Praten helpt het dwanghuwelijk te voorkomen, straffen niet

Ook in Nederland is het gedwongen huwelijk een feit. De regering zet sinds kort het strafrecht in om dit fenomeen te bestrijden. Maar een preventieve aanpak werkt beter. Bijvoorbeeld een campagne om jongeren te informeren en te empoweren.

‘Zoals ieder jaar gingen we ook die zomer op vakantie naar Turkije. Toen mijn moeder mijn kleren inpakte, wat ze daarvoor nooit had gedaan, voelde ik al dat deze vakantie anders zou worden. In Turkije gebeurde waar ik bang voor was: ik werd uitgehuwelijkt en Nederland zou ik nooit meer zien. Ik vond het vreselijk.’

Het relaas van Meryem (22 jaar) is niet uniek, zij is een van de Nederlandse jongeren die jaarlijks tegen hun wil worden uitgehuwelijkt. Om aan deze praktijk een eind te maken, heeft de staatssecretaris voor Veiligheid en Justitie Fred Teeven op 10 oktober een wetsvoorstel gepresenteerd dat de overheid ruimere mogelijkheden geeft om huwelijksdwang krachtiger te kunnen bestrijden. De belangrijkste elementen van dit inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen voorstel bestaat uit de verhoging van de maximumstraf voor huwelijksdwang, van negen maanden naar twee jaar, en de verruiming van de verjaringstermijn voor huwelijksdwang bij minderjarigen. De Kamer heeft het Wetsvoorstel Huwelijksdwang weliswaar goedgekeurd, maar heeft tegelijkertijd gevraagd om meer inzet op preventie, voorlichting en specialistische kennis.

Ook het landelijk kennisinstituut voor sociale vraagstukken MOVISIE heeft zo haar twijfels over de strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang. In haar onlangs verschenen rapport ‘Twee stappen vooruit, één terug’ heeft het kennisinstituut een belangrijke kanttekening geplaatst bij het wetsvoorstel van Teeven. Te vrezen valt namelijk dat strafbaarstelling van huwelijksdwang er toe kan leiden dat jongeren niet langer melding van huwelijksdwang maken, niet omdat ze het zouden goedkeuren, maar omdat ze zich ertegen verzetten dat hun ouders als criminelen worden bestempeld en eventueel achter de tralies verdwijnen. De bewindsman heeft dit bezwaar verworpen; hij stelt dat zijn wetsvoorstel juist een aansporing is voor slachtoffers om naar de politie te stappen.

Hoe groot is het probleem nu eigenlijk?

Over de omvang van het vraagstuk is weinig bekend. Er is geen landelijke registratie en slachtoffers huiveren om met hun verhaal naar buiten te komen. Alleen de extreme gevallen worden daardoor zichtbaar, en die vormen waarschijnlijk slechts het spreekwoordelijke topje van de ijsberg.

In Engeland telde een speciale eenheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, The Forced Marriage Unit, vorig jaar 1482 gevallen van huwelijksdwang. In 78 procent van de gevallen waren de slachtoffers meisjes en jonge vrouwen en in de resterende 22 procent jongens. In Nederland ligt die verhouding volgens scholen, politie, hulpverlening en opvang - de organisaties die het meest geconfronteerd worden met de gevolgen van huwelijksdwang en haar slachtoffers - waarschijnlijk niet veel anders. Uit de vooralsnog schaarse gegevens blijkt dat het voornamelijk gaat om jonge vrouwen (rond 18 jaar) van Turkse, Marokkaanse, Afghaanse, Iraanse, Irakese en Pakistaanse afkomst die worden uitgehuwelijkt. Ook Roma en Hindoestaanse meisjes behoren tot de risicogroep evenals kinderen uit orthodox-protestante gezinnen.

Motieven voor een dwanghuwelijk

Het beleid van staatssecretaris Teeven om huwelijksdwang te bestrijden door middel van strafrechtelijke sancties, zou - ook vanwege de mogelijke neveneffecten - een laatste redmiddel moeten zijn. Om het gedwongen huwelijk te kunnen voorkomen, dient vooral ingezet te worden op informatie en preventie. En dat begint met het zoeken naar een antwoord op de cruciale vraag wat mensen beweegt om hun kinderen überhaupt een huwelijk op te dringen. Uit het beschikbare onderzoek blijken ouders zowel materiële als immateriële motieven te hebben. Ouders die een materieel motief hebben om een huwelijk aan hun kind op te leggen, doen dat bijvoorbeeld om het familiekapitaal te behouden of te vergroten, of om een verblijfsvergunning voor deze of gene familielid te verkrijgen. Ouders die uit niet-materiële motieven handelen zijn sterk gericht op het behoud of de versterking van familiebanden, op het voorkomen dat er buiten de eigen sociale, etnische of religieuze groep getrouwd wordt of willen voorkomen dat hun kind een westerse leefstijl (bijvoorbeeld seks voor het huwelijk) aanneemt.

Huwelijksdwang brengt jongeren in een onmogelijke positie tegenover hun ouders. Neem Malini: ze was 17 jaar oud, toen ze door haar ouders gedwongen werd te trouwen. ‘Mijn ouders handelden uit zorg en liefde voor mij en daarom kon ik geen nee zeggen. Toen ik eenmaal in het huwelijk had toegestemd, kwam ik echter een tweestrijd terecht. Was dit wat ik wilde? Moest ik me opofferen om de goede contacten met mijn familie niet te verliezen? Ik voelde me down en machteloos, stopte met studeren, ging niet langer naar buiten en sloot mezelf op.’

In het verhaal van Malini komt het loyaliteitsconflict sterk naar voren. Ook uit tientallen groepsgesprekken tussen ouders en jongeren en de verhalen op www.yourright2choose.nl komt dit dilemma telkens weer naar voren. Het is het relaas van jongeren die het gedwongen huwelijk afwijzen, maar tegelijkertijd hun ouders niet willen teleurstellen of beschamen. Een spagaat die niet wordt opgelost wanneer jongeren tegen hun wil instemmen met het door hun ouders opgedrongen huwelijk. Integendeel, de problemen en frustraties kunnen alleen maar groter worden.

Nu zijn over de gevolgen van huwelijksdwang voor slachtoffers en betrokkenen weinig harde gegevens bekend. Uit de verhalen van slachtoffers die wel hun verhaal hebben gedaan, blijkt dat sommigen seks binnen het gedwongen huwelijk hebben ervaren als verkrachting en het inwonen bij de schoonfamilie, eufemistisch gesproken, heel ongemakkelijk vonden. Wanneer echtgenoten niet uit hetzelfde land komen, zijn de verschillen in taal en cultuur vaak een bron voor huiselijk geweld. In het uiterste geval worden vrouwen hierdoor depressief of suïcidaal, soms met fatale gevolgen.

Betrek jongeren en ouders in de strijd

Alle reden derhalve om het gedwongen huwelijk in Nederland terug te dringen. Informeren en empoweren zijn daarbij essentiële ingrediënten, zoals bijvoorbeeld gebeurt in de campagne yourright2choose! van MOVISIE. Het is belangrijk dat jongeren weten dat ze noch de enige zijn noch alleen staan. Als ze zich gesteund weten, komen de (potentiële) slachtoffers misschien makkelijker uit hun isolement en durven ze sneller hulp te vragen. Op de gelijknamige website kunnen jongeren hun verhaal doen, ervaringen uitwisselen en tips krijgen over het maken van een noodplan indien er een reële kans bestaat dat ze daadwerkelijk dreigen te worden uitgehuwelijkt. Ze kunnen er bovendien terecht voor informatie over hulpverlenende instanties. Ook de ouders en vooral de diverse gemeenschappen waartoe zij behoren, worden actief betrokken bij deze preventiecampagne. Uit de gesprekken met ouders blijkt namelijk dat ze hun kinderen wel meer vrijheid willen geven, maar dit niet durven omdat ze afhankelijk zijn van de gemeenschap. Ouders blijken, ook zonder het (strafrechtelijke) zwaard van Damocles boven hun hoofd te overtuigen om van het gedwongen huwelijk af te zien.

Linda Bakker is promovendus sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.