Niet te intiem graag! Zeven regels voor het behoud van de wilde cyborg

De versmelting tussen mens en techniek biedt prachtige mogelijkheden, maar dreigt ook een aantal kwaliteiten van ons intieme leven aan te tasten die tevens behoren tot de kernwaarden van onze samenleving. Rinie van Est formuleerde zeven stelregels om dit voorkomen.

Met smartphones, sociale media, netwerken van sensoren, robotica, virtuele werelden, en big data-analyse wordt onze relatie met de technologie steeds intiemer. Technologie nestelt zich in snel tempo tussen en in ons, verzamelt heel veel informatie over ons en bootst menselijk handelen na. Zo worden we stap voor stap techno-mensen, of cyborgs. De versmelting tussen mens en technologie gaat inmiddels zo snel dat het Rathenau Instituut spreekt van een intiem-technologische revolutie. Ooit waren de grondstoffen van de industriële revolutie katoen, steenkool en ijzererts, maar nu vormen wij zelf de grondstof van de intiem-technologische revolutie: ons lichaam, onze gedachten, gevoelens, voorkeuren, gesprekken, en de plek waar wij ons bevinden.

Deze ontwikkeling grijpt in op de meest cruciale elementen van ons mens-zijn: onze individuele vrijheid, ons vertrouwen in elkaar, ons gezonde verstand en ons vermogen om te bepalen waarop we onze aandacht willen richten. Deze waarden spelen niet alleen een rol in de sociale sfeer, maar houden ook de huidige politieke en economische instituties en arrangementen bij elkaar. Tenzij we willen ontdekken hoe de wereld eruitziet zonder al die kwaliteiten, is het onze verantwoordelijkheid tijdig de morele principes te ontwikkelen waarmee we de intiem-technologische revolutie in humane banen kunnen leiden.

Laten we accepteren dat we cyborgs worden en intieme technologie verwelkomen, die ons meer controle geeft over ons eigen leven. De aanvaarding van een cyborgtoekomst betekent geen blinde omarming. Mensen moeten een gezonde mate van wildheid, eigenwijsheid, speelsheid, en soms vervelende eigenaardigheden behouden. We moeten er zogezegd naar streven ‘wilde cyborgs’ te zijn. Als mogelijke leidraad bij onze interacties met technologie heb ik daarom zeven stelregels ontwikkeld. Deze regels zijn gebaseerd op menselijke waardigheid en menselijke duurzaamheid. Menselijke waardigheid krijgt nadere invulling via universele mensenrechten, zoals recht op autonomie, privacy en lichamelijke en geestelijke integriteit. Bij menselijke duurzaamheid gaat het om het behoud van menselijke eigenheid: welke aspecten van de mens en ons mens-zijn zien we als maakbaar en welke aspecten willen we graag behouden?

1. Zonder privacy zijn we niets: onze data zijn van onszelf

Veel mensen geven (vaak onbewust) hun sociale data aan grote bedrijven in ruil voor diensten van sociale media. De grote data-eigenaren zeggen dat daar niets op aan te merken is, en veel gebruikers papegaaien die woorden na, omdat ze ‘niets te verbergen hebben’. Op dit moment groeit de verzameling van biologische data, bijvoorbeeld via smartphones en sportarmbanden, explosief. Het gaat hier vaak om zeer intieme informatie: sensoren in schoenen geven bedrijven inzicht in onze fitheid, maar ons looppatroon laat ook dronkenschap zien. In de komende jaren zal de wijze waarop we omgaan met onze biologische data bepalen of we het concept van privacy levend houden en onze lichamelijke en geestelijke integriteit kunnen blijven waarborgen.

2. Wij hebben het recht om niet te worden gemeten

Er is een big-data-cultuur ontstaan waarin de industrie het vanzelfsprekend vindt, uit naam van de efficiëntie en het gemak van de klant, mensen te behandelen als databronnen. De staat controleert haar burgers, bedrijven overzien hun klanten, burgers beloeren elkaar, en ouders en scholen maken gebruik van alle beschikbare middelen om hun kinderen te monitoren. Zo’n maatschappij is gebouwd op angst en wantrouwen, en behandelt mensen als objecten die moet worden gecontroleerd. Om onze autonomie en keuzevrijheid te waarborgen, moeten we streven naar het recht niet te worden gemeten, geanalyseerd, of gecoacht.

3. We moeten zicht houden op het informatieaanbod

Bij elke klik of zoekopdracht geven we informatie over onszelf aan de internetproviders. Dat leidt tot individuele gebruikersprofielen die aanbieders inzetten om ons te verleiden dingen te doen die in hun commerciële of politieke belang zijn. Om onze keuzevrijheid te beschermen, moeten we daarom onze controle op het informatieaanbod versterken. Dat vraagt om bewustzijn van de belangen die op het spel staan en meer transparantie van de informatieaanbieders.

4. We hebben recht om zelf te kiezen

Onze populaire marktcultuur daagt normale mensen op allerlei manieren uit naar perfectie te streven. Maar, realiseren we echt ons zelf als we ernaar streven ‘perfect’ te worden naar het beeld dat marketeers hebben geschapen? We moeten het recht beschermen om onze eigen versie van perfectie na te streven, en ook manieren vinden onze menselijke onvolmaaktheden te accepteren.

5. We moeten onze sociale en emotionele vaardigheden op peil houden

Niet alleen ons lichaam, maar ook onze sociale en emotionele vaardigheden moeten ontwikkeld en onderhouden worden, en wel door interactie met andere mensen. Nu technologie een steeds actievere rol in die interactie gaat spelen, kunnen dat soort vaardigheden verminderen. We lopen dan het risico dat face-to-face communicatie een te intiem avontuur wordt en ons vertrouwen in andere mensen zal worden gedefinieerd en bepaald door technologie.

6. Beminnen, opvoeden en verzorgen moet door mensen blijven gebeuren

Nu machines steeds slimmer worden, moeten we ons afvragen of alle vormen van menselijke activiteiten die kunnen worden uitbesteed aan machines, inderdaad moeten worden uitbesteed. Ik denk dat we bepaalde essentiële menselijke handelingen niet moeten uitbesteden aan machines, zoals doden, trouwen, liefhebben en zorgen voor kinderen en zieken. Als we die weg wel inslaan, levert dat prachtige staaltjes van menselijk vernuft op, maar ook een perfecte formule voor onze ontmenselijking.

7. We moeten ons kostbaarste bezit koesteren: onze aandacht

In de nabije toekomst zullen bedrijven en een groeiende kring van sociale contacten via smartphones, horloges en computerbrillen meer en meer van onze aandacht opeisen tijdens gewone dagelijkse activiteiten, zoals boodschappen doen, koken, of hardlopen op het strand. En omdat aandacht een schaars goed is, zal aandacht voor het een ten koste gaan van aandacht voor het andere. Dit digitale tijdperk dwingt ons onze vrijheid te beschermen tegen voortdurende inbreuk en onderbreking. We moeten dus onze eigen pure gedachtegang bewaken, ons vermogen om zelf na te denken over de dingen op onze eigen manier, want dat vormt wat we ten diepste zijn.

Rinie van Est is onderzoeker bij het Rathenau Instituut. Deze tekst is gebaseerd op het essay ‘Intieme technologie: De slag om ons lichaam en gedrag’ en de SG Utrecht lezing ‘Niet te intiem: Zeven regels voor het behoud van de wilde cyborg’, 3 september 2014.