Politici moeten leren luisteren naar PVV-stemmers

Een substantieel deel van de bevolking voelt zich aangesproken door rechts-populistische partijen. Hoe moeten opiniemakers, en politici hiermee omgaan? Uit onderzoek naar PVV-aanhangers wordt duidelijk dat er maar één oplossing bestaat en dat is luisteren. Dat gebeurt echter nauwelijks.

Als politici en opiniemakers PVV-aanhangers willen overtuigen dat de PVV niet de aangewezen partij is om allerlei maatschappelijke problemen op te lossen, hebben zij daar nog geen goede strategie voor gevonden. Zo stelt Rob Riemen (2010) dat de PVV gelijk staat aan een hedendaagse vorm van fascisme en denkt psychiater Joost Bosland (2010) dat de opkomst van Wilders het beste vergeleken kan worden met de psychiatrische stoornis borderline: zwart-wit denken en verruwing. Het maken van dit soort verwijten zal er niet bepaald voor zorgen dat PVV-aanhangers op andere partijen gaan stemmen. Het versterkt slechts hun beeld dat de politiek hen niet serieus neemt.

Oplossingen uit de studeerkamer

Een aantal opiniemakers probeert zich te verplaatsen in PVV-aanhangers en probeert via die weg antwoorden te formuleren voor het populisme. Dick Pels (2011) stelt bijvoorbeeld een wisselwerkingsdemocratie voor, die aan de ene kant elitairder is dan de huidige politiek, maar tegelijk populistischer. Alexander Pechtold (2012) denkt dat politici burgers niet naar de mond moeten praten omdat dat op lange termijn hun vertrouwen beschadigt en Bas Heijne concludeert samen met David van Reybrouck dat er een counterverhaal tegen de PVV moet komen (Pleij, 2011).

Het bezwaar tegen deze werkwijze ligt voor de hand: er is met uitzondering van Pechtold (2012) vanaf een veilige afstand nagedacht over wat er nodig is om de PVV-aanhang gerust te stellen of van gedachten te laten veranderen. Er is meestal nog niet met één PVV-aanhanger gepraat. Er bestaat daardoor een grote kans dat voorstellen om PVV-aanhangers te betrekken ook contraproductief werken. Zo is de wisselwerkingsdemocratie van Pels geen oplossing, omdat juist sommige populistische uitspraken van Wilders bij de eigen achterban uiterst slecht vallen. En elitaire politiek is voor veel PVV-aanhangers onbegrijpelijk.

Meningen zonder waarde

Het beeld over de PVV-aanhang wordt vaak gevormd door enquêtes. Zo kunnen we een beeld krijgen van hun meningen en ideeën. Behalve de beperkte representativiteit vanwege de relatief grote non-respons onder PVV-aanhangers, is het ook de vraag of deze wel de juiste thema’s aan de orde stellen. PVV-aanhangers geven wel antwoord op allerlei vragen over politieke thema’s, maar nergens wordt duidelijk of de gestelde vragen gaan over thema’s die voor PVV-aanhangers echt van belang zijn.

Als we ons beeld van PVV-aanhangers baseren op dit soort opinieonderzoek, suggereren we dat de visies van Wilders voor zijn aanhang het meest belangrijk zijn. We hoeven alleen nog maar te weten hoe zij over die visies denken. Maar als we de PVV-aanhang echt zouden kennen, zouden we weten dat veel PVV-aanhangers hele andere thema’s agenderen dan Wilders. Een voorbeeld is het debat over normen en waarden, de toegenomen individualisering en de afgenomen sociale cohesie. PVV-aanhangers maken zich er druk over, Wilders horen we er weinig over en via enquêtes komen we er niet achter. Via enquêtes lijkt het alsof de Wilders-aanhang minder ontwikkelingshulp wil, een thema dat nauwelijks bij hen leeft.

Luisteren

De oplossing hoe we om moeten gaan met PVV-aanhangers is een open deur die kennelijk te weinig wordt ingetrapt: er is simpelweg dialoog nodig over kwesties die deze burgers belangrijk vinden. Dit niet zijn niet per definitie de thema’s die Geert Wilders agendeert, de zaken die opiniemakers belangrijk vinden of de kwesties die uit opinieonderzoek naar boven komen. Het gaat om kwesties uit het dagelijks leven van PVV-aanhangers: soms over politiek, soms over individualisering en soms over buitenlanders.

Luisteren naar PVV-aanhangers is hard nodig: zij hebben de indruk dat hun meningen, verhalen en ervaringen er sowieso niet toe doen en dat ze niet serieus genomen worden. Dat klopt, want via opiniemakers en enquêtes komen hun ervaringen ook niet naar voren. Een luisterend oor is dus wenselijk.

Twee misverstanden

Over luisteren naar PVV-stemmers bestaan twee misverstanden. De eerste is dat er met PVV-aanhangers geen normaal gesprek te voeren zal zijn en dat zij het gesprek niet willen aangaan. Die indruk is op basis van mijn onderzoek fundamenteel onjuist. Of het nu gaat om twijfelende of fanatieke aanhangers, ze zijn vrijwel allemaal bereid om te praten over wat hen drijft, waar ze zich druk over maken en welke oplossingen ze zien. PVV-aanhangers zijn geen domme, onwillende Tokkies. Er is wel een open blik nodig en het uitgangspunt dat ook deze burgers recht hebben op hun eigen mening en daar niets minder om zijn. Dit is precies wat zij vaak missen: het idee dat ze simpelweg worden gerespecteerd. Opiniemakers als Riemen spelen daar ongetwijfeld een belangrijke rol in.

Het tweede misverstand is het idee dat luisteren naar burgers hetzelfde is als hun ideeën uitvoeren. PVV-aanhangers verwachten dat helemaal niet, maar zij willen wel serieus genomen worden als ieder ander. Dat is een kwestie van aandacht, respect en een open blik, niet per definitie van beleidsuitvoering. Waar wachten we nog op?

Chris Aalberts is docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Haage Hogeschool én auteur van ‘Achter de PVV: waarin burgers op Geert Wilders stemmen’.

Literatuur

Bosland, J. (2010): De waanzin rond Wilders: psychologie van de polarisatie in Nederland. Amsterdam: Balans.

Pechtold, A. (2012): Henk, Ingrid en Alexander. Amsterdam: Bert Bakker.

Pels, D. (2011): Het volk bestaat niet: leiderschap en populisme in de mediademocratie. Amsterdam: de Bezige Bij.

Pleij, S. (2011): Dialoog over populisme: ‘we hoeven niet van elkaar te houden’. Vrij Nederland (4 juni): 19-27.

Riemen, R. (2010): De eeuwige terugkeer van het fascisme. Amsterdam: Atlas.