RECENSIE Twee keer ongenoegen

Twee recente boeken over ongenoegen, met een heel verschillende inzet en met interessante overeenkomsten: Kunnen we praten van Joris Luyendijk en Weten vraagt meer dan meten, hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal van Christien Brinkgreve, Sanne Bloemink en Eric Koenen.

Kunnen we praten (2017)  is een politiek pamflet, waarin Luyendijk beschrijft welke sleutelmomenten hem het vertrouwen in de traditionele politieke partijen hebben doen verliezen. Het is een opstapje voor verder onderzoek naar mensen bij wie dat ook is gebeurd en die van plan zijn om op de PVV te gaan stemmen. Hoe is het vertrouwen van hen geschonden, wat waren voor hun kantelmomenten in dat proces? Luyendijk schrijft hun verhalen op en hij becommentarieert en bediscussieert ze samen met anderen. Hij heeft een breed forum: het Algemeen Dagblad, WNL en De Correspondent. De interviews zijn nog volop aan de gang.

Weten vraagt meer dan meten, hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal van Christien Brinkgreve, Sanne Bloemink en Eric Koenen (2017) gaat ook over ongenoegen. Dat boek bestaat uit interviews met beroepsmensen uit verschillende domeinen, die elkaar vonden in onvrede en gedeelde bezorgdheid over de uitoefening van hun vak. Zij kwamen een aantal keren bijeen om te kijken hoe ze iets met hun zorgen kunnen doen. Wat kunnen ze van elkaar leren, hoe kunnen ze tot betere praktijken komen, hoe kunnen ze betere vragen stellen? Ze zien hun boek als een steen in een vijver, als een begin, en ze zien zichzelf als een beweging met een naam: Babel.

De inzet van deze boeken is heel verschillend. Luyendijk wil naar eigen zeggen uit zijn bubbel breken. Hij is in de war en wil zijn eigen verwarring verminderen. Hij begint met luisteren naar anderen wier vertrouwen ook geschonden is en hij hoopt van daaruit in gesprek te komen hoe het verder moet. Zijn boek is sterk op de politiek gericht, op zijn teleurstelling over politici die meegaan in wat hij de Verbouwing van de samenleving noemt, een combinatie van schaalvergroting en doorvoering van marktwerking. Luyendijks wereldbeeld is op verschillende momenten aan het schuiven gegaan. Hij is niet langer blind pro-EU of blind pro-immigratie, maar heeft meer oog gekregen voor de dilemma's daarvan.

Zijn onderzoek naar bankiers in de Londense City is voor hem een belangrijk keerpunt geweest. Hij verwoordde zijn schrik daarover in zijn boek Dit kan niet waar zijn (2015). Daarin beschouwde hij schaalvergroting en marktwerking als de leidende principes van de 'neoliberale technocraten' in de bankenwereld. Maar later wordt hem duidelijk dat die technocraten ook daarbuiten zijn te vinden, en dat daar dezelfde principes van kracht zijn. De City is overal, zo concludeert Luyendijk. Als hij lezingen houdt over de banken, blijkt zijn verhaal herkenbaar te zijn voor mensen in heel andere organisaties en bedrijven. Een beveiliger wijst hem daarop, en ook anderen herkennen in zijn verhaal de problemen op hun eigen werk, in het ziekenhuis of op een school, in een boekenwinkel of op de universiteit. Marktwerking vraagt om metingen, meten vraagt om protocollen en formulieren, en in die bureaucratische rompslomp kunnen mensen hun vak niet meer goed beoefenen. Flexibiliseren, fuseren, harmoniseren, privatiseren – het zijn ontwikkelingen die zich de afgelopen tijd in heel verschillende sectoren hebben voltrokken, en waar dat gebeurde hebben ze grote onzekerheid veroorzaakt. Voor Luyendijk ligt daar een van de sleutels om de politieke verschuivingen te begrijpen. Neoliberale technocraten zitten in alle gevestigde partijen en ze lijken alleen te stoppen door te stemmen op een protestpartij. Luyendijk eindigt Kunnen we praten met een pleidooi voor de democratie en met het formuleren van betere vragen: niet 'meer' of 'minder' Europa, maar waar kunnen we de EU voor gebruiken? En in wat voor land willen we leven? Aan antwoorden is hij nog niet toe.

Ook in Weten is meer dan meten komt marktwerking er heel slecht vanaf. Kortetermijnwinst, protocollen, targets blijken rampzalige gevolgen te hebben voor de werkpraktijken van alledag. Beide boeken richten zich tegen dezelfde fenomenen, die Luyendijk tot zijn schrik in de City aantrof. Zoals Paul Verhaeghe het formuleert: 'Het model regeert'.

Weten vraagt meer dan meten is ook activistisch, maar is minder politiek gericht. Het zoomt dieper in op de kritische analyses die verschillende beroepsmensen van hun vak geven. Om er een paar te noemen: de psychiater Jim van Os, die psychische problemen in breder verband wil zien dan puur neurologisch; de psychoanalyticus, Paul Verhaeghe, die net als Luyendijk vermarkting als gevaarlijke ontwikkeling ziet en die de gevaren en het pseudo-wetenschappelijke karakter van het categoriseringssyssteem DSM uiteenzet, een labeling-cultuur die door digitalisering nog verder wordt vastgezet; de pedagoog, Micha de Winter die bezorgd is over de manier waarop kinderen zich aan het onderwijs moeten aanpassen in plaats van andersom; de journalist Xandra Schutte die pleit voor meer reflectie en minder waan van de dag; de psycholoog en filosoof Trudy Dehue, die de huidige wetenschapsbeoefening bekritiseert, het gebrek aan ruimte om na te denken en de internationale prestatiedruk waaronder het werk van wetenschappers heeft te lijden.

Deze mensen van Babel willen verder gaan dan het aanwijzen van schuldigen. Ze willen de knelpunten in systemen, patronen, processen vanuit verschillende disciplines analyseren en bekritiseren. Ze willen meer begrijpen van de complexiteit van systemen, waarin verschillende partijen en verschillende belangen figureren. Ze laten het niet bij een analyse, maar komen ter inspiratie ook met alternatieven. Ze realiseren zich dat ze zelf ook deel uitmaken van de systemen waar ze graag vanaf willen, en ze proberen om daar met kleine of grote experimenten doorheen te breken.

Het is geen toeval dat deze boeken tegelijkertijd verschijnen. Het neo-liberalisme heeft als ideologisch programma zijn tijd gehad. De zoektocht naar andere handelwijzen is nog maar net begonnen. Het is nu zaak om vernieuwing niet in destructie te laten verzanden, maar een positieve wending te geven.

Christien Brinkgreve, Sanne Bloemink, Eric Koenen 2017, Weten vraagt meer dan meten. Hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Joris Luyendijk 2017, Kunnen we praten. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact.