Het fnuikende effect van de Wajong

Vorige week protesteerden zeventig wethouders tegen de bezuinigingen in de Wajong. Maar om jonggehandicapten de mogelijkheid te ontnemen aan het werk te gaan, gaat ook weer wat ver, vindt Evelien Tonkens.  Blijven investeren in begeleiding naar werk en het behouden van werk is het devies.

Na een ernstige crisis belandde de 24-jarige Rutger in een jeugdinrichting. Daar kreeg hij hulp om zijn dagelijkse leven weer in het gareel te krijgen, zijn zelfvertrouwen te herstellen en plannen te ontwikkelen voor zijn toekomst. Na een paar maanden kon hij buiten de inrichting de draad weer oppakken. Hij wilde fietsenmaker worden en daartoe een opleiding volgen. In de avonden zou hij een baantje zoeken.

Maar de jeugdinrichting vroeg met succes een Wajong-uitkering voor hem aan. Een standaardprocedure voor iedereen die uit de inrichting wordt ontslagen, om jongeren de stress van bijstand en werk zoeken nog even te besparen. Ook voor Carola, slachtoffer van seksueel misbruik en jeugdprostitutie, vroegen ze de Wajong aan. Carola en Rutger lopen niet over van zelfdiscipline. Met een levenslange uitkering is op tijd uit bed komen nóg moeilijker geworden.

Ingrijpen
Ieder kabinet zou ingrijpen in de Wajong. Na de hervorming van de arbeidsongeschiktheidsregeling voor volwassenen is de Wajong de resterende fuik. Op korte termijn is de Wajong een uitkomst, want jongeren die al problemen genoeg hebben, krijgen in elk geval financiële zekerheid. Hun ouders bij wie ze vaak (nog, of weer) wonen, ontvangen zo een tegemoetkoming in de kosten van het levensonderhoud. Maar op termijn is het natuurlijk waanzin om jongeren die (herhaaldelijk) in crisis zijn geweest, levenslang een uitkering te geven. Zo’n uitkering levert, behalve zekerheid, ook een stigma op en ontneemt hen het noodzakelijke zetje om in eigen onderhoud te gaan voorzien.

Zeventig PvdA-wethouders protesteerden vorige week op deze pagina tegen de beoogde ingrepen in de Wajong. Ze hekelden de plannen van de regering om op reïntegratie te bezuinigen en de Wajong alleen toegankelijk te maken voor jongeren die helemaal niet meer kunnen werken (Opinie & Debat, 17 februari). Kees bijvoorbeeld, 21 jaar en verstandelijk gehandicapt, moet recht blijven houden op de Wajong, vinden ze, want ‘in een gewoon bedrijf kan hij immers niet zomaar meedraaien’. En door de bezuinigingen hebben gemeenten straks geen geld meer om Kees te helpen. Dus verliest hij zijn uitkering en een ‘eerlijke kans op werk’. Jongeren als Kees ‘zitten straks noodgedwongen op de bank, zonder dagbesteding en zonder sociale werkplaats, want ook daarop wordt bezuinigd’.

Werkloos
‘De VVD van Rutte vindt toch ook dat mensen niet werkloos op de bank moeten blijven zitten?’, vragen de wethouders. Dat vinden Rutte en de VVD inderdaad. Maar de beperking van de Wajong tot mensen die echt niet meer kunnen werken past daar uitstekend in, zodat mensen als Rutger, Carola en Kees niet meer in de fuik raken.

De wethouders verwarren een verwerpelijke bezuiniging met een wenselijke ingreep. Jongeren als Kees, Rutger en Carola moeten natuurlijk alle hulp krijgen bij het vinden en houden van werk, inclusief sociale werkplaats of een andere beschermde werkplek. Daar mag niet op bezuinigd worden. Zeker niet als je de Wajong wilt beperken tot de mensen die echt niet meer kunnen werken, zoals Rutte wil.

Juist linkse wethouders moeten Rutte daarom houden aan zijn principe dat iedereen die het maar enigszins kan, moet werken en dus een eerlijke kans op werk moet krijgen. Werk geeft mensen een rol in de samenleving, een gevoel van eigenwaarde, een verhaal op verjaardagsfeestjes en een zelfverdiend inkomen. Op die gronden waren de WAO en de bijstand al aangepast, maar de Wajong nog niet. Er is echter geen reden om mensen als Carola, Kees en Rutger heel anders te behandelen dan mensen in de bijstand. Die hebben meestal ook legio problemen, waardoor ze niet uit zichzelf een baan vinden. Vroeger werden zij vaak met rust gelaten onder het mom dat ze toch niet bemiddelbaar waren. Nu niet meer: ze moeten iets doen, maar krijgen daartoe ook hulp. Waarom zou dat niet voor Carola, Kees en Rutger moeten gelden?

Snappen
Maar werk vinden kost werk. En werk creëren ook. Net zoals geld lenen geld kost. Dat moet deze regering razendsnel gaan snappen. Omdat Rutte wil dat iedereen op de arbeidsmarkt meedoet, is bezuinigen op bemiddeling naar werk het domste wat hij kan doen. Dat geldt trouwens ook voor onderwijs aan kinderen met leermoeilijkheden.

Dat moet de kritiek op Rutte zijn. Prima om de toegang tot de Wajong te beperken, maar dan wel in ruil voor een afdwingbaar recht op hulp bij het vinden en houden van een passende opleiding en een passende baan.

Dit artikel van Evelien Tonkens, hoogleraar Actief Burgerschap, verscheen eerder in de Volkskrant, op 23 februari 2011

Foto: Bas Bogers (http://straatfotografie.com)