Is de Nederlandse politiek racistisch?

Volgens ombudsman Alex Brenninkmeijer in Buitenhof  is het politieke tij in Nederland racistisch geworden. Heeft hij gelijk? Ontegenzeggelijk is overheidsbeleid migrantenvijandig en discriminatoir geworden. Is dat ook racistisch?

 

Ja

Het Nederlandse overheidsbeleid gericht op migratie en integratie is sinds de eeuwwisseling ontegenzeggelijk migrantenvijandig geworden. Het rapport van de Raad van Europa van 15 oktober jl constateert ernstige vormen van discriminatie tegen migranten in Nederland. Het past in een hele serie van rapporten van vrijwel alle internationale mensenrechtenorganisaties waarin het Nederlandse beleid wordt veroordeeld voor systematische schending van de mensenrechten van migranten.
Om slechts enkele feiten te noemen, het asielbeleid is erop gericht om asielzoekers te criminaliseren. Volstrekt inadequate asielprocedures zijn erop uit om aan te tonen dat ze bedriegers zijn. Het beleid van afschrikking dwingt vluchtelingen uit Syrië om hun leven te riskeren op gammele bootjes op weg naar Lampedusa. De Nederlandse regering jaagt uitgeprocedeerde asielzoekers de illegaliteit in om ze vervolgens gevangen te nemen. In 2012 gaf de minister opdracht aan de politie om 4800 vreemdelingen op te pakken (Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, Minister van Veiligheid en Justitie en de Voorzitter van de Raad van Korpschefs, 2012). Ze zitten vaak vast in ziekmakende omstandigheden (Zembla, 20 januari 2012) en worden soms tot zelfmoord gedreven, zoals in het geval van Alexander Dolmatov (IVJ, 2013). De IND lapt uitspraken van de rechter systematisch aan zijn laars (De Nationale Ombudsman in Zembla 21 mei 2006). In 2010 zaten 6100 mensen met een gemiddelde van 76 dagen vast in Nederlandse gevangenissen zonder vorm van proces, zelfs zonder een aanklacht, allemaal migranten (De Nationale Ombudsman, 2012). Wat is het verschil met politieke gevangenen?

Het beleid ten aanzien van toegelaten migranten is evenmin veel vriendelijker. Velen worden onderworpen aan vernederende inburgeringscursussen om hen te dwingen de vermeende Nederlandse cultuur over te nemen (VROM, 2007a, 2007b). Ze worden tot tweederangsburgers gedegradeerd omdat hun rechten, zoals hun recht op verblijf of op uitkering bij werkloosheid, afhankelijk worden gemaakt van het slagen bij een inburgeringsexamen (Schinkel en Van Houdt, 2010; Siebers, 2009). Migranten worden stelselmatig verdacht gemaakt, zoals onlangs nog in uitspraken van minister Lodewijk Asscher over arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Hun problemen komen echter voort uit het feit dat de Nederlandse overheid zelf weigert de eigen wetgeving te handhaven.

Al deze zaken passen niet in een rechtsstaat. Brenninkmeijer heeft dus gelijk als hij het beleid karakteriseert als discriminatoir.

Nee

Maar is het daarmee ook racistisch? Er bestaat veel discussie over ras en racisme in de internationale literatuur. Die literatuur claimt dat uitsluiting van migranten tegenwoordig niet meer zozeer plaatsvindt op basis van vermeende biologische superioriteit, maar op basis van vermeende onoverbrugbare cultuurverschillen tussen migranten en niet-migranten. Essed en Trienekens (2008) spreken over cultureel racisme. Yanow, Van der Haar en Volke in hun stuk van 15 oktober op deze site stellen dat er in Nederland sprake is van een zelfde articulatie van ras met etniciteit en cultuur als in de Verenigde Staten.

Deze toepassingen van het begrip racisme overtuigen niet omdat ze de begrippen ras en racisme onvoldoende contextualiseren in de Nederlandse situatie en geschiedenis. Anders dan in de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk zijn in Nederland de begrippen ras/racisme en etniciteit/cultuur na de oorlog radicaal gescheiden wegen gegaan. De termen etniciteit en cultuur zijn al sinds jaar en dag onderdeel van officieel beleid, terwijl ras en racisme juist zeer beladen begrippen zijn geworden. Ze verwijzen hier immers onvermijdelijk naar het uitroeien van de joden. Als je de Holocaust en hedendaagse beleidsdocumenten onderbrengt in een en dezelfde categorie racisme, doe je de Nederlandse geschiedenis en actualiteit geweld aan.

Juist die koppeling van racisme aan de jodenvervolging in Nederland en aan claims van vermeende biologische of genetische superioriteit heeft in Nederland anti-racisme zo sterk kunnen maken. Onze studie (te verschijnen) van beleidsdocumenten over migratie en integratie, van teksten en uitspraken van ‘leidende stemmen’ in het debat zoals Geert Wilders en van de manieren waarop migranten en niet-migranten dit debat oppikken in werksituaties laat zien dat er in Nederland van een vervlechting van cultuur, etniciteit, ras en racisme in het geheel geen sprake is. Het begrip ras en beweringen van biologische of genetische verschillen - laat staan superioriteit - zijn volledig afwezig in deze documenten, teksten, uitspraken en ervaringen. De uitsluiting van migranten wordt uitsluitend gerechtvaardigd door te verwijzen naar vermeende onoverbrugbare cultuurverschillen en omdat ze zogenaamd geen kansen zouden hebben in de Nederlandse samenleving.

Dit cultureel fundamentalisme (Stolcke, 1995) heeft de kans gehad om de Nederlandse politiek te gaan domineren en aan anti-racisme te ontsnappen juist omdat het wat anders is dan racisme. Daardoor heeft cultureel fundamentalisme kunnen voortbouwen op het multiculturalisme van de jaren tachtig van de vorige eeuw waarin migranten alvast ‘geculturaliseerd’ werden, als dragers van andere culturen.

Het heeft eraan toegevoegd dat ‘hun culturen’ niet alleen anders, maar ook tegenstrijdig zijn met die van ‘ons’. Daardoor heeft cultureel fundamentalisme kunnen voortbouwen op de definitie van migranten in de jaren negentig van de vorige eeuw als mensen met een achterstand in maatschappelijke participatie door nu hun onverenigbare culturen de schuld te geven van hun maatschappelijke achterstanden. Daardoor is het beleid van gedwongen assimilatie door middel van inburgering mogelijk geworden. Assimilatie veronderstelt immers een combinatie van biologische gelijkheid en cultureel verschil, in biologisch opzicht staat niets hun inburgering in de weg. Wilders (2012) maakt datzelfde argument ook expliciet.

Niet racistisch, wel discriminatoir

Brenninkmeijer heeft volkomen gelijk als hij stelt dat het Nederlandse politieke tij discriminatoir is geworden. Er zit weinig licht tussen de migrantenvijandigheid van het overheidsbeleid en datgene waar Wilders voor pleit. Maar het is inadequaat om dit tij racistisch te noemen. Het cultureel fundamentalisme in dit tij is juist zo sterk kunnen worden omdat het geen racisme is, gecontextualiseerd naar de Nederlandse situatie. Als je alle migrantenvijandigheid racisme noemt, ben je niet in staat om juist dat te zien. Om het goed te kunnen bestrijden is wetgeving nodig die discriminatie op basis van etniciteit en niet alleen op basis van ras verbiedt. Maar gezien het feit dat het politieke tij zich nou net daaraan schuldig maakt, is de kans dat dat gebeurt niet groot. Brenninkmeijer had gelijk om aan de bel te trekken.

Hans Siebers is hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg, departement Cultuurwetenschappen.

 

Noten

De Nationale Ombudsman (2012) Vreemdelingenbewaring: strafregime of maatregel om uit te zetten. www.nationaleombudsman-nieuws.nl/sites/default/files/rapport_vreemdelingenbewaring_2012_105.pdf

Essed Ph and Trienekens S (2008) ”Who wants to feel white?” Race, Dutch culture and contested identities. Ethnic and Racial Studies 31(1): 52-72.

Inspectie Veiligheid en Justitie (IVJ) (2013) Het overlijden van Alexander Dolmatov. Den Haag: Minister van Veiligheid en Justitie.

Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, Minister van Veiligheid en Justitie en de voorzitter van de Raad van Korpschefs (2012) Resultaatafspraak Intensivering Vreemdelingentoezicht 2012-2014.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) (2007a) Deltaplan Inburgering: Vaste voet in Nederland. Den Haag: Ministerie van VROM.  

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) (2007b) Integratie 2007-2011: Zorg dat je erbij hoort! Den Haag: Ministerie van VROM.

Schinkel W and Houdt F van (2010) The double helix of cultural assimilationism and neo-liberalism: Citizenship in contemporary govermentality. British Journal of Sociology  61(4): 696-715.

Siebers H (2009) Registreren van etniciteit is spelen met vuur. Openbaar Bestuur 19 (2): 2-6.

Stolcke V (1995) Talking culture: New boundaries, new rhetorics of exclusion in Europe. Current Anthropology 36(1): 1-24.

Wilders G (2012) Marked for Death. Islam’s War Against the West and Me. Washington: Regnery.

Dit artikel is 3076 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Een interessante discussie. Het probleem is helaas dat het begrip “cultuur,” zoals studies van de geschiedenis van de antropologie verduidelijken, niet los te zien is van raciaal denken, van “otherness” primair opgevat in racistische of etnische termen. (“Ieder ras zijn eigen cultuur.”) In de eenentwintigste eeuw draagt cultuurdenken nog altijd die connotatie: er wordt nog altijd een mate van (blanke, zogenaamd nationaal gedeelde) superiorteit verondersteld ten opzichte van “andere” culturen. Westerlingen, en zeker Europeanen, zelf hebben immers geen “cultuur”, althans niet een die men in een etnologisch museum kan tentoonstellen; zij hebben beschaving, een maatschappij.

    De postkoloniale denker Robert Young verwoordt het treffend: “Today it is common to claim that […] we have moved from biologism and scientism to the safety of culturalism, that we have created distance and surety by the very act of the critique of essentialism and the demonstration of its impossibility: but that shift has not been so absolute, for the racial was always cultural, the essential never unequivocal […] Culture and race developed together, imbricated within each other” (1995, pp. 27-8). Of zoals antropologe Abu-Lughod het uitlegt: “[Cultures] enfore separations that inevitably carry a sense of hierarchy.”

    Europa wil maar niet inzien dat haar koloniale verleden in het heden doorspeelt, en dat haar houding tegenover “vreemdelingen”, die zonder uitzondering worden afgezet tegen een onzichtbare, zogenaamd universele, maar in werkelijkheid blanke norm, nog steeds volledig geïnspireerd is door racistisch denken. Dat ras niet meer als zodanig geduid wordt sinds de Holocaust, niet meer expliciet verbonden is aan huidskleur, maar aan cultuur of religie (vooral de Islam, die eeuwenoude vijand van het Christendom en tegenwoordig van het liberale Verlichtingsdenken) wil niet zeggen dat racisme niet bestaat.

    We denken dat onze taal transparant is: we hebben het immers over “de Islam”, toch? Een religie die met een oneindige rijkdom aan talen, culturen, geloofsovertuigen, en politieke affiliaties verbonden is. We hebben het over “allochtonen”, toch? (Wat betekent dat precies? Wie zijn wij, de autochtonen?) We hebben het over groepen wier ideeën of “cultuur” afwijkt van “de onze”, toch? (Wie zijn wij, en wat is onze cultuur? Uit inburgeringstoetsen blijkt hoe weinig die notie eigenlijk om handen heeft. Aardappels schillen en koekhappen. En vooral Nederlands spreken, natuurlijk. We hebben een taal die ons verbroedert!)

    Racisme?! “Wij” weten wel beter! Dienke Hondius: “Dutch racism is a well-intentioned, friendly apartheid: white, Christian, and fuelled by feelings of supremacy and superiority which are self evident, although they will be generally denied.”

    (http://www.opendemocracy.net/people-migrationeurope/article_1616.jsp)

  2. Beste Jeroen Gevers,

    Dank voor uw bijdrage. Wil er op wijzen dat er in de antropologie juist een discussie gaande is over de definitie van racisme en of huidige migrantenvijandige discoursen zoals in de Nederlandse politiek racistisch zijn of dat andere concepten als cultureel fundamentalisme beter geëigend zijn.

    Er zijn twee mogelijkheden. Oftewel je handhaaft de connotatie van biologische superioriteit bij het begrip racisme, dan is het begrip niet van toepassing omdat elke verwijzing daarnaar ontbreekt in het politieke discourse in Nederland. Oftewel je laat die connotatie los en richt de definitie op uitsluiting op basis van vermeende culturele tegenstellingen, maar dan is het begrip racisme overbodig want dan zijn er betere termen zoals cultureel fundamentalisme. Een term als cultureel racisme helpt ons niet verder omdat die term een mate van continuiteit met eerdere vormen van racisme suggereert die er niet is. Er is geen enkele aanwijzing voor een dergelijke continuiteit.

    We kunnen niet zomaar begrippen uit andere contexten overnemen zonder die te contextualiseren naar de Nederlandse situatie. Als we dat wel doen, blijkt dat het begrip racisme niet toepasbaar is op het migrantenvijandige discourse in de Nederlandse politiek. Het helpt ons niet verder om elke vorm van migrantenvijandigheid maar als racisme te bestempelen en naar vage parallellen in het verleden te verwijzen, want dan blijven cruciale aspecten van die migrantenvijandigheid juist buiten beeld. Dat helpt ons niet om die migrantenvijandigheid in de Nederlandse politiek te kunnen begrijpen. Mijn conclusie: het is geen racisme, maar niet minder gevaarlijk.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.