Het diverse zwarte bewustzijn van Antilliaanse jongeren

Over het zwarte bewustzijn van Antillianen lijken vaak maar twee smaken te bestaan: van ‘slachtoffers van de slavernij’ tot zij die ‘hun slavernijverleden gebruiken om Nederlanders te chanteren’. Francio Guadeloupe ziet op de Antillen dat de werkelijkheid van jongeren vele malen diverser is.

30 Mei 1969: om hun boosheid jegens wit Nederland te tonen plundert en brandt de zwarte bevolking op Curaçao Willemstad af. Nederlandse militairen moeten ingrijpen. Het wordt duidelijk dat het Koninkrijk, met het grondgebied in Europa en de zes Caribische eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, en Saba) niet werkt.[1] 19 Oktober 2012: om hun woede jegens wit Nederland te tonen stemt de zwarte bevolking op Curaçao massaal voor de populistische partij, Pueblo Soberano (Onafhankelijk Volk), onder leiding van Helmin Wiels, die zo snel mogelijk politieke onafhankelijkheid wilt.

Het Koninkrijk der Nederlanden is een papieren constructie. Het werkt niet. Hoe zou dit komen? Linkse Antilliaanse intellectuelen en activisten zoals Artwell Cain, ex-directeur van de NiNSEE (Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis), en Glen Helberg, directeur van de OCaN (Overlegorgaan Caribische Nederlanders), menen dat de zwarte bevolking op de Antillen als slachtoffers van hun onverwerkte slavenverleden kampen met een minderwaardigheidscomplex.[2] Dit kunnen zij niet verhelpen aangezien hun gesprekspartners, de witte Nederlanders, zich nog niet volledig hebben ontdaan van de waanzin van superioriteit die is opgedaan tijdens de koloniale periode. Er moet meer geïnvesteerd worden in het onderwijzen van Nederlanders over de effecten van de daden van hun voorouders, en Antillianen moeten afgeholpen worden van hun gevoelens van inferioriteit. Ze moeten een zwart bewustzijn ontwikkelen.

Conservatie politieke kijk

Een contrasterend vertoog krijgen we van de Leidse hoogleraren Piet Emmer en Afshin Ellian, die beargumenteren dat Antillianen te pas en te onpas hun slavernijverleden gebruiken om Nederlanders te chanteren.[3] Racisme en de zogenaamde effecten van de slavernij, zoals tienerzwangerschap, worden gebruikt als een excuus. Zij pleitten dan ook voor een strikt beleid waarbij Den Haag harder optreedt en palen en perken opwerpt als het gaat om racisme tegen Nederlanders op de eilanden. Nederland moet ook  alleen die Antillianen toelaten die in Nederland komen om te studeren, die een diploma hebben of een redelijke kans hebben op een baan.

Ook al staan deze vertogen van linkse Antillianen en Leidse hoogleraren lijnrecht tegenover elkaar, de grote overeenkomst is ook opvallend: een conservatieve politieke kijk, die typerend is voor deze tijd. Antillianen en Nederlanders functioneren in dergelijke vertogen allebei als etnische groeperingen die zowat immuun zijn voor tijd en verandering. Ze zijn wie ze volgens de geschiedenisboeken waren: slaven en kolonisten. Curaçao staat synoniem voor de hele Antillen en Den Haag is hetzelfde als alle inwoners van Nederland. Ook is er een tijdloze racialisering: Nederlanders zijn wit, Antillianen zijn zwart. Alle andere vormen van diversiteit worden buiten beschouwing gelaten.

Nu is het inderdaad zo dat de meeste bewoners op de Antillen donkergekleurd zijn, maar wat weten we als we dat toegeven? Wat zegt dat over de diversiteit verschillende manieren waarop jongeren omgaan met de kwestie van zwart bewustzijn en de strijd tegen racisme?

Rastafari’s vinden afgestudeerde, terugmigrerende zwarten verschrikkelijk

Dreads, sterk vervilte lokken haar die lijken op vlechtjes, worden geschud. Marihuana wordt volop gerookt. Thee gemaakt van diezelfde plant wordt ook genuttigd met fruit en andere zoetigheid. ‘Jah’ roept de één, waarop de anderen bijna eenstemmig ‘Rastafari’ antwoorden. Ja, het ritueel is geslaagd.

Alles is irie, relaxt. Jah Mickey, een jonge Rasta, met goudbruine dreadlocks die passen bij zijn karamelkleurige huid, geboren in Dominica (gelegen tussen de bovenwindse eilanden Guadeloupe en Martinique), en werkzaam in de bouw, vertelt mij dat dit, het samenzijn in vrede, de ware tempel van Jah is. Niet die barokke en modernistisch geïnspireerde kerken die je overal ter wereld tegenkomt. Je moet je irie voelen om dread te zijn, om boos te zijn op het onrecht in de wereld. En er is veel om woedend over te zijn. Razend over het feit dat politici en liegen synoniemen zijn bijvoorbeeld, of giftig over dat degenen die het hardst werken het minst verdienen, furieus dat de rijken van nu veelal nazaten zijn van de rijken die hebben geprofiteerd van de voorouders van de meest hardwerkenden van vandaag, laaiend dat je met de nek wordt aangekeken door rozehuidigen en bruinhuidigen met en zonder geld. Als dreads heb je geen status. Wat de rastafari’s vooral verschrikkelijk vinden zijn al die afgestudeerde zwarten die terugmigreren uit Nederland of de Verenigde Staten en die hen geen blik waardig gunnen. Een vrouw uit die groep kiest nooit een rastaman als serieuze partner. Dat doen witte vrouwen wel, vooral de stagiaires. En je vindt sommige witte managers die respect hebben voor het rastageloof, terwijl menige zwarte het belachelijk maakt. Daarom, zo wordt mij verteld, mag je, hoewel witten historisch veel kwaad hebben gedaan, nooit en te nimmer discrimineren.

De continue zoektocht van Vodou

Er zijn ook jongeren op Sint Maarten en andere Nederlandse eilanden die niet Jah aanbidden, maar de Vodou Godin Erzulie. Aanbidden is natuurlijk niet de juiste term. Jongeren die ik tegenkwam op de eilanden delen hun lichaam met deze Lwa, deze Vodou Godin, geboren in de Nieuwe Wereld. Ze worden door haar bezeten tijdens speciale sessies. Zelfs het woord bezeten klopt niet helemaal, want voor vele devoten is Erzulie – en andere goden en godinnen, hun voorouders en dwalende geesten van overal ter wereld - een onderdeel van hun Zijn. Zonder deze niet menselijke entiteiten voelen zij zich niet compleet. Maar het blijft een continu passen en meten bij het delen van je lichaam. Het gaat in Vodou om een continue zoektocht naar geestelijke en lichamelijke balans door middel van het dienen en in gesprek treden met de Lwas, andere entiteiten en directe voorouders. Door de diverse gender en seksuele voorkeuren van ieders geestelijke mix is ieder individu in feite androgyn en biseksueel, of ze het nou praktiseren of niet.

Deze jongeren zijn net zo bewust en uitgesproken als de rastajongeren over de verstrengeling van klasse, etniciteit en racisme op de eilanden. Maar onder Vodoujongeren vind je ook keurig geklede jongens en meiden, met kort geknipt haar of met een permanent. Deze Vodoudevoten zijn ook ‘sociale stijgers’. Ze doen hun best op school en veroveren veel beurzen, om vooral in de VS te gaan studeren. Hun ouders staan economisch gezien op de onderste trede van de maatschappelijke ladder, maar zij zijn van plan om te zorgen dat zij hogerop zullen treden.

Anders dan de rastajongeren zien de Vodouaanhangers Afrika niet als een ver weg continent. Zij vertellen mij dat je via het delen van je lichaam met de lwas  je elke avond naar Guinee kan gaan. Guinee staat voor hen symbool voor Afrika net als Ithiopia dat is voor de Rastas. Het is waar de voorouders vandaan kwamen. Maar Guinee staat ook voor meer. Guinee is ook de plek waar alle mensen naartoe gaan. Guinee is als de hemel maar dan anders, een onzichtbare wereld die lijkt op de onze, maar dan beter.

Christelijke jongeren: racisme is des duivels

Eén manier om de vrede tussen zwarten en witten en alle andere volkeren te bereiken zou kunnen zijn: vaarwel zeggen aan Jah en Vodou , en de ware God aanbidden. De God van de bijbel. De God van het christendom. Dat vinden de jongeren die de reguliere kerken bezoeken op de eilanden.

Deze christelijke jongeren gaan niet alleen regelmatig naar de kerk, maar zitten ook van jongs af aan bij jongerenclubs zoals de scouting, boys brigade, of gospel koren. Dit is ook het geval bij Eduardo, die ik tegenkwam op Curaçao. Eduardo is een vrome katholiek en padvinder die medicijnen studeert in Nederland, en even op vakantie is op Curaçao. Hij mist zijn ouders en hij mist Curaçao. Hij is een waar rolmodel. In de kerk en op scholen en bij de scouting geeft hij motiverende praatjes aan de jongeren die ervan dromen om carrière te maken en in het buitenland te gaan studeren. De hechte vriendenclub van Eduardo in Nederland zijn de jongens en meiden waarmee hij in de kerk en de jongerenclubs is grootgebracht. Hier kregen ze een versie van zwart bewustzijn dat christelijk getint was.[4] God houdt van alle mensen.

In gesprekken met Eduardo en zijn vrienden begrijp ik dat racisme en klassendiscriminatie des duivels is. Slavernij was de uitkomst van de ongehoorzaamheid aan God door mensen die teveel door Satan beïnvloed waren. De daad van zondaars die bij toeval witte Europeanen waren.

Je bestrijdt racisme en discriminatie en sporen van de slavernij niet door een ‘back to our roots’ politiek, ofwel door een zoektocht naar en omarming van een Afrikaanse identiteit. Dat is onchristelijk, want de geestesvereringen van Vodou is voor hen brujeria, hekserij. Wat je moet doen is diep geloven in Gods liefde en die verkondigen.

Dit diepe geloof en karakter zou de nazaten van degenen die slaven maakten de kracht moeten geven om alle vormen van discriminatie te weerstaan en de maatschappelijke ladder te beklimmen via onderwijs en hard werken. Ondanks zijn lichtbruine kleur en golvend haar, identificeert Eduardo zich als zo’n nazaat. Tula, de vrijheidsstrijder die de grootste revolte leidde ten tijde van de slavernij, is zijn held. Tula, zo vertelt hij mij, was een christen!

Afrocentrische jongeren: er is te veel aandacht voor slavernij

En het is juist weer het vasthouden aan het christendom van Eduardo en zijn vrienden en vriendinnen, dat voor de Afro-centristische jongeren op de eilanden problematisch is. Zoals voor Denicio, een donkerbruin gemillimeterde, recent afgestudeerde Curaçaose ambtenaar, die er altijd netjes verzorgd uitziet en daardoor aantrekkelijk wordt gevonden door de vrouwen die Jah Mickey geen blik gunnen. Denicio ziet juist het christendom als symptoom van mentale knechting. Hij is een aanhanger van Marcus Garvey, de Jamaicaanse vrijheidstrijder die begin 20ste eeuw een felle strijd streed tegen witte overheersing. Denicio is zelfs wat radicaler dan Garvey in sommige opzichten. Garvey bleef een aanhanger van het katholicisme. Voor Denicio is het onacceptabel dat het christelijk geloof dat werd gebruikt door rozekleurige Europeanen om het zogenaamde barbarisme en heidendom van bruine mensen uit Afrika uit te roeien, vandaag wordt vereerd. God moet op een juiste, Afro-centrische  wijze worden aanbeden. Een die lijkt op Vodou, maar dan ontdaan van al die zwarte magie, geldlust en aanbidding van witte geesten, die deze religie heeft geërfd van het christendom en Europese vormen van spiritualiteit.

Zo heeft Denicio ook heel weinig op met de wiet rokende jongeren die volgens hem doen alsof ze rasta zijn. Hij vindt ze ongedisciplineerd en zeer oppervlakkig. Ze lezen nooit een boek maar roepen de hele dag afgezaagde Rasta-mantras die je vindt op toeristen t-shirts, waarmee ze de aandacht van witte dames trekken. Als ze net als Bob Marley en Peter Tosh echt stonden voor de strijd tegen witte overheersing en voor zelfontplooiing zou hij ze serieus kunnen nemen.

Je zou verwachten dat slavernij een belangrijk ijkpunt is voor het Afro-centrisme van Denicio en zijn vrienden, maar dat is niet zo.  Zij vinden dat er juist te veel aandacht besteed wordt aan deze mensonterende periode en niet genoeg aan de studie van Afrikaanse civilisaties voor de koloniale periode.

Witten willen deze projecten al te graag steunen, maar raken in paniek als je het hebt over het doceren van Afrikaanse genieën zoals Imothep of Cheik Anti Diop in de schoolbanken. Er is geen balans, vindt Denicio. Hij vindt dat witten de donkere populatie in de Nieuwe Wereld willen doen geloven dat hun essentiële identiteit slaaf is. Hij kwam tot dit inzicht in Nederland door deel te nemen aan zwarte organisaties die Afro-centrische intellectuelen zoals Ronuko Rashidi en Yosef Ben Jochannan uitnodigden om lezingen te geven en gezamenlijk boeken lazen van auteurs zoals Molefi Asante.

Geïnfecteerd door Jay-Z en Beyoncé

Nu is Denicio bezig andere bruine jonge professionals, zoals de recent afgestudeerden die naar de eilanden terugmigreren, te organiseren om hier ook Afro-centrisme te voeden.[5] Alleen, zucht hij, het is moeilijk met al die farandula —  feestende en zogenaamd apolitieke  —  jeugd op Curaçao, die geïnfecteerd zijn door Jay-Z, Beyoncé en al het hip hop-geweld waardoor ze het alleen maar hebben over geld, seks, Gucci en sportwagens. Farandula is voor hem een vorm van vals bewustzijn, gepromoot door witte machthebbers met hun zwarte kornuiten. Een groot complot, zegt hij.

Rastas, Voudouaanhangers, christenen en Afro-centristen – het zijn allemaal manifestaties van zwarte bewustzijn op de Antilliaanse eilanden. Wat Jah Mickey, Celine, Eduardo en Denicio delen is het inzicht dat mensen wiens voorouders tussen de 16de en 19de eeuw gedwongen werden om vanuit Afrika de overtocht naar de Nieuwe Wereld – de werelddelen Amerika - te maken, en daardoor moesten strijden tegen pogingen om slaven van hen te maken. Dit inzicht leidt tot de beslissing om tegen dit onrecht te vechten. Het lijkt alsof Jah Mickey, Celine, Eduardo en Denicio elkaar makkelijk zouden kunnen vinden. Dit is niet het geval, aangezien de manieren waarop ze tot die inzichten komen verschillen. Zwart bewustzijn op de Nederlandse eilanden in het Caribisch gebied is een kwestie van diversiteit in strijd.

En dan heb je ook nog de Faranduleros: waarom zou hun aantrekking tot Jay-Z en Beyoncé niet een vorm van zwart bewustzijn behelzen?

Francio Guadeloupe is onderzoeker aan Universiteit van Amsterdam.

Noten:


[1] Voor meer historisch kennis over het Koninkrijk en de Nederlands Antilliaanse eilanden zie, Oostindie, G (2005), Paradise Overseas, the Dutch Caribbean: colonialism and its transatlantic legacies. Oxford: Macmillan.

[2] Artwell Cain heeft een weblog waar hij regelmatig korte provocerende stukken schrijft. Zie http://voicefromthemirrors.com/ (geraadpleegd op 27 maart 2013). De visie van Glen Helberg is te beluisteren in een radio-interview: http://www.radio1.nl/items/30789-glenn-helberg-psychiater-en-voorzitter-overlegorgaan-caribische-nederlanders-over-polarisatie-en-slavernij-in-2011 (geraadpleegd op 27 maart 2013)

[3] Piet Emmer, “Postkoloniale migratie: Stop de Antillianen”, NRC, 10 november, 2007. Geraadpleegd op 27 maart 2013, http://vorige.nrc.nl/opinie/scheffer/article1853425.ece.
Afshin Ellian “Hero Brinkman heeft gelijk over de Antillen”, Elsevier, 14 januari, 2008. Geraadpleegd op 27 maart 2013, http://www.elsevier.nl/Algemeen/blogs/2008/1/Hero-Brinkman-heeft-gelijk-over-de-Antillen-ELSEVIER153908W/

[4] Om te begrijpen hoe zwart bewustzijn in het Caribisch gebied zich kan verspreiden via het Christendom zie, Potter, P. (1981), Life in all its Fullness. Geneva: World Council of Churches.

[5] Een kritische introductie over Afro-centrisme is, Howe, S. (1998),  Afrocentrism: Mythical Pasts and Imagined Homes. New York: Verso.

 

Foto helemaal boven: 'De complexiteit van Erzulie' door: Vanessa Paulina

Dit artikel is 7702 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Ik reageer in 2018 op een publicatie van 2013 maar goed dit moet ik toch kwijt.
    Racisme van “zwarte” Antillianen jegens “witte” Nederlanders moet gestopt worden, dat is een motie die in 2018 nog steeds loopt kijk maar op markplaats/durftevragen op Facebook. Dit vind ik zo grappig aangezien er NOOIT een motie is geweest om racisme van “witte” Nederlanders jegens “zwarte” Antillianen te stoppen. Het is zelfs zo erg geworden dat “zwarte” Antillianen die in Nederland gestudeerd hebben opeens een “upgrade” hebben gekregen dat zij bijvoorbeeld sneller aangenomen worden voor betere posities. Onderlinge racisme is zo erg geworden dat wij onze “eigen” mensen weer onderverdelen en discrimineren. Dit wordt ook ondersteund door de overheid aangezien een “witte” Nederlandse stagiaire goedkoper is en gesubsidieerd wordt door de overheid, deze wordt dan direct een stageplek aangeboden. Aangezien zij ook hun studiefinanciering hebben overleven zij op die belachelijke 500NAF vergoeding per maand, de “zwarte” Antilliaan NIET! Dus blijft die zonder stageplek. En de “zwarte” Antilliaan die in Nederland studeert en op Curaçao stage wilt lopen wordt afgewezen door hun eigen opleiding want “stage lopen in eigen land is toch vakantie en geen stage toch?”, maar een “witte” Nederlander die in Nederland stage loopt krijgt direct akkoord! Nederland is “echt” en Curaçao is “vakantie”. Enfin het is een cirkel die constant blijft aangezien beide partijen er geen eind aan kan/wil maken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.