Nederland is weinig gastvrij voor mensen met een beperking

De prestatiemaatschappij sluit mensen in kwetsbare posities uit. Docenten, studenten, professionals, ervaringsdeskundigen en andere betrokkenen bespraken op Hogeschool Utrecht in vijf kritische dialogen de mogelijkheden voor een waarlijke participatiesamenleving.

De kritische dialoog is een vorm van praktijkgericht onderzoek. Kort gezegd bestaat ze uit het bijeenbrengen van verschillende perspectieven rond een gezamenlijk als belangrijk ervaren thema. In dit specifieke geval hebben per keer ongeveer zeventig stakeholders in vijf kritische dialogen gesproken over respectievelijk de kracht van kunst in het werken aan ruimte voor anders-zijn, over 'burgervriendschap', wijkgericht werken, een inclusieve economie en over hoe uitsluiting op grond van etniciteit ziek maakt.

Kwetsbaarheid is crux van alternatief burgerschapsconcept

De eerste dialoog ging over de zichtbaarheid van vulnerabiliteit. Daarbij kwam iets naar voren dat ook in de andere dialogen van belang bleek, namelijk het diepe verlangen van mensen in de marge om niet sec als hulpbehoevend te worden bekeken. Ook mensen met een beperking willen, als elke ander, mens zijn onder de mensen. Niet door hun eigen-aardigheid te verdoezelen, maar integendeel door die met verve uit te dragen, bijvoorbeeld in een artistieke productie. Ze willen evenmin hun kwetsbaarheid voor ‘zelfredzaamheid’ laten doorgaan, maar die eerder als relativering van het overspannen ideaalbeeld van de autonome, voor zichzelf opkomende burger presenteren.

Het gangbare concept van burgerschap is in essentie geënt op arbeidsethos en heeft over het algemeen weinig oog voor de menselijke kwetsbaarheid. Natuurlijk moet een samenleving uitgaan van de kracht en het talent van mensen, maar ze moet tegelijkertijd erkennen dat kwetsbaarheid soms onuitwisbaar is en dat het, net als anders-zijn, een verhoudingsprobleem betreft. Het is ten slotte de samenleving die bepaalt of en in hoeverre afwijking en kwetsbaarheid er werkelijk toe doen. Geïnspireerd door de politicologe Selma Sevenhuijsen zouden we een alternatief burgerschap willen agenderen; niet dat van het autonome, maar van het kwetsbare individu. Sevenhuijsen bekritiseerde indertijd in een krachtig betoog vanuit zorgethische en feministische hoek de nadruk op arbeidsparticipatie in de visie op burgerschap en pleitte voor een burgerschapsconcept waarin zorg en kwetsbaarheid opgenomen zijn.

Marginalisering door 'economische nutteloosheid'

Het thema van een volgende dialoog was de vraag of ook mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt naar eigen wens en mogelijkheden kunnen participeren. Van mensen met een beperking zegt onze prestatiemaatschappij eigenlijk dat ze economisch nutteloos zijn. En precies dàt is de oorzaak van hun marginalisering. De vraag is dan ook hoe je mensen met een beperking in het economisch proces kunt brengen. Moet je ze laten wachten op de gewaardeerde arbeidsplek die er waarschijnlijk nooit komt? Of moeten de instanties zoals de kwartiermaker van 'De Normaalste Zaak' voorstelde nu eens serieus aan de slag om ‘echt werk te vinden voor mensen met een arbeidshandicap’.

Dienen we, zoals andere deelnemers bepleitten, het vrijwilligerswerk meer op waarde te leren schatten en moeten we de mogelijkheden voor een alternatieve economie, met een andere kijk op het belang van geld en arbeid, verder verkennen? En welke rol kunnen bewoner gestuurde 'wijkeconomieën' daarbij spelen.?

Ongelijkheid stemt ongerust

In de derde dialoog werd een vraagteken gezet bij het hoera-geroep over de participatiesamenleving. Alle succesverhalen ten spijt, leeft er bij deelnemers ongerustheid over de ongelijkheid in kansen. Mensen in kwetsbare positie hebben vaak een duwtje nodig om zichzelf te organiseren, en soms ook blijvende steun. En langdurende ondersteuning hoeft ten slotte niet tot overname van een burgerinitiatief te leiden. Voorwaarde is wel dat de sociale professional waakt voor 'hospitalisering' of verafhankelijking, oog heeft voor de helende werking van meedoen en erbij horen en zich voortdurend afvraagt of de omgeving het ‘anders-zijn’ voldoende respecteert en waardeert en hoeveel sociale ruimte de samenleving de gemarginaliseerden feitelijk biedt.

Ziekmakende ontkenning en uitsluiting

Daarmee kom je automatisch op uitsluitingsmechanismen uit, het thema van de vijfde dialoog. Mensen worden soms letterlijk ziek van discriminatie en uitsluiting. Zonder psychische problemen meteen tot politiek probleem te willen reduceren, is het evident dat maatschappelijke aspecten van invloed zijn op het krijgen van een psychotische aandoening. Het huidige maatschappelijk klimaat is bepaald onguur voor mensen met een migratie-achtergrond en kenmerkt zich door onbegrip, onverschilligheid, soms haat en vaak ontkenning op allerlei niveaus. Ontkenning van de individuele en collectieve geschiedenissen, van de eigen taal en cultuur, van vaardigheden en diploma’s en van ervaren onderdrukking. Wat het des te moeilijker voor veel migranten maakt, is dat ontkenning en uitsluiting plaatsvinden binnen een politieke en maatschappelijke context die deze zaken weliswaar officieel veroordeelt, maar er praktisch weinig aan doet om ze te bestrijden.

Ontmoeten door los te laten

En daarmee zijn we op het thema van de dialoog over burgervriendschap beland: de gastvrijheid en de daarmee verbonden radicale verwelkoming van diversiteit. De grote vraag hier is: wat betekent gastvrijheid precies en welke verantwoordelijkheid moet door wie genomen worden?

Het grote gevaar voor een maatschappij die zich volledig richt op het kwantificeren van het nuttige en het doelmatige, schuilt in de ontkenning van het nutteloze of het doelloze. Rechtvaardiging van het nutteloze en doelloze kan immers leiden tot de ontmaskering van het hele waardenstelsel van de doelmatigheid. Om dat te voorkomen, biedt de prestatiemaatschappij weinig ruimte aan degenen van wie de waarde niet bij voorbaat economisch is vast te stellen. Hoe dit te veranderen?

Opschorting van de status quo kan de gastvrijheid bevorderen en de aanwezigheid van ‘die ander en het andere’ mogelijk maken. We zouden de gebaande wegen en geijkte patronen links moeten laten liggen. Pas dan kunnen we de vreemde en kwetsbare ander werkelijk tegemoet treden en burgervriendschappen’ aangaan. Dit door de ethicus Hans Reinders gemunte begrip is de uitdrukking van een publieke deugd, die daadwerkelijk samenleven, ook met mensen van wie we verschillen mogelijk maakt.

Doortje Kal was bijzonder lector Kwartiermaken aan Hogeschool Utrecht. Naar aanleiding van het afscheidscollege van Doortje Kal als bijzonder lector kwartiermaken is bij Uitgeverij Tobi Vroegh een bundel uitgebracht: ‘Verder met kwartiermaken. Naar de verwelkoming van verschil’ onder redactie van Doortje Kal, Rutger Post en Jean Pierre Wilken.