Sekswerkers en seksslaven zijn niet gebaat bij een registratieplicht

Het is een mythe dat de registratieplicht voor sekswerkers het zelfbeschikkingsrecht van prostituees zal versterken. En anders dan Merel Baracs veronderstelt, zal registratie niet bijdragen aan de bestrijding van misstanden. Sterker nog: de handhaving wordt gecompliceerder dan ooit.

In 2000 beloofde de wetgever het nog zo plechtig: de legalisatie van ‘nette’ prostitutie zou ruimte bieden om de misstanden in de seksbranche beter te bestrijden. In twaalf jaar tijd is er echter bitter weinig veranderd; nog steeds worden meerder- en minderjarige vrouwen en mannen onder valse voorwendselen of regelrechte dwang de prostitutie ingelokt. Nog steeds hebben sekswerkers niet de volledige regie in handen om hun werkzaamheden naar eigen inzicht in te vullen.

Het Nederlandse prostitutiebeleid is in de afgelopen jaren meermaals geëvalueerd. Conclusie: sinds de opheffing van het bordeelverbod hebben opeenvolgende kabinetten zich nauwelijks ingespannen om de misstanden in de seksbranche te bestrijden en de legale sector te versterken. Sekswerkers en -exploitanten die zich keurig aan de regels hielden werden tot vervelens toe geconfronteerd met overijverige handhavers. In sommige red light districts werd zelfs zó vaak gecontroleerd, dat de sekswerkers al snel de politieagenten bij naam kenden.

In de tussentijd creëerden gemeentebesturen, ook die met een christelijke signatuur, het ideale ondernemersklimaat voor illegale bordelen en escortbedrijven door te veronderstellen dat je geen prostitutiebeleid hoeft te voeren als je ook geen prostitutievergunningen afgeeft. De landelijke overheid die voor zichzelf geen rol in de seksbranche zag, legde hen geen strobreed in de weg. Deze struisvogelpolitiek leidde tot een vrijhaven voor mensenhandel, dwang en uitbuiting.

Die misstanden in de prostitutiebranche waren en zijn ronduit mensonterend; onder valse voorwendselen en dwang worden vrouwen en mannen, meerderjarig en minderjarig, seksueel uitgebuit. En wie onder die omstandigheden ook nog eens illegaal in Nederland verblijft heeft, zodra hij of zij niet (langer) van nut is in een strafzaak tegen mensenhandelaren, van de Nederlandse overheid weinig anders te verwachten dan een enkeltje herkomstland.

Merel Baracs verwacht dat de registratieplicht voor sekswerkers zal bijdragen aan betere opsporing en bestrijding van misstanden en aan een grotere zelfbeschikking van prostituees. Wie nu niet kiest voor de registratieplicht en wie zich verschuilt achter privacybelemmeringen, kiest voor behoud van alle misstanden. Utrecht bewijst dat een registratieplicht voor sekswerkers uitkomst biedt, aldus Baracs.

Helaas zit de realiteit ingewikkelder in elkaar. Baracs veronderstelt blijkbaar dat de gemeenteambtenaar, belast met de registratie van sekswerkers, in staat is ter plekke en in een kort intakegesprek te kunnen onderkennen of de gemeente met een sekswerker of een slachtoffer van mensenhandel van doen heeft. De ervaring leert dat zelfs gedragsdeskundigen na jarenlange studie en ervaring nog moeite hebben om in een zorgvuldig en wetenschappelijk gevalideerde onderzoekssetting signalen van dwang en uitbuiting op te vangen. Het is juist op dit soort moeilijkheden dat strafzaken tegen vermeende mensenhandelaars bewijstechnisch stuklopen.

Het al dan niet opgenomen zijn in het prostitutieregister zal niets zeggen over het niet vrijwillig werken in de prostitutie. Malafide pooiers kennen de regels op hun duimpje, en zullen vrouwen (en mannen) dwingen zich te registreren. En hoewel sommige zelfstandig werkende sekswerkers zich wellicht wel zullen registreren, hebben velen van hen al aangegeven  zich niet te willen registreren uit angst dat in hun omgeving bekend wordt dat zij hun geld verdienen in de prostitutie. Niet voor niets werken veel van deze sekswerkers  in de anonimiteit van de escort en de motelprostitutie.

Registratie heeft negatieve effecten

Niet alleen zal de registratie dus geen enkel inzicht bieden in wie vrijwillig werkt en wie wordt gedwongen; registratie heeft bovendien negatieve effecten. Prostituees die zich niet registreren zijn strafbaar. Zelfstandige, geëmancipeerde Nederlandse sekswerkers die zich niet willen registreren worden zo gecriminaliseerd. En prostituees die zich niet kunnen (want nog geen 21 jaar of geen verblijfsvergunning) registreren worden vanwege hun strafbaarheid extra  kwetsbaar voor pooiers of kwaadwillende klanten.

Daarbij bestaat het risico dat er van uit gegaan wordt dat het met degenen die geregistreerd staan wel goed zit. Slachtoffers van mensenhandel die gedwongen worden tot registratie zijn dan misschien wel als prostituee in beeld; op hun mogelijk slachtofferschap zal niemand meer bedacht zijn.

Het risico bestaat dat de beperkte handhavingscapaciteit zich gaat richten op de handhaving van de registratieregels voor zelfstandige, geëmancipeerde Nederlandse sekswerkers, terwijl geen hand wordt uitgestoken naar slachtoffers van uitbuiting en onderdrukking , zolang hun registratie maar klopt. Dat is de omgekeerde wereld.

Het is  te simpel en te bureaucratisch om te veronderstellen dat door het hanteren van een registratieplicht mensenhandel in beeld komt. Daar is veel meer voor nodig. Het succes van de Utrechtse aanpak is niet uitsluitend aan de daar gehanteerde registratieplicht te danken. Niet de registratie op zich, maar de persoonlijke contacten tussen hulpverleners van de GGD en sekswerkers verklaren waarom gedwongen prostitutie op het Utrechtse Zandpad mogelijk is teruggedrongen. Maar ook in Utrecht zijn er signalen dat met name Nederlandse prostituees zich niet registreren, en  elders gaan werken.

Emancipatie prostituees vereist klassiek vakbondswerk

Wie serieus werk wil maken van een goed functionerende seksbranche begint bij sekswerkers zélf. Uiteindelijk wil nagenoeg iedereen hetzelfde: een fatsoenlijk georganiseerde branche, waarin sekswerkers zélf bepalen hoe zij hun werkzaamheden uitvoeren. Dat vereist een emancipatieproces waar we, met dank aan opeenvolgende ministers van Justitie, überhaupt nog niet aan toegekomen zijn. De Rode Draad, de belangenorganisatie van sekswerkers, is door de subsidiestop failliet. Zakelijke dienstverleners zoals banken en verzekeraars maken het zelfstandige sekswerkers bepaald niet eenvoudig. Het maatschappelijke stigma is kennelijk nog steeds te groot om prostituees te accepteren als cliënt. Tot slot worden prostituees nog regelmatig gemangeld tussen de exploitant en de belastingdienst; de bordeelhouder weigert sociale premies af te dragen voor een zelfstandig werkende sekswerkers, terwijl de belastingdienst het bestaan van een arbeidsovereenkomst veronderstelt.

Klassiek vakbondswerk is hier dringend gewenst. Kortom: niet registreren, maar emanciperen! Gelukkig is de Eerste Kamer daarvan overtuigd geraakt: vrijwel alle partijen hadden fundamentele kritiek op de rechtmatigheid, de effectiviteit en de handhaafbaarheid van de registratieplicht. In reactie daarop heeft minister Opstelten aangegeven zich te gaan herbezinnen. Duidelijk is dat hij met een wezenlijk ander voorstel zal moeten komen wil hij het akkoord krijgen van de Eerste Kamer.

Een goede gelegenheid om het niet bij symbolische maatregelen te laten en niet van bovenaf, maar juist van onderop in te zetten op een fatsoenlijke seksbranche.

Tineke Strik en Margreet de Boer zijn Eerste Kamerleden voor GroenLinks. Tineke Strik heeft de schriftelijke behandeling van het wetsvoorstel regulering prostitutie voor haar rekening genomen, Margreet de Boer heeft het woord gevoerd in het debat op 30 oktober.

Dit artikel is 2748 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Centraal in dit voorstel staat de verplichte registratie van alle prostituees. Elke sekswerker zal zich er voortaan bij de overheid moeten registreren. Elke klant zal voor een sekscontact een centraal nummer bellen en het registratienummer van de sekswerker doorgeven. Wie zich daartegen verzet, dreigt een straf te krijgen. Zo gaat men trachten zwartwerk, mensenhandel en andere illegale activiteiten rond de seksbusiness te voorkomen.

  2. Ik denk dat hierover echt veel misopvattingen zijn, ik heb zelf met 2 anderen een Resto in Chiangmai in Thailand gehad en er kwamen dus ook thaise meiden en die gingen allemaal geregeld naar westerse landen , ze hadden allemaal diverse vrienden uit diverse landen en die stuurden allemaal geld. Natuurlijk zijn er ook meiden , maar voornamelijk in Nederland die echt een loversboy [ zeg pooier] hebben, Maar er wordt ook veel misbruik door meiden gemaakt om te doen of ze slachtoffer zijn, dus elk geval is apart. Cheers, Ruudo..!..

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.