Verwijt van ‘nepnieuws’ is vergelijkbaar met beschuldiging Lügenpresse

Sinds de veelbesproken Amerikaanse verkiezingen heeft iedereen de mond plotseling vol van ‘nepnieuws’, ‘alternatieve feiten’, ‘post-truth’ en ‘filterbubbels’. Om de basis van een functionerende rechtsstaat intact te houden, moeten we meer doen dan op de juiste partij stemmen.

Vooral de term ‘nepnieuws’ heeft in deze context een dubbele lading gekregen. In de meest letterlijke zin staat het voor nieuwsberichten die zijn gemaakt om te misleiden door onjuiste informatie te verspreiden. Tijdens de Trump-campagne circuleerden er ontelbare ‘nieuwsberichten’ op Facebook waarin Hillary Clinton schuldig werd bevonden aan de meest bizarre misdrijven; waarin de paus zijn steun aan Donald Trump betuigde, en waarin een joods complot tegen de Amerikaanse arbeidersklasse uiteen werd gezet.

Dit soort nepnieuws tiert vooral welig in de echoputten van sociale media. We zien er onze bestaande ideeën makkelijk bevestigd door deze berichten blindelings en onkritisch te delen. Zo circuleerden er onlangs ook verschillende ‘feitenvrije’ berichten over vluchtelingen die in Nederland op vakantie gingen van hun uitkering. Je kon van moment tot moment zien hoe ze op vanzelfsprekende bijval vanuit de PVV-hoek konden rekenen.

Nieuws dat niet bevalt afdoen als fake news

Maar ‘nepnieuws’ heeft er inmiddels een definitie bij gekregen. Nu ‘nepnieuws’ een gangbare term is geworden, wordt hij maar al te graag ingezet om de journalistiek zwart te maken. Voor Donald Trump is het sinds zijn inhuldiging een automatisme geworden om nieuws dat hem niet bevalt af te doen als fake news. Dit begon met de verslaggeving van zijn inauguratie, waarbij de tegenvallende opkomst de volgende ochtend door Trump werd tegengesproken en de media werden beschuldigd van het produceren van nepnieuws.

Onlangs zei de kersverse Amerikaanse president zelfs op Twitter dat álle negatieve opiniepeilingen onder deze noemer vallen, en weigerde hij vragen van CNN te beantwoorden omdat ook zij volgens hem nepnieuws verkopen. Op eenzelfde manier heeft Geert Wilders in Nederland herhaaldelijk gesproken over het ‘nepparlement,’ worden ‘linkse rechters’ beschuldigd van vooringenomenheid in het juridisch proces, en worden de media consequent als partijdig en ‘politiekcorrect’ opzij geschoven.

In deze context staat ‘nepnieuws’ gelijk aan de nazi-term Lügenpresse

Dit is niet een kwestie van het aanwijzen van berichten die feitelijk onjuist zijn: het gaat hier juist om een poging om de media, de politiek, en het rechtssysteem bij voorbaat af te wijzen als onbetrouwbaar en ze zo buitenspel te zetten. In deze context staat ‘nepnieuws’ dan ook gelijk aan de nazi-term Lügenpresse waarmee in de jaren dertig een kritische, zelfstandige en vrije pers als eerste de oorlog werd verklaard.

Als reactie op deze kritieken wringen media en politiek zich op dit moment in allerlei bochten om vooral te laten zien dat ook extreemrechts alle ruimte krijgt, dat er in de media heus geen sprake is van een ‘linkse elite’ die de dienst uitmaakt, en zien we dus ook aan de lopende band diepte-interviews en vraaggesprekken met een continue parade van nazi-achtige extremisten.

Facebook-stream en Twitter-feed vormen ons dagelijkse nieuws

Nu we dan plotseling opmerken dat het publiekelijk bespreken van etnische zuiveringen in Nederland ook binnen deze elite van linkse Gutmenschen de normaalste zaak van de wereld schijnt te zijn, schrikken sommigen van ons plotseling wakker. Hoe heeft het zover kunnen komen? Hoe heeft dat gat tussen multiculturele ‘deugmensen’ en islamofobe Wilders- en Trump-extremisten zo kunnen groeien? En hoe komen we terug naar een situatie waarin we – los van politieke overtuigingen – gezamenlijk uit kunnen gaan van een gedeelde realiteit waarin feitelijkheid nog een rol van betekenis speelt?

Juist dat is ontzettend moeilijk geworden. Uit de stortvloed aan informatie plukken we alleen de berichten die ons bevallen. Steeds meer gaan we voor het dagelijkse nieuws niet meer af op krant of journaal, maar op de Facebook-stream en de Twitter-feed. En daarin zien we het voorlopige eindresultaat van een ontwikkeling die al jaren woekert: media worden niet meer ervaren als (soms onplezierige) feiten, maar als consumptie-objecten die we als entertainment verorberen – en waar we liever niet meer voor betalen.

Nieuws wordt niet meer gezien als een gedeelde werkelijkheid

Nu ons medialandschap in het digitale tijdperk is versnipperd tot ontelbare kanalen en platforms die voortdurend met elkaar concurreren, verliest ‘het nieuws’ steeds meer de schijnbaar onbetwistbare feitelijkheid die het vroeger had. Steeds meer mensen luisteren liever naar alternatieve nieuwsbronnen, waar aansprekende conspiracy theories de boventoon voeren, en waar je vooral steeds hoort dat je niet moet geloven wat je in de ‘linkse media’ hoort.

Dat die media met geen mogelijkheid meer als ‘links’ te categoriseren zijn, maakt niet uit: het gaat erom dat er een maatschappelijke sfeer gecreëerd wordt waarin alle feiten die je niet bevallen als ‘nepnieuws’ kunnen worden gediskwalificeerd.

Het resultaat is dat het nieuws in de media niet meer wordt ervaren als een reflectie van een gedeelde werkelijkheid. De crisis die we nu doormaken is in de eerste plaats een crisis van legitimiteit: de inzet van Trump en andere extreemrechtse politici is momenteel de afbraak van traditionele instituten – de ‘gevestigde orde’ – waarbij hun eigen invulling van ‘het volk’ het voor het zeggen moet krijgen. Dit door-en-door fascistische uitgangspunt wint in sommige opzichten terrein.

Stemmen op de juiste partij is niet genoeg

Gelukkig is er gezien de grote tegenstand vanuit progressieve hoek genoeg hoop dat Europa de catastrofale koers van de jaren dertig niet vanzelfsprekend zal herhalen. Maar om de basis van een functionerende rechtsstaat intact te houden, moeten we meer doen dan op de juiste partij stemmen.

We moeten ons ook actief inzetten voor een vrije, kritische, en onafhankelijke pers. En dat betekent niet alleen dat we bereid moeten zijn om te betalen voor onze media, zodat journalisten hun werk kunnen doen zonder zich steeds zorgen te maken om reclame-inkomsten.

Het betekent ook dat we moeten investeren in kritisch media-onderwijs. Anders hebben we straks geen idee meer hoe we nepnieuws van feiten kunnen onderscheiden.

Dan Hassler-Forest is schrijver, publiek spreker en levenslange mediaverslaafde. Hij werkt als docent en onderzoeker Media- en Cultuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Zijn meest recente boek Science Fiction, Fantasy, and Politics verscheen in september 2016.

Foto: opposition24.de (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 4304 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Ad Dan Hassler- Forest: ‘De crisis die we nu doormaken is in de eerste plaats een crisis van legitimiteit: de inzet van Trump en andere extreemrechtse politici is momenteel de afbraak van traditionele instituten – de ‘gevestigde orde’ – waarbij hun eigen invulling van ‘het volk’ het voor het zeggen moet krijgen. Dit door-en-door fascistische uitgangspunt wint in sommige opzichten terrein.’

    Hillary Cllnton genereerde in 2008 vals nieuws. Ze maakte een publiek wijs dat ze tijdens het regime van haar echtgenoot bij een bezoek aan een Yoegoslavisch land onder geweervuur een vliegveld moest oversteken.
    In de Benghazi-affaire maakte ze het stukken bonter, gemener en gevaarlijker. Ze verzon een landgenoot die met een anti-Islam uitspraak of zoiets de rel daarginds zou hebben uitgelokt die het leven van de Amerikaanse ambassadeur in Libië heeft gekost.

    Elizabeth Warren, ook van de Amerikaanse Democratische partij, verzon een Indiaanse afstamming om zo aan een hoge positie te komen, gereserveerd voor leden van minderheidsgroepen. Een ‘Fake Indiaanse. Ze noemen haar Pocahontas. Ik zou haar anders noemen. Ze is nog steeds senator of zoiets.

    Tijdens de 2016 verkiezingscampagnes voor het USA-Presidentschap werd Trump door gerenommeerde Amerikaanse kwaliteits-media stelselmatig belachelijk gemaakt en als onverkiesbaar voorgesteld. Ze vonden hem op z’n best een clown.
    H. Clinton’s ‘lying machine’ daarentegen werd gedoogd, idem haar onwaarschijnlijk, staatsgevaarlijk dilettantisme op het terrein van electronische communicatie.

    En zo zien wij hoe het nep-nieuws in de wereld komt en door een kwaliteits ‘Lügenpressse’ vooruit wordt geholpen. Dat Trump nu zo fel tegen die Media uitvaart is begrijpelijk en lijkt zelfs dringend gewenst, want ze gaan door:

    The New Republic (dd 1914) doet op 17 februari 2017 een artikel verschijnen van Steven Beutler. Die schrijft:

    ‘Physicians like me have also taken notice of Trump’s bizarre, volatile behavior. Given our experience, we can’t help but wonder if there’s a medical diagnosis to be made. After all, many medical conditions exhibit their first symptoms in the form of psychiatric issues and personality changes. One condition in particular is notable for doing so: Neurosyphilis.’ (Bold van schrijver dezes).

    Bijna te luguber om het hier aan te halen, maar je moet wel. En opnieuw: wie is de Leugen Pers? Wie de ware fascist?

  2. Vandaag 14 nov. 2017 voorpaginanieuws over beïnvloeding van verkiezingen en beleid in Nederland via fake-news uit het buitenland, vooral uit Rusland.

    Dus als ik het goed begrijp zijn b.v. indertijd de rel om de uitwijzing van een Turkse minister daags voor de verkiezingen en nu het plan om de dividendbelasting af te schaffen door Poetin geregisseerd?
    Evenals alle lobbies -al dan niet geadministreerd- tijdens het proces van kabinetsformatie.

    Veel publieke instituties in het zich verheven voelende democratische Westen hebben een structureel geloofwaardigheidsprobleem bij de eigen burgers, en dat al lang voor er sprake was van social media.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *