Burenconflicten in cultureel diverse wijken

Bewoners van cultureel diverse wijken ervaren meer overlast van hun buren dan bewoners van cultureel homogene wijken. Uit het promotieonderzoek van Elze Ufkes blijkt echter dat bewoners zich niet per definitie meer aan overlastveroorzakers met een andere culturele achtergrond ergeren.

Bewoners van cultureel diverse wijken ervaren meer overlast dan bewoners van niet-diverse wijken. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in cultureel diverse wijken 11 procent van de bewoners regelmatig overlast van omwonenden zegt te ervaren, tegen 2,5 procent in cultureel homogene wijken.

Je zou wellicht verwachten dat burenconflicten in divers samengestelde wijken vaak over culturele kwesties gaan, zoals moskeeën en hoofddoekjes. Uit interviews met opbouwwerkers, wijkagenten en bewoners, maar ook uit cijfers van bijvoorbeeld leefbaarheid- en veilgheidsmonitoren, blijkt echter dat ook in cultureel diverse wijken burenconflicten vooral ontstaan naar aanleiding van dagelijkse ergernissen die je in elke buurt tegenkomt. Een belangrijke vraag is vervolgens hoe bewoners van cultureel diverse wijken zulke dagelijkse sociale ergernissen ervaren, en er mee omgaan.

Verrassend: autochtonen ergeren zich meer aan andere autochtonen
In ons onderzoek hebben we ten eerste gekeken of de mate waarin bewoners van cultureel diverse wijken ergernis ervaren afhankelijk is van wie de overlast veroorzaakt. De deelnemers aan het onderzoek kregen een beschrijving van een overlastsituatie - een buurman die je midden inde nacht wakker houdt - en werden gevraagd om zich in dit scenario in te leven. Een derde van de deelnemers lazen hierin over een Nederlandse buurman, een derde over een Turkse buurman, en een derde over een Marokkaanse buurman die geluidsoverlast veroorzaakte.

De eerste - en wellicht de meest verassende - uitkomst van dit onderzoek was dat zowel autochtone als allochtone bewoners die met een buurman uit de eigen groep werden geconfronteerd de geluidsoverlast meer ergerlijk en irritant vonden, dan de bewoners die met een buurman uit een andere groep werden geconfronteerd. Autochtone bewoners die werden geconfronteerd met een Nederlandse overlastveroorzaker ergerden zich dus meer dan autochtone bewoners die geconfronteerd werden met een allochtone overlastveroorzaker. Hetzelfde gold bijvoorbeeld voor bewoners van Turkse afkomst geconfronteerd met een Turkse overlastveroorzaker.

Deze resultaten kunnen verklaard worden door het ‘zwarte schaap-effect’. Wanneer het negatieve gedrag van de ander duidelijk tegen alle normen ingaat kunnen mensen juist toleranter zijn ten opzichte van leden van andere groepen. Als iemand van de eigen groep rotzooi trapt, straalt dat negatief af op jezelf. Ook de verwachtingen zijn vaak anders. Mensen hebben een hogere verwachting van anderen met dezelfde culturele achtergrond dan van mensen met een andere achtergrond. Overlastveroorzakers uit de eigen culturele groep brengen het aangezicht van de eigen groep in gevaar. Ze worden gezien als het zwarte schaap van de groep.

Hoe kun je conflicten in cultureel diverse wijken verminderen?
Waarom ervaren bewoners van cultureel diverse wijken dan toch meer overlast dan bewoners van cultureel homogene wijken? Dit heeft te maken met het bestaan van negatieve stereotypen tussen culturele groepen. Wanneer daarvan sprake is gaan bewoners zich wel sneller ergeren aan overlastveroorzakers met een andere culturele achtergrond. Dit leidt er vervolgens toe dat buurtbewoners minder geneigd zijn om het conflict constructief aan te pakken of te vermijden, en meer geneigd zijn om het conflict te forceren. Negatieve beeldvorming tussen groepen tegengaan is dus belangrijk.

In wijken in Nederland waar veel sociale overlast wordt ervaren, worden al veel projecten georganiseerd om problemen zoals escalatie van burenconflicten tegen te gaan. Echter, in de praktijk blijkt dat dergelijke interventies niet altijd werken. Wat werkt wel? We hebben gekeken naar preventieve interventies en naar interventies gericht op het conflict dat al speelt. Een voorbeeld van die laatste zijn  buurtbemiddelingsprojecten. Die blijken goed te werken. Burenconflicten waarin bemiddeling wordt toegepast zijn een maand later vaak verminderd en in vergelijking met zaken waar geen bemiddeling wordt toegepast speelt er minder conflict.

Buurtbarbecues kunnen stereotypen wegnemen
Het meest bekende voorbeeld van een preventieve interventie zijn de buurtbarbecues. Er is al heel veel onderzoek dat laat zien dat contact tussen leden van verschillende groepen potentieel kan leiden tot het verminderen van negatieve stereotypen. Mensen kunnen daardoor herdefiniëren wie er bij de eigen groep hoort. Dus in plaats van dat bewoners de andere als ‘Autochtoon’ of  ‘Marokkaan’ zien, leidt contact ertoe dat bewoners op zoek gaan naar een groep waarvan ze gezamenlijk lid zijn. In ons onderzoek  vonden we dat een sterk gedeelde wijkidentiteit de beeldvorming tussen groepen in cultureel diverse wijken kan verbeteren. Door vooroordelen over elkaar weg te nemen, voorkom je dat alledaagse conflicten escaleren.

Wel is het zo dat dergelijke projecten vaak op een verkeerd moment worden ingezet en dat het belangrijk is om de randvoorwaarden in de gaten te houden. Voor contactinterventies is het bijvoorbeeld belangrijk dat het onderlinge contact tijdens de interventie uiteindelijk als positief wordt ervaren en dat dit contact niet eenmalig is. In reeds geëscaleerde situaties zijn eerst andere interventies nodig die gericht zijn op het conflict zelf.

Elze Ufkes promoveerde onlangs op ‘Burenconflicten in Cultureel Diverse Wijken’. Ufkes werkt sinds januari 2011 aan de Yale University in de VS.