Overdaad maakt ongelukkig, oefenen in eerbied biedt oplossing

We zwelgen in genot, en lijden eronder. Al die kansen en spullen: ze worden ons vaak gewoon te veel. De oplossing ligt in beheersing, reflectie en in de voortdurende oefening in eerbied. Het allesbeheersende nutsdenken moet teruggedrongen worden, te beginnen in het onderwijs, schrijft Thomas van de Ven.

 
In de huidige, sterk op consumptie gerichte samenleving gaan steeds meer adolescenten gebukt onder een stortvloed van mogelijkheden en verlokkingen. Zij staan onder druk om zo veel mogelijk te ondernemen binnen in een zo kort mogelijke tijd. Dit leidt regelmatig tot onrust, mensen willen simpelweg te veel. Daardoor krijgen ze last van mentale en fysieke klachten zoals onwillige spieren, oververmoeidheid of depressie. De psycholoog Paul Verhaeghe en de psychiater Dirk de Wachter waarschuwen in hun boeken voor de gevolgen van onze obsessionele hang naar succes en geluk.

Ouders en onderwijs schieten tekort als opvoeders

Jongeren vertonen regelmatig onfatsoenlijk en zelfs ontspoord gedrag in de openbare ruimte. In de eerste twee maanden van 2014 maakten de media al verschillende malen melding van incidenten waarbij jongeren betrokken waren, variërend van vuurwerkoverlast tot mishandeling van een conducteur. Al deze gebeurtenissen tonen eens te meer aan dat keuzestress en onfatsoenlijk gedrag vaak samenkomen in een gebrek aan zelfbegrenzing. En benadrukken dat opgroeien in een postmoderne consumptiemaatschappij vraagt om een specifieke ‘inwijding’ in omgangsvormen, reflectie, loslaten en het maken van keuzes. Hoewel ouders, familielid of voetbaltrainer een groter stempel kunnen drukken op deze inwijding, is het lang niet altijd zeker dat zij dit ook (kunnen) doen.

We mogen van ouders weliswaar verwachten dat zij hun kinderen fatsoen bijbrengen, maar er is geen garantie dat het ook daadwerkelijk gebeurt. Ook het onderwijs zou een initiator kunnen zijn. Zou, want helaas zijn de scholen en universiteiten in de ban van een dominant nuttigheidsdenken geraakt. De filosoof Martha Nussbaum heeft erop gewezen dat het huidige Westerse onderwijs vooral is gericht op het opleiden van specialisten ten behoeve van economische groei en winst. Veel beleidsmakers en bedrijven zijn enkel geïnteresseerd in de natuur- en sociale wetenschappen.

Reflectie op omgangsvormen is nodig

Opgroeien in een postmoderne consumptiemaatschappij vraagt echter expliciet om reflectie op het gebruik van technologie en praktische kennismaking met de natuur. Ook de kanalisering van spanning en energie, een langdurige zelfreflectie voor het maken van keuzes en het attenderen op omgangsvormen zijn nodig. Nu staan deze vakgebieden in de marge van het onderwijssysteem. Het gaat vaak maar om een uurtje levensbeschouwing of burgerschap per week, een toevallige gastles over gezonde voeding of om kortstondig contact met de decaan. Bovendien worden deze vakgebieden vaak te laat aangeboden waardoor jongeren er al onverschillig tegenover staan.

In Rotterdamse probleemwijk ligt de oplossing

Oplossing zou kunnen zijn om beheersing, reflectie, omgangsvormen met mens en natuur en het maken van keuzes nadrukkelijker in het onderwijscurriculum te integreren. Concreet zou er een belangrijke plaats moeten worden ingeruimd voor praktische filosofie (ethiek etc.), gezonde voeding, tuinieren, ademhalingstechnieken en disciplinaire sporten als yoga of judo. Daardoor ontstaat er een evenwichtigere verdeling tussen theoretische en praktische lessen en komt er meer aandacht voor zelfbegrenzing, via het subtiel aanwakkeren van reflectie, verantwoordelijkheid en beheersing. Daarnaast is het belangrijk om ouders, vooral op de basisschool, meer te betrekken bij het leerproces.

Het project van de filosoof Henk Oosterling rond de openbare basisschool Bloemhof in de gelijknamige Rotterdamse probleemwijk geeft een zeldzaam concrete invulling van deze extra aandacht. Op basis van vier extra vakken tracht Oosterling kinderen op jonge leeftijd bewust te maken van de materiële zaken, mensen en natuur om hen heen en hoe zij zich als individuen tot hen zouden kunnen verhouden. In een speciaal aangelegde tuin komen de kinderen in directe aanraking met de natuur door het zelf verzorgen van planten, kruiden, groente en fruit. Als tweede eten alle kinderen op school in een aangebouwde keuken. De schoolleiding betrekt de moeders van de kinderen bij het koken en uitdelen van het gezonde eten dat zoveel mogelijk uit eigen tuin komt. Als derde raken de kinderen aan de hand van judo in contact met de grenzen van hun eigen lichaam en dat van anderen. Discipline en het kanaliseren van energie zorgen voor rust en concentratie in de klas en leiden tot meer toegankelijkheid naar elkaar. Het vak filosofie stimuleert vervolgens de onmisbare zelfreflectie en onderstreept het belang van luisteren en argumenteren. Uit een eerste onderzoek van het Verwey-Jonker instituut blijkt dat de resultaten van deze integrale aanpak positief zijn. De kinderen tonen vooral sociaal-emotionele verbetering, in vergelijking met hun leeftijdgenoten op een controleschool.

Goethe noemde beschaving ‘een voortdurende oefening in eerbied.’ Dat is precies waar de voorgestelde omslag in het onderwijs om draait: door te oefenen in eerbetoon aan medemens, natuur en natuurlijk zichzelf leren kinderen (en niet zij alleen) leren jongeren zichzelf zowel lichamelijk als geestelijk te beheersen. Daarmee kan niet vroeg genoeg worden begonnen.

Thomas van de Ven (1989) studeerde Liberal Arts & Sciences, Internationale Politiek en Filosofie aan de universiteiten van Nijmegen, Utrecht, Oklahoma en Leuven. Momenteel volgt hij een MA Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. www.thomasvandeven.blogspot.nl