Reguleer de wietteelt toch

Tegen beter weten in blijft Nederland vasthouden aan een streng drugsbeleid. Dat is een aanpak die bewezen niet werkt en veel geld kost. Het alternatief is er: gereguleerde teelt. Minister Opstelten kan daar maar beter aan toegeven.

Nederland had op het gebied van drugsbeleid ooit een voorbeeldrol, maar we zijn inmiddels een conservatief landje geworden. We worden ingehaald door andere landen in Europa, en zelfs door de VS. We zetten steeds meer in op streng beleid, terwijl uit onderzoek blijkt dat streng beleid niet leidt tot minder gebruik. Terwijl de rest van de wereld steeds meer begint in te zien dat de 'war on drugs' slechts slachtoffers, kosten en gezondheidsrisico's oplevert, blijft minister Opstelten inzetten op zijn 'harde lijn'. De stroom maatregelen zwelt aan: een buitenlanderverbod voor coffeeshops, een minimale afstand van 350 meter tussen coffeeshops en scholen en een verbod op 'sterke wiet'.

Gevolgen repressief cannabisbeleid

Lokale overheden, consumenten en wetenschappers zijn hier niet blij mee. Zij zien in de praktijk dat harde maatregelen vaak averechts werken. Bovendien zijn veel van de strengere regels onnodig en onwerkbaar en leiden ze tot meer overlast, meer illegale handel, meer criminaliteit en een slechter product, dat meer gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en hogere kosten voor de maatschappij.

Zolang de vraag blijft, zal het aanbod van drugs nooit verdwijnen. Het aanpakken van het aanbod leidt er slechts toe dat het aanbod zich verplaatst. Repressief drugsbeleid leidt slechts tot een waterbedeffect. Als er in het waterbed gedrukt wordt, komt het altijd weer op een andere plek omhoog. Dit wordt bevestigd door het promotie-onderzoek van Marije Wouters. Strenger drugsbeleid heeft er in Nederland niet voor gezorgd dat de consumptie, handel en teelt van cannabis afnamen. Wel had het beleid invloed op de vorm waarin dit gebeurde. Waar minder coffeeshops waren, werd bijvoorbeeld meer gebruik gemaakt van 06-dealers.

Na de invoering van de wietpas waren dergelijke gevolgen duidelijk te zien. Ex-politievoorman Hans van Duijn voorspelde al dat de nieuwe maatregelen slechts criminelen aan nieuwe klanten zouden helpen: ‘Criminelen zullen feest vieren omdat zij in de illegale handel een sterkere economische positie gaan krijgen.’ En zo geschiedde. Na invoering van de maatregelen in de zuidelijke provincies steeg daar de overlast en de drugshandel explosief. Vaak waren de nieuwe drugsdealers die opstonden om cannabisgebruikers in hun behoefte te voorzien nog tieners.

Gereguleerde teelt biedt een oplossing

Er bestaat een simpele maatregel om deze georganiseerde criminaliteit in te perken: het reguleren van de achterdeur. Hierdoor wordt het kweken en bevoorraden van coffeeshops legaal en heeft georganiseerde criminaliteit dus geen enkele aanleiding om zich hiermee te bemoeien. Volgens de politie houdt 94 procent van de georganiseerde criminaliteit in Nederland zich alleen maar bezig met wietteelt. Hoeveel hiervan zou er verdwijnen wanneer de achterdeur wordt gereguleerd en deze wiet ook legaal geteeld kan worden?

Er zou een enorme last van de politie en het justitieel systeem afvallen. 50 procent van de politie en 75 procent van de 1300 beschikbare rechercheurs houdt zich nu bezig met drugsbestrijding. De prioriteit die - op basis van vaak valse  informatie - aan hennepteelt wordt gegeven en de honderden miljoenen die erin gepompt worden hebben consequenties: de agent die naar wietplantages speurt kan niet achter dieven en verkrachters aan.

Ook op financieel gebied zou het reguleren van de achterdeur erg gunstig zijn voor de overheid. Alleen al via extra beslastinginkomsten en verminderde justitiële inzet zou regulering jaarlijks al 850 miljoen opleveren. Alles bij elkaar gaat het zelfs om een besparing van meerdere miljarden per jaar. Wanneer de achterdeur gereguleerd wordt, vallen namelijk niet alleen de directe kosten van cannabis-gerelateerde criminaliteit en de hieruit voortvloeiende indirecte criminaliteit weg. Telers kunnen gewoon cannabis gaan verbouwen zoals elk ander gewas. De energierekening wordt door telers gewoon betaald en stroom wordt niet meer illegaal afgetapt. Er is immers geen risico meer dat de politie een kijkje komt nemen omdat je energierekening wel erg hoog is. Verder zou door regulering van de achterdeur illegale werkgelegenheid omgezet worden in legale werkgelegenheid. Mensen die nu zwart hun geld verdienen met de cannabisteelt en handel zullen dat voortaan gewoon wit doen en belasting over hun salaris betalen. Ook voor de volksgezondheid kan gereguleerde teelt gunstig uitpakken. Zo zou cannabis gekweekt kunnen worden waar naar verhouding veel CBD in zit, dat positieve effecten heeft voor de gezondheid en negatieve effecten van THC voorkomt.

Tenslotte zou ook het milieu baat kunnen hebben bij gereguleerde teelt omdat dan gecontroleerd kan worden of die aan milieu-eisen voldoet en er geen illegale bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Bovendien kan bio-restafval worden gebruikt als compost en worden kweekbenodigdheden niet meer in beslag genomen en vernietigd, maar kunnen ze gebruikt blijven worden totdat ze kapot gaan. Cannabisteelt zou al met al flink duurzamer worden.

Gereguleerde teelt is mogelijk

Gereguleerde teelt is ook mogelijk. Minister Opstelten heeft gemeenten ruimte moeten bieden voor lokaal maatwerk, en daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt. Met name grote steden weigeren buitenlanders te discrimineren en controleren niet of zij toch coffeeshops binnengaan.  Onder andere Utrecht, Rotterdam, Leeuwarden, Tilburg en Eindhoven hebben al aangekondigd te willen experimenteren met gereguleerde cannabisteelt. Gemeentes hebben tot 1 april om een voorstel in te dienen. Dat dit in strijd zij met de Europese regels is klinkklare onzin, volgens veel juristen, waaronder het Hoge Raadslid Ybo Buruma.

Opstelten zou er goed aan doen te luisteren naar zijn partijgenoten binnen de liberale tak van de VVD, zoals de jongerenorganisatie JOVD en Frits Bolkenstein, die zelfs pleit voor regulatie en legalisatie van alle drugs. We kunnen nu eenmaal niet achter blijven lopen bij de rest van de wereld.

Matthijs Pontier werkt als postdoc aan de Vrije Universiteit Amsterdam is daarnaast actief als vrijwilliger in de preventieve verslavingszorg bij Unity drugsvoorlichting. Als u hem wilt volgen via Twitter, klik dan hier.