Nieuwspraak over participatie moet hulpbehoefte niet negeren

Oud jargon maakt plaats voor nieuw. 'Hulpverlenen' wordt 'ondersteunen'. We praten niet meer over wat mensen niet maar over wat ze wél kunnen. Deze nieuwspraak mag niet verhullen dat we ook hebben te leven met ziekte,  onvermogen en  gevoelens van hulpeloosheid.

In het boek 1984 introduceert George Orwell Nieuwspraak, een door machtshebbers gemanipuleerde taal met als doel alle negatieve woorden weg te werken. Het idee is dat als men de woorden niet meer heeft om het regime onwelgevallige dingen te zeggen, ze uiteindelijk ook uit het denken verdwijnen.Als men geen ongewenste gedachten heeft, kan men er ook niet naar handelen waardoor uiteindelijk de werkelijkheid verandert in de door machtshebbers gewenste richting. En zo wordt hetgeen krom is, recht gepraat. Het ministerie dat permanent oorlog voert heet ministerie van Vrede, en het ministerie van Waarheid verkoopt leugens.

Een eigentijdser woord voor een vergelijkbaar fenomeen is framing: de techniek om specifieke woorden en beelden uit de context te lichten zodat een – door de ‘framers’ gewenst – beeld overbelicht wordt. Hierbij is het de bedoeling bepaalde doelgroepen van een nieuw denkkader te voorzien opdat ze alles binnen dat kader gaan interpreteren: ‘Meneer Bos, u draait en u bent niet eerlijk.’ Of de NS, die in plaats van om te roepen: ‘de trein naar Utrecht heeft 5 minuten vertraging’ meldt dat ‘de trein naar Utrecht over 5 minuten aankomt’.

Framing wordt vaak bewust gebruikt in de politiek of in de reclame, maar eigenlijk zijn we altijd selectief ten aanzien van de ‘werkelijkheid’. Vanaf onze geboorte krijgen we ideeën, normen en waarden mee waarbinnen ons socialisatieproces vorm krijgt. Voor een groot deel gebeurt dit ‘vanzelf’ en niet (geheel) bewust. Pas als deze techniek bewust wordt ingezet om een specifiek beeld neer te zetten ter beïnvloeding of zelfs misleiding, spreken we over framing.

Kan taal de houding van mensen veranderen?

Kan het aanpassen van taal het denken en vervolgens de houding van mensen veranderen? Laten we, door anders te berichten over treinen die niet op tijd zijn, mensen denken dat de NS-treinen nooit te laat komen? En handelen zij daar vervolgens naar, door de auto te laten staan ten gunste van de trein? Kunnen we door nieuwe taal te lanceren het gedrag van mensen dusdanig beïnvloeden dat ze meer ‘mee gaan doen in de participatiesamenleving’?

Zo spreken we nu minder over hulpverlenen en meer over ondersteunen, en bestaan er geen problemen maar uitdagingen, oplossingen en burgerkracht. We praten niet meer over wat mensen niet kunnen, maar over wat ze wel kunnen. Oud jargon maakt plaats voor nieuw, en ondertussen is de sociale sector nog bezig met een zoektocht naar hoe te handelen volgens deze nieuwe paradigma’s.

Gelukkig kan iedereen nieuwe frames ontwikkelen

Gelukkig leven we – in tegenstelling tot de wereld die Orwell creëerde – in een democratische samenleving waarin iedereen op basis van eigen ervaringen en inzichten ander taalgebruik of nieuwe frames kan ontwikkelen. De taal die nu door beleidsmakers, bestuurders en boegbeelden wordt gebezigd, vindt zijn oorsprong zelden bij de mensen die het allemaal moeten gaan doen, of – trouwens – al doen: de wijkbewoners, de burgers, de cliënten, de mantelzorgers, de vrijwilligers. Deze nieuwe taal heeft geen woorden voor de worsteling die mensen óók hebben met het leven, met ziekte, met onvermogen, met gevoelens van hulpeloosheid.

Om welke reden dan ook – budgettair, levensbeschouwelijk of politiek – de veranderingen vinden plaats. Om deze zelf mee vorm te geven, moeten we de verschijnselen die we nu met nieuwspraak trachten te verhullen niet negeren.

Lilian Linders is lector aan de Fontys Hogeschool Sociale Studies. Dit artikel verscheen ook in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, winter 2013.