.
    En eigenlijk is dit nog steeds niet gelukt want die multiculturele samenleving bestaat nog steeds niet gezien de maatschappelijke problemen die migratie van vreemde volkeren nog steeds oplevert.
    Wellicht zou het thema van (massa)migratie, haar oorzaken en gevolgen beter een onderwerp van wetenschappelijke bestudering kunnen zijn dan het moraliseren van de Nederlandse bevolking t.a.v. de multi culturele samenleving.

  2. Hoogleraar Nederland weggeven-kunde Wallage maakt al meteen de fout door te beginnen over de Multi-culturele samenleving. Moeten wij culturen integreren die vrouwen minderwaardig vinden of homo’s van flats willen gooien? Moeten we lieden die parasiteren op onze samenleving [zoals de Somaliers waarvan 90 % een uitkering heeft} aan onze boezem drukken? De Multi-culturele samenleving is een loterij zonder nieten voor de allochtonen waarvoor autochtonen de rekening betalen door het ontbreken van sancties voor grensoverschrijdend gedrag.
    Waarom raak je de Nederlandse Nationaliteit niet kwijt als je na je naturalisatie een misdrijf begaat of de zaak belazerd hebt in je aanvraag of procedure. Je mag dan 1 keer liegen maar misschien wel 2 keer. Wordt er iemand uitgezet als de inkomenstoets op fabels bleek te berusten zodat bij gezinshereniging men eigenlijk niet aan de inkomenstoets blijkt te hebben voldaan?. Doen we een DNA test bij kinderen voor de gezinshereniging? Je mag kinderen niet ontwortelen dus een kinderpardon maar om ze naar Nederland te halen mag je ze wel ontwortelen. Dat is de Multi-criminele samenleving van de Pvd Allahtonen.Mijn samenleving is multi-etnisch maar monocultureel. Als je je vrouw wil slaan en vind dat het mag van je geloof of je dochter mag besnijden of blanken mag bestelen dan hoor je niet in Nederland.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.