Mensen in de bijstand kunnen eerder worden geholpen met hun schulden

Hoe kun je mensen met dreigende schulden eerder bijspringen? Amsterdam screent mensen met een bijstandsuitkering en roept ze op voor een gesprek. Met een vriendelijke en uitnodigende brief.

Armoedelector Roeland van Geuns zei op deze website over langdurige armoede: ‘Het werkt verlammend. Wie al zo lang van een uitkering leeft heeft vaak irrationele angsten, maar het is wel hun werkelijkheid waar je niet omheen kan'.

Sta er dan bij stil dat mensen schulden hebben én een bijstandsuitkering. Elke dag brieven die op je deurmat vallen, deurwaarders die iets van je willen, terwijl jij met moeite rondkomt. Dan moeten die schulden zo snel als mogelijk opgelost worden. Pas dan komt er weer uitzicht op participeren en het vinden van werk. De gemeente Amsterdam roept daarom klanten op met een Participatiewet-uitkering (voorheen bijstandsuitkering) en problematische schulden of het risico daarop. Na een screening op risico’s (zie kader) worden klanten uitgenodigd voor een zogenoemd driegesprek met de klantmanager en de schuldhulpverlener.

Schaamte verdwijnt in driegesprek

We weten dat mensen met schulden een hoge drempel ervaren om hulp te zoeken. Veelal uit schaamte. Ook weten mensen niet altijd de weg naar de hulpverlening. Met zo’n driegesprek moet dit verleden tijd worden. De schuldhulpverleners die de driegesprekken voeren, geven aan dat klanten ervaren dat er echt naar ze geluisterd wordt en dat er hulp is, ze krijgen vertrouwen en  de schaamte verdwijnt. Voor klanten is een advies of budgetplan soms al voldoende, maar als er sprake is van problematische schulden krijgen ze een schuldhulpverleningstraject.

De schuldhulpverlener die deelneemt aan het eerste gesprek houdt de vinger aan de pols en blijft de schakel tussen de MADI (Maatschappelijk Dienstverleners die in Amsterdam de schuldhulpverlening uitvoeren) en de gemeente.

Een uitnodigende en geen dreigende brief

Klanten die uit de screening als risicovol komen, krijgen een brief van de gemeente met een uitnodiging voor een gesprek, zonder dat er gedreigd wordt. Dat lijkt te werken: 86% van de klanten komt op dat gesprek. Ria Langereis, projectleider: ‘We maken duidelijk dat de gemeente hulp wil aanbieden omdat er betalingsproblemen gesignaleerd zijn. Klanten wordt gevraagd om mee te werken aan het oplossen van hun belemmeringen om uiteindelijk te kunnen participeren.’
Naast een lage no-show zien we ook een lage uitval bij klanten die gestart zijn met een schuldhulpverleningstraject (zie kader).

Jongeren vergen extra moeite om hen te laten komen op een driegesprek. Jongeren ervaren schulden vaak niet als een probleem. Maar als ze eenmaal op gesprek zijn geweest, blijken ze heel blij met de hulp en zijn zij bereid om een langer hulpverleningstraject aan te gaan.

Snel handelen na het gesprek

In het driegesprek of  ‘Budgetadviesgesprek’ wordt geïnventariseerd wat de financiële situatie van de klant is en wat er nodig is om die situatie te verbeteren. Dit kan leiden tot inkomensreparatie, (preventieve) budgettraining en, zo nodig, een schuldhulpverleningstraject (zie kader voor de verdeling). Er wordt na het gesprek snel gehandeld zodat er snel verbetering in de situatie optreedt. Zo raakt de klant ook echt gemotiveerd om aan zijn schulden te werken. De klantmanager of re-integratieconsulent van de gemeente blijft het traject monitoren.

Het netwerk om de klant sluiten

De klantmanager meldt klanten ook aan bij maatschappelijke organisaties om andere problemen die spelen aan te pakken. Ook worden zij, indien er sprake is van een taalachterstand, aangemeld voor de training Taal en financiële administratie. Waar mogelijk wordt bekeken of hij of zij kan deelnemen aan participatieactiviteiten. Re-integratieconsulenten laten weten dat re-integratietrajecten effectiever zijn geworden. Klanten vallen minder snel uit en zijn gemotiveerder om uit te stromen. Klanten zeggen dat ze rustiger worden van het idee dat ze worden geholpen bij hun schulden. Ze ervaren minder stress.

Een landelijke werkwijze?

Het project is makkelijk in te zetten in andere gemeenten. Waar mensen met schulden soms onzichtbaar in de samenleving blijven, kennen we deze klanten dankzij hun uitkering. Ze zitten in onze bestanden. Door de screening krijg je de mensen in beeld die hulp nodig hebben.

Ria Langereis en Jeanette Schouten werken bij de gemeente Amsterdam.

 

Hoe worden mensen met een participatiewet-uitkering gescreend?

 

Klanten met financiële problemen worden gesignaleerd door:

  • analyses op klantbestanden waarin bijvoorbeeld zichtbaar is of er beslag op de uitkering is;
  • signalen van schuldeisers;
  • constateringen van klantmanagers op basis van gesprekken over mogelijke financiële problemen.

 

 

Resultaten uitnodiging driegesprek

 

Opgeroepen bijstandsklanten in 2016: 2.836 (6,5% van totale klantenbestand van 42.000)
Verschenen klanten: 2.454 (86%)
No-show: 302 (11%).

Van de 9000 klanten met een risico op problematische schulden zijn sinds de start van het project in het najaar van 2014 6800 klanten gesproken.

 

 

Resultaten gevoerde Budget-adviesgesprekken 2016


Van de 2.454 afgeronde driegesprekken:

  • hadden 994 klanten voldoende aan alleen een Budgetadviesgesprek;
  • gingen 777 klanten na het Budgetadviesgesprek door voor een Inkomensreparatie;
  • gingen 683 klanten na het Budgetadviesgesprek door naar het schuldhulpverlenings-traject;
  • werden 59 klanten aangemeld voor een budgettraining.

 

 

Hoe life-events je leven op zijn kop kunnen zetten

Een paar jaar geleden leefde de heer D. een prachtig leven. Hij was getrouwd met een leuke vrouw, hij had vijf lieve kinderen en een goedlopende kapperszaak. Toch is er in korte tijd zoveel gebeurd dat zijn leven in een neerwaartse spiraal terecht is gekomen. Want hoe kan het nu gebeuren dat deze man nu een Participatiewet-uitkering krijgt en bij zijn bejaarde moeder woont? In het geval van de heer D. had dit een aantal oorzaken. Zijn echtgenote vroeg een scheiding aan, inmiddels zijn derde, en daarnaast had de economische crisis gevolgen voor de klandizie van zijn kapperszaak. Hij kwam in een zware depressie terecht. De kapperszaak is failliet, D. heeft een uitkering en ziet alleen zijn jongste dochtertje nog. Hij voelt dat hij letterlijk geen kracht meer heeft om dingen als administratie en financiën op te pakken. De post maakt hij niet meer open en brieven van deurwaarders maken hem gek. Hij kan de druk niet aan van het hebben van schulden.

Vorig jaar ontving D. een brief van de gemeente Amsterdam (Werk, Participatie en Inkomen) met een uitnodiging voor een gesprek over zijn financiële situatie met een klantmanager en een schuldhulpverlener. Hij vond dit moeilijk, eng en confronterend, maar zag ook in dat het goed bedoeld is en een vorm van hulp die hij uit zichzelf nooit gezocht zou hebben. Tijdens de afspraak werd D. op zijn gemak gesteld en heeft daarna ook al enkele vervolgafspraken gehad. De groepsbijeenkomst om post te sorteren werkte niet voor hem, hij werd hier erg emotioneel. Een vrijwilliger heeft vervolgens één op één met hem gezeten om een ordner te vullen waardoor zijn administratie weer overzichtelijk is geworden. ‘De hulp die ik heb gekregen van de schuldhulpverlening is fantastisch. Doordat ik mijn verhaal kan vertellen en zie dat ik meteen geholpen word kan ik alles weer beter aan. Het heeft mij luchtiger gemaakt.’

Foto: allispossible.org.uk (Flickr Creative Commons)