Drones en een omstreden neuroloog: het risico van onschadelijkmaking

De Verenigde Staten maken steeds vaker gebruik van eigenmachtige methodes om mensen die zij verdenken van terrorisme uit te schakelen. Bij deze tendens om mensen onschadelijk te maken zonder dat de rechter eraan te pas komt,  zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen.

De Verenigde Staten gebruiken steeds vaker op afstand bestuurde vliegtuigen om mensen uit te schakelen van wie inlichtingendiensten vermoeden dat zij betrokken zijn bij het voorbereiden van terroristische aanslagen. Bij de inzet van drones komt er geen rechter aan te pas en vaak worden niet alleen de verdachte maar ook de onschuldige mensen in zijn omgeving bij zo’n aanval gedood.

Er valt met andere woorden wel een aantal kanttekeningen te plaatsen bij de legitimiteit van deze vorm van onschadelijkmaking.

Onschadelijkmaking is een vorm van preventie

Er zijn ook vormen van onschadelijkmaking die slechts op iemands capaciteiten zijn gericht. Deze hebben geen dodelijk karakter en zijn meestal wel wettelijk te legitimeren. Een bekend voorbeeld is het schrappen van de Twentse neuroloog Ernst Jansen Steur uit het register Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG-register). Jansen Steur heeft door het stellen van foutieve diagnoses tal van patiënten ernstig benadeeld. Na aanhoudende klachten van patiënten en berichtgeving in de media, vonniste het Medisch Tuchtcollege in januari 2014 dat Jansen Steur zich nooit meer in het BIG-register  mag inschrijven en dat hij dus niet meer als arts mag werken. Aankomende februari volgt overigens ook nog een uitspraak van de rechter in de strafzaak die tegen de verdachte is aangespannen.

Onschadelijkmaking is een van de vijf strafdoelen van het Nederlands strafrecht, naast vergelding, afschrikking, resocialisatie en herstel. Onschadelijkmaking zou je, zo laat de casus van Jansen Steur goed zien, kunnen beschouwen als een vorm van preventie. Door iemand de gelegenheid te ontnemen om bepaalde activiteiten te ontplooien, wordt immers voorkomen (preventie) dat hij wederom de fout in gaat. In vroegere tijden werden daarvoor drastische middelen toegepast: handen afhakken, tongen uitrukken en brandmerken.

Handen en tongen

Het grote verschil tussen de vroege en moderne vormen van onschadelijkmaking is dat de lichamelijke integriteit van de daders tegenwoordig, als er ten minste geen drones worden ingezet,  redelijk wordt gerespecteerd. Waar voorheen handen en tongen werden beschadigd of verwijderd, worden nu steeds vaker gebieds-, contact-, beroeps-, en economische verboden opgelegd. Ook worden ‘risicovolle’ individuen vandaag de dag aan telkens verdergaande vormen van controle onderworpen.

Nog even afgezien van de methode, is er de principiële vraag of onschadelijkmaking een legitieme en zinvolle strafvorm is. Wat voor de toepassing van  onschadelijkmaking spreekt, is dat zij beperkt kan worden tot bepaald nauw omschreven gedrag, bijvoorbeeld door de ontzegging van de rijbevoegdheid, of door beroeps-, huis-, contact,- en andere verboden. Er wordt kortom niet méér inbreuk gemaakt op iemands persoonlijk leven dan nodig is om bepaald onwenselijk gedrag onmogelijk te maken. Bij sommige beroepsbeoefenaren die steeds weer de fout ingaan, kan, zoals bij Jansen Steur, een schorsing of schrapping uit een beroepsregister worden opgelegd. Daarmee kan, vooropgesteld dat deze goed wordt gehandhaafd, veel schade voorkomen worden. Wanneer het strafrecht onschadelijkmaking op deze wijze inzet, verdient het zeker aanbeveling.  Er is echter wel een maar.

Dreigende oeverloosheid en ontaarding

Door de inzet van drones, waarbij verdachten van terrorisme zonder enige vorm van rechtspraak worden gedood, dreigt onschadelijkmaking een macabere betekenis te krijgen; een betekenis die meer past bij een Middeleeuwse dan bij een 21ste eeuwse opvatting van strafrecht. Maar ook bij de niet-dodelijke en legitieme variant van onschadelijkmaking zijn er twee belangrijke kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste is onschadelijkmaking een ‘onverschillige’ sanctie, dat wil zeggen er is geen psychologische connotatie of ambitie aan verbonden. Onschadelijkmaking is technisch van aard en gaat nauwelijks gepaard met een morele boodschap of een poging tot gedragsbeïnvloeding.

Daardoor is het risico reëel dat schouderophalend wordt voorbij gegaan aan het welzijn van degene die onschadelijk wordt gemaakt. Ten tweede lijkt er sprake zijn van een zekere inherente oeverloosheid. Vooral de laatste decennia worden in de westerse landen steeds meer technisch verfijnde methoden ontworpen om personen onschadelijk te maken, zonder dat daarvoor een gang naar de rechter noodzakelijk is. Deze tendens die ook in Nederland te zien is, zou ons grote zorgen moeten baren, net zozeer als het lukrake gebruik van drones.

Marijke Malsch zijn is senior onderzoeker aan het Nederlands Studiecentrum  Criminaliteiten Rechtshandhaving (NSCR). Marius Duker is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit (VU).

Dit artikel is gebaseerd op een lange versie dat hier is te lezen.