Blij met het luide debat over de participatiesamenleving

De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam in een participatiesamenleving. Dit tot argwaan van verschillende wetenschappers en opiniemakers. Met regelmaat hoor ik verzuchten: die participatiesamenleving is een ‘stille ideologie’. Oei, bevind ik mij dan onder de ‘stille aanhangers’?

 

Het begrip ‘stille ideologie’ werd een jaar geleden gemunt door de politieke wetenschappers Cor van Montfort, Ank Michels en Wouter van Dooren, respectievelijk verbonden aan de universiteit van Tilburg, Utrecht en Antwerpen. Volgens hen zijn ideologieën vandaag de dag meestal niet alomvattend meer, maar toch zouden politiek en bestuur nog steeds van ideologie zijn doordrongen. Dat is niet ‘de luide ideologie van het grote verhaal’, maar een veelvoud van ‘vanzelfsprekendheden en onuitgesproken keuzes en redeneringen op allerlei terreinen in het publieke domein’. Dit ‘stilzwijgen’, zo betogen de auteurs, kan gevaarlijk zijn, want leiden tot ‘verlies aan legitimiteit en geloofwaardigheid, of tot cynisme en uitsluiting’.

Ze hebben daarin gelijk. Politiek gaat over kiezen, kiezen tussen verschillende alternatieven. Als die keuzes onbenoemd of zelfs ondoordacht blijven, is dat een kwalijke zaak. Een treffend voorbeeld geven de auteurs met de multiculturele samenleving. Die multiculturele samenleving was niet alleen een feit, maar ook een ideaal, waarin wederzijdse verrijking van en tolerantie tussen culturen centraal stond. Wie dit ideaal in twijfel trok, werd tot in de jaren negentig beschuldigd van intolerantie, discriminatie of zelfs racisme. Beleidsalternatieven en –keuzes waren onbespreekbaar. Een stille ideologie kent haar taboes.

En het is waar, ook vandaag de dag bestaan er stille ideologieën, omgeven door taboes. Een goed actueel voorbeeld geven Van Montfort en de zijnen met het thema van de Europese integratie. Wie vandaag de dag bijvoorbeeld alternatieven voor de euro bespreekbaar probeert te maken, riskeert hoon en wordt verweten het prille vertrouwen rondom deze munt te ondermijnen. Stilte is geboden dus.

Is de doe-democratie een stille ideologie?

Dan nu de participatiesamenleving. Ook als het gaat om de doe-democratie en de overheid als bondgenoot van burgers is er volgens Van Montfort en de zijnen sprake van een stille ideologie. Een jaar geleden nog wel althans. En ik hoor nog regelmatig echo’s van hun verwijt.

In feite gaat het hier om een thema waarover we al sinds de jaren zeventig spreken, toen de uitgangspunten van de verzorgingsstaat door steeds meer mensen werden bevraagd. Sociologen als Anton Zijderveld en Jacques van Doorn stelden kritische vragen bij de verstatelijking van de samenleving en de opkomst van de burger als welzijnsconsument. Ook in de politiek landde het idee van een participatiesamenleving. Niet alleen bij de christendemocraten. Ook PvdA-leider Wim Kok hield zijn partij in 1991 voor: ‘Wij zitten nu in een overgangsfase: van een verzorgingsstaat naar een werkzame, naar een participatiesamenleving.’

Er is al lang discussie over de participatiesamenleving

Al vroeg kwamen er oproepen tot inhoudelijk debat over het begrip participatiesamenleving. Al in 1982 stelde het Sociaal Cultureel Planbureau kritisch dat het ‘participatieklimaat’ en de ‘democratiseringsretoriek’ om een principiële discussie vroegen, zoals Menno Hurenkamp onlangs in een mooi historisch overzicht in Socialisme en democratie uiteenzette.

Die discussie kwam er ook. Toen minister-president Jan Peter Balkenende vanaf 2002 het gesprek over een participatiesamenleving, actief burgerschap en maatschappelijke normen en waarden nieuw leven inblies, waren de reacties niet van de lucht. En zijn deze website en het daaraan verbonden Tijdschrift voor sociale vraagstukken niet al jaren prachtige discussiefora waarop de wending naar de participatiesamenleving principieel wordt bediscussieerd? Aanleiding en noodzaak, uitgangspunten en verwachtingen, alle fundamentele facetten worden bevraagd.

Met de troonrede laaide het debat onlangs weer eens op. Daarmee was het ook gedaan met de pogingen van het kabinet zijn visie en onderliggende ideologieën stil te houden. Het is nu door de Tweede Kamer gesommeerd te verhelderen wat zijn samenlevingsvisie is en hierover in gesprek te gaan. De ideologie van de participatiesamenleving blijkt allesbehalve een stille.

Blij met het luide ideologische debat

Het begrip participatiesamenleving draait om een zoektocht, een zoektocht naar nieuwe rolverdelingen tussen overheid en samenleving. In het verleden bood de verzorgende staat te weinig ruimte voor de inbreng van mensen, sociale gemeenschappen, professionele hulpverleners en ondernemers. Tegelijkertijd is het van belang dat de overheid de samenleving een stevig vangnet blijft bieden. Het is belangrijk dat er maatschappelijk draagvlak voor die zoektocht en de uitkomsten ervan ontstaat. En dat draagvlak is gebaat bij een gesprek, waarin de uitgangspunten expliciet worden gemaakt.

De uitkomsten van de zoektocht raken mensen en hun basisbehoeften aan zorg en zekerheid. Daarom is bij hervormingen zorgvuldigheid van essentieel belang. Het aanhoudende maatschappelijk gesprek over de principes en verwachtingen van de participatiesamenleving komt die zorgvuldigheid ten goede. Ik ben blij met het luide ideologische debat over de participatiesamenleving.

Wouter Beekers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie.