Ongezond eetgedrag lastig te veranderen

Steeds meer Nederlanders kampen met extreem overgewicht. Het blijkt echter extreem moeilijk om gezond eetgedrag te bevorderen. Mensen ruilen gemakkelijker een appel in voor een Mars dan andersom.

De Nederlander van de 21ste eeuw is gek op een snack, de makkelijk en snel uit de vuist te eten hartige hap. Voor en na de dagelijkse maaltijden schuiven steeds meer Nederlanders een bamischijf, frikadel, hamburger, kroket of nasibal naar binnen. Gezien de gezondheidsrisico's van zwaarlijvigheid, zou het niet al te ingewikkeld moeten zijn om mensen te motiveren de snack te laten staan. Maar dat ligt toch wat ingewikkelder dan op het eerste gezicht lijkt. In hun keuzes en dus ook in hun voedingspatroon laten mensen zich namelijk niet zozeer leiden door bewuste keuzes of nut, als wel door wat ze gewend zijn.

Behoudzucht
Daarbij spelen bezitsneiging en behoudzucht een grote rol, zo leggen de Amerikaanse psychologen Daniel Kahneman en Amos Tversky in de door hun ontwikkelde Prospect Theory uit. De consument ervaart het verlies van een product dat hij in bezit heeft onbewust sterker dan dat hij plezier beleeft in het verwerven van een ander, nieuw product. Zelfs als dat andere product objectief beter, nuttiger of gezonder zou zijn, geeft de consument de voorkeur aan het eventuele mindere maar bekende product. Daar komt bij dat een consument in de regel de relatieve voorkeur heeft voor producten die een affectieve voldoening geven, waarbij vooral sensorische kenmerken als smaak een rol spelen. Dit gaat boven een keuze voor het instrumentele en functionele effect. Dus hij kiest eerder een zak M&M'tjes dan een appel.

Experiment
Dat bleek ook toen we op bijna dertig verschillende scholen in Nederland aan leerlingen (van 16 tot 18 jaar) in de klas een 'gezond' of een 'ongezond' voedingsmiddel uitdeelden. De scholieren werd gevraagd een keuze te maken: ze mochten het product ruilen of houden. Als 'ongezond' product konden ze kiezen voor een Mars of een zakje chips. Voor het functionele en 'gezondere' product werd een appel of mandarijn gebruikt. Ter controle werd aan sommige leerlingen gevraagd om een keuze te maken tussen een gezond of ongezond product, zonder dat deze eerst in de klas waren uitgedeeld.

De uitkomsten van het experiment laten zien dat de bezitsneiging en behoudzucht veel sterker waren voor de ongezondere dan voor de gezondere voedingsmiddelen. Leerlingen die een appel hadden gekregen, wilden deze weliswaar niet zomaar inruilen voor een mars. Maar andersom was het effect nog sterker, er waren maar heel weinig leerlingen die hun mars wilden inruilen voor een appel. En inderdaad bleken de affectiviteitaspecten de meeste invloed te hebben op de uiteindelijke keuze voor het ongezondere product.

Op basis van de uitkomst van dit experiment, lijkt het moeilijk voor de overheid om voedingskeuzes te veranderen. Want als consumenten intuïtief kiezen en niet bewust nadenken over hun keuze, blijft de aantrekkingskracht van bepaalde, ongezonde voedingsmiddelen groot. Moeilijk wil niet zeggen onmogelijk. De overheid kan de keuze van de consument voor alternatieve voedingsmiddelen wel degelijk beïnvloeden. Door op vroege leeftijd een voorkeur te creëren voor gezonde voeding, is het voor de consument relatief makkelijk om een gezond voedingspatroon vast te houden.

Lekker en gezond
De consument moet dagelijks weerstand bieden aan tal van aantrekkelijk gepresenteerde snacks, snoepjes en koekjes. Om te voorkomen dat de Nederlander zich onmatig op al deze ‘lekkernijen’ stort,  moet de overheid meer doen dan waarschuwen voor de gevolgen van zwaarlijvigheid en gezonde voeding propageren. Ze zou de voedingsmiddelenindustrie ertoe moeten bewegen om aandacht te besteden aan het aantrekkelijk en handig verpakken van gezonde voedingsmiddelen. Ook zou ze moeten bevorderen dat kantines een gezond standaardmenu aanbieden of een gezonde(re) standaardsnack. Op de vele onbewuste keuzemomenten van een dag, kiezen de meeste consumenten voor de ‘gemakkelijkste’ optie. Overheid en bedrijfsleven gezamenlijk zouden ervoor moeten zorgen dat dat voortaan ook de gezonde optie is.

Leonie Cramer is gepromoveerd aan de Universiteit van Wageningen op haar proefschrift  “Reference Effects in Consumer Food Choice” en is thans werkzaam als  Research Manager bij PepsiCo Nederland