Ouderen wijzen Eigen Kracht-conferentie af

De Eigen Kracht-conferentie kán ouderen helpen om zo lang mogelijk zelfstandig, onafhankelijk en autonoom te blijven. Punt is echter dat ouderen zich niet aangesproken voelen door dit model. Er is dringend behoefte aan een nieuwe benadering.

In Nederland zal in 2030 een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder zijn (van Campen, 2008). Mede hierdoor stijgen de zorgkosten snel. De overheid probeert de stijging te beperken door langdurige zorg zo veel mogelijk te vervangen door informele ondersteuning en korte-termijn- of incidentele zorg. Daarnaast sluit ze verzorgingshuizen en moeten ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Maar hoe moet dat dan wanneer ouderen ondersteuning nodig hebben? Hoe vragen ze dat aan hun familie of vrienden, wanneer ze daar moeite mee hebben of niet veel mensen meer om zich heen hebben?

Ouderen vrezen juist dat ze door een conferentie regie kwijtraken

Een model dat ouderen hierbij kan helpen, is de Eigen Kracht-conferentie (EK-c). Op een bijeenkomst zoekt iemand die hulp nodig heeft samen met zijn sociale netwerk naar mogelijke oplossingen. Daarbij wordt uitgegaan van de aanwezige krachten en kwaliteiten in het netwerk. De EK-c wordt vooral in de jeugdzorg ingezet. Samen met de Wijze Oude Wijven (WOUW) en de Eigen Kracht Centrale hebben we onderzoek gedaan naar de overdraagbaarheid naar ouderen. Bij de start van het onderzoek bleken ouderen, sociaal werkers en managers veelal positief tegenover de EK-c te staan en waren de meeste organisaties bereid energie te steken in het werven van respondenten. Niettemin kwamen de aanmeldingen maar mondjesmaat binnen.

Bij navraag noemden de ouderen allerlei redenen waarom de EK-c uiteindelijk toch niets voor hen zou zijn. Zo wisten ze niet wie uit te nodigen, zou hun sociale netwerk niet bereid of in staat zijn om deel te nemen, of hadden ze het idee dat hun partners en kinderen er ook zonder een EK-c wel voor ze zouden zijn. Daarnaast voelden de meeste ouderen zich niet oud, en waren ze naar eigen zeggen niet toe aan een dergelijke interventie.

We vermoeden echter dat er een diepere angst onder ligt, namelijk dat ouderen vrezen dat een EK-c, in plaats van hun eigen regie te vergroten, er juist voor zorgt dat ze die kwijtraken. Ze moeten dan immers toegeven dat ze hulp nodig hebben. Daarnaast spelen ook verwachtingen een rol. De huidige generatie ouderen heeft de opbouw van de verzorgingsstaat meegemaakt, en is het ontvangen van professionele zorg als recht gaan zien. Dit maakt het minder vanzelfsprekend om ondersteuning te vragen van familieleden en buren.

Professionals geloven niet altijd in Eigen Kracht-conferenties

De verschuiving van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving brengt overigens ook verwachtingen met zich mee, namelijk dat ouderen zelfstandig en actief moeten blijven. De maatschappelijke druk om ‘succesvol’ ouder te worden, maakt dat ouderen hun toenemende afhankelijkheid zo lang mogelijk proberen te negeren.

Ook sociaal werkers zijn terughoudend in het aanbieden van de EK-c aan ouderen. Hoewel ze zich vaak positief uitlaten over de EK-c, melden ze nauwelijks cliënten aan bij de Eigen Kracht Centrale. Dit komt onder meer doordat ze al, met veel plezier, werken met de sociale netwerken van hun cliënten, en dit onderdeel van hun werk niet graag afstaan aan een Eigen Kracht Coördinator. Ze vrezen namelijk dat ze de controle verliezen zodra ze het maken en uitvoeren van een plan aan informele krachten overlaten.

Verder weten de sociaal werkers niet goed hoe ze hun cliënten voor een EK-c moeten motiveren. De meeste sociaal werkers in ons onderzoek voelen zich niet vertrouwd met de motiverende en coachende rol die van hen verwacht wordt. Daar komt nog bij dat ze soms niet geloven in het model zelf. Dit heeft te maken met hun, deels terechte, twijfels over de capaciteiten van hun oudere cliënten en hun sociale netwerken om te kunnen voldoen aan de verwachtingen vanuit de participatiesamenleving.

Ouderen ervaren druk om de schijn op te houden van zelfredzaamheid

Succesvol ouder worden in de participatiesamenleving impliceert een paradox: ouderen moeten zo lang mogelijk actief blijven, terwijl ze er met de jaren steeds minder toe in staat zijn. De terughoudendheid van ouderen tegenover de EK-c, en de onderliggende redenen hiervoor, wijzen erop dat ouderen de druk ervaren om zo lang mogelijk de schijn op te houden dat ze actief en zelfredzaam zijn.

Om deze onwenselijke ontwikkeling tegen te gaan, pleiten we voor een andere interpretatie van succesvol ouder worden, gericht op het recht om oud en in toenemende mate afhankelijk te zijn. Succesvol ouder worden betekent dan eerder het accepteren van nieuwe rollen en het aanvaarden van hulp, dan het zo lang mogelijk zelfstandig blijven. In het verlengde hiervan is het noodzakelijk de in de maatschappij heersende voorkeur voor onafhankelijkheid bij te stellen. Wanneer het over ouder worden gaat, is het immers logischer uit te gaan van onderlinge afhankelijkheid.

Vanuit deze visie is het belangrijk dat ouderen, netwerkleden en professionals gezamenlijk op zoek gaan naar een nieuwe balans tussen autonomie en afhankelijkheid (Hertogh, 2010). Als we dat als samenleving  leren accepteren, wordt het voor ouderen wellicht gemakkelijker hun sociale netwerk te vragen mee te denken over oplossingen voor hun groeiende afhankelijkheid, in de vorm van een EK-c of anderszins.

Meer begeleiding voor sociaal werkers

Ten slotte moeten sociaal werkers, zowel in de praktijk als tijdens de opleiding, meer begeleiding krijgen in het werken met modellen zoals de EK-c. Als ze echt vanuit empowerment leren werken, zijn ze geloofwaardiger wanneer ze zeggen dat het een oudere niet (meer) lukt om aan de eisen van de participatiesamenleving te voldoen en dat hij of zij meer professionele ondersteuning nodig heeft.

Rosalie Metze is onderzoeker bij het Lectoraat Outreachend Werken en Innoveren van de Hogeschool van Amsterdam. Ze doet onderzoek naar outreachend werken en innoveren, zelfregie bij ouderen en Eigen Kracht-conferenties.

Afbeeldingsbron: fservayge (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 2892 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. In 2030 is 25% van de bevolking ouder dan 65, maar de denkfout is dat die mensen allemaal hulp nodig zouden hebben. In de praktijk is het percentage van die mensen dat echt hulp nodig maar heel klein.

    De fout die in het verleden is gemaakt is dat iedereen die hulp aanvroeg die ook gratis kreeg zonder dat gekeken werd naar de echte noodzaak. Daardoor zijn de zorgkosten volkomen onverantwoord uit de hand gelopen en dat wordt nu terecht terug gedraaid, ale gejammer ten spijt.

  2. Mooie analyse. Zolang we het een zwakte vinden dat we elkaar nodig hebben (en dat geldt voor alle leeftijden), is er een onnodige drempel om met elkaar problemen te delen en aan te pakken. Iemand uit een cliëntenraad verwoorde het mooi: ‘we zouden het juist als kracht moeten zien als iemand hulp vraagt’. Goed punt om via de opleidingen van hulpverleners daar meer aandacht aan te geven. En evenzeer nodig (maar wellicht wat lastiger te bewerkstelligen) dat we daarin als gehele samenleving stappen zetten. Dat we elkaar nodig hebben is geen schande, maar hoort bij ons en levert altijd aan twee kanten iets op.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.