Obsessie met de VS leidt af van onze eigen problemen

We worden overspoeld met nieuws over de VS. Nieuws zonder toegevoegde waarde en ten koste van nieuws over de rest van de wereld. En bovenal: ten koste van aandacht voor onze eigen problemen.

In heel West-Europa overspoelen de media ons met nieuws uit de VS, recentelijk vooral door een bijna obsessieve aandacht voor Donald Trump. Zonder twijfel is een deel van deze aandacht gerechtvaardigd. De VS is immers een militaire supermacht, het is een van onze belangrijkste handelspartners, en heeft, van Hollywood tot Hip Hop, een dominante invloed op ons culturele leven. Wat de VS doet, heeft gevolgen voor Europa, en voor de rest van de wereld. Mocht de Amerikaanse president besluiten zich terug te trekken uit de NAVO, of weer een nieuw Amerikaans interventionistisch avontuur aan te gaan, dan geldt het oude gezegde ‘Als Amerika niest, dan vat de rest van de wereld kou’.

Elke dag opnieuw bereikt een constante nieuwsstroom uit de VS de Nederlandse (en Europese) media, vaak gebracht als top nieuwsitems. Uiteraard krijgen andere onderwerpen uit Europa uitgebreide aandacht, zoals de vluchtelingencrisis, de Brexit, en het populisme. En natuurlijk halen ook regelmatig uiteenlopende tragedies de voorpagina: een spoorwegongeluk in Duitsland, een aardbeving in Italië, het instorten van een flat in Bangladesh, en het verdwijnen van een vliegtuig in de Indische Oceaan.

Hoe kan het, al die triviale aandacht voor de VS?

Maar door de bank genomen krijgt geen enkel ander land zoveel aandacht in de Europese pers als de VS. Hoe kan dit worden verklaard? Wat zegt deze obsessie met de VS over Europa? Maar ook, wat kost een dergelijke obsessie met nieuws over de VS ons?

Het probleem is trouwens niet louter een kwestie van aantallen berichten; punt is dat ze vaak ook nog eens volstrekt triviaal zijn. Bij veel van de berichten die de Europese nieuwsconsument bereiken ontbreekt het gewoonweg aan enige journalistieke belang.

Problematisch is dat het belang van de VS in militair, economisch en cultureel opzicht onvoldoende is om te verklaren waarom zoveel nieuws van een discutabel niveau is. In de economie wordt in dit verband wel gesproken over ‘opportuniteitskosten’. Dergelijke kosten doen zich voor wanneer tijd en middelen worden besteed aan het een ten koste van de inzet van dezelfde tijd en middelen aan iets anders waarvan wordt verondersteld dat het van meer waarde is. In termen van de journalistiek: een kans is verloren om het publiek te informeren over iets anders dat er meer toe doet.

Het verkoopt goed, maar is nieuws zonder toegevoegde waarde

Er zijn verschillende soorten opportuniteitskosten. Een eerste type betreft het publiceren van berichten die van triviaal belang zijn in plaats van berichten die er echt toe doen. Dit zou ‘sensationalisme’ genoemd kunnen worden. Dergelijk nieuws verkoopt weliswaar goed, maar heeft geen toegevoegde waarde, omdat het lezers niet informeert over zaken die echt van belang zijn. Het betreft doorgaans oppervlakkige en vaak nutteloze berichten, voornamelijk bedoeld om te vermaken en doordrenkt met stereotypen. Het resultaat is dat de gemiddelde lezer eerder minder dan meer wordt geïnformeerd. Dat is zeker het geval wat de VS – in al haar complexiteit - betreft.

Het gaat ten koste van nieuws over de rest van de wereld

Een volgend type opportuniteitskosten betreft het horen van te veel over een land ten koste van nieuws over de rest van de wereld, en in het bijzonder Europa. Ter vergelijking, er verschijnt nauwelijks nieuws over de rest van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika in de Europese pers. Enkele recente uitzonderingen zijn het FARC vredesverdrag, veiligheidsmaatregelen tijdens de Olympische Spelen in Rio, en de Mexicaanse reactie op de muur die Trump wil bouwen. Het punt hier is niet dat er voor Europeanen redenen zijn om meer aandacht te besteden aan bijvoorbeeld San Salvador, maar dat er veel te weinig aandacht is voor nieuwswaardige Europese onderwerpen, zelfs wanneer de impact daarvan op het leven van doorsnee Europeanen ontegenzeglijk veel groter is.

Het komt neer op gemakkelijke afleiding

Een laatste type opportuniteitskosten betreft de kosten voor de kwaliteit en integriteit van de journalistiek zelf. Wanneer journalisten steeds opnieuw gevraagd wordt te recyclen wat al in de Amerikaanse pers is verschenen, is de Europese journalistiek zelf deel van het probleem. Zeker, de Europese pers heeft in het algemeen probleemloos toegang tot de VS, in tegenstelling tot bijvoorbeeld China, Iran of Rusland. En natuurlijk, veel meer journalisten beheersen het Engels dan Chinees, Farsi of Russisch. Maar wereldnieuws volledig gedomineerd door de VS komt neer op een journalistiek van redundantie, een gemakkelijke afleiding.

Onze obsessie met de VS leidt af van onze eigen problemen

‘Maar wat is er nu verkeerd aan een beetje afleiding?’ kan men zich afvragen. Helemaal niets. Kranten hebben bijvoorbeeld ook kunst- en reissecties, en die hebben elk hun eigen plaats. Maar dat is niet de eigenlijke vraag. Die heeft namelijk betrekking op zowel de hoeveelheid als de irrelevantie van veel nieuws uit de VS.

Wanneer dit probleem niet wordt opgelost, brengt dat niet alleen verschillende opportuniteitskosten met zich mee. Als de balans niet hersteld wordt, leidt dit ons op verraderlijke wijze ook af van het herkennen van exact dezelfde fenomenen in onze eigen achtertuin. De problemen van de VS zijn ook onze problemen, hoewel wellicht op wat kleinere schaal.

Neoliberale hervormingen? Check. Een afkalvende welvaartsstaat? Check. Stijgende kosten van het hoger onderwijs? Check. Een groeiende inkomensongelijkheid? Check. Een sterk gesegregeerd onderwijssysteem? Check. Een populistische politiek leider die inspeelt op angst voor moslims? Check.

Onze obsessie met de VS leidt ons af van het oplossen van deze problemen en brengt ons zo allemaal in gevaar.

Michael S. Merry is hoogleraar onderwijskunde bij de Universiteit van Amsterdam. Geert Driessen is onderzoeker bij de Radboud Universiteit Nijmegen. 

Foto: Bostonharborfest (Flickr Creative Commons)