De ridderzaal van Peter Span

Vooruitlopend op het eindrapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties geeft Tjerk Gualthérie van Weezel advies voor beter toezicht. Met een rol voor een speciale toezichthouder: het personeel.

De dag nadat Peter Span zijn ridderorde kreeg, zo gaat het verhaal, installeerde de corporatiebestuurder boven zijn directeurskamer een bordje: ‘U betreedt nu de ridderzaal.’ Zeventien jaar lang was Peter Span bestuurder van Woningstichting Geertruidenberg (WSG). Afgelopen zomer was hij een van de zes ex-directeuren die voor de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties moest verschijnen. Voor de gelegenheid had hij zijn lintje opgespeld.

Spans grote passie, het aankopen van bouwgrond, is de corporatie namelijk slecht bekomen. In totaal kocht hij 205 hectare, genoeg om 4 duizend huizen op te kunnen bouwen. Net zoveel als het totale bezit van de corporatie. Concrete bouwplannen waren er vaak niet. Of ze werden afgeblazen.

De rente en aflossingen die WSG op de grond moet betalen, werden de club in 2011 te machtig. Collega-corporaties moesten 117 miljoen euro neerleggen om de boel te saneren. Per huurder is dat een grotere schade dan het debacle bij Vestia. Oh ja, in de marge spelen er ook nog een paar corruptiekwestietjes rond Span.

Het was op de perstribune niet geweldig te volgen, wat Span allemaal zei tegen de enquêtecommissie. Zijn Brabants accent was tamelijk dominant en de hardhorendheid hielp ook niet mee. Maar als het wel lukte de boel te ontcijferen, raakten zijn antwoorden vaak op een zeer indirecte manier de kern van de zaak. Zo vroeg de commissie of hij weleens waarschuwingen had gekregen dat het een beetje de verkeerde kant op ging. Span: ‘Nie op ‘n zodanige manier dat het signaal bij mij aankwam.’

Corporatiedirecteuren wilden winnen

Het verhoor van Span kreeg niet de meeste aandacht in de media. Toch laat de kwestie-WSG heel mooi zien wat er mis ging toen de woningcorporaties in 1995 verzelfstandigd werden en ondernemertje moesten gaan spelen: corporatiedirecteuren wilden winnen. Ze wilden de directeur van het andere woningbedrijf in de regio verslaan door de bouwprojecten voor de neus van de ander weg te kapen.

En in dat proces komen de jongens bovendrijven die het meeste risico nemen. In haast alle verhoren van gevallen corporatiedirecteuren zag je dat terug. Maseratiman Hubert Möllenkamp van Rochdale heeft in de Bijlmer flink lopen opbieden om zijn tegenstanders van woningcorporaties het Oosten de pas af te snijden. Bij Erik Staal van Vestia ligt het iets ingewikkelder, maar staat als een paal boven water dat hij de beste wilde zijn en daarvoor best bereid was een risicootje te nemen.

Je kunt je afvragen wie er voordeel van heeft als semi-publieke instellingen tegen elkaar opbieden. Zolang het goed gaat, vaart de winnende corporatiedirecteur er natuurlijk wel bij. Hij kan weer pronken met een stevig aanwassend woningbestand en mag op de foto met de burgemeester bij het spiksplinternieuwe bejaardencomplex dat hij heeft neergezet. En degene die echt verdient is de partij die zijn spulletjes aan de alfaman verkoopt. Die krijgt de hoofdprijs.

De rekening wordt uiteindelijk betaald door huurders

Maar die rekening wordt uiteindelijk betaald door huurders. Zij mogen extra veel geld dokken omdat corporatiedirecteuren keken wie het verste kon plassen. En om die huurders was het toch allemaal begonnen, zou je zeggen.

Concurrentie levert betere prijzen op, leert de economie. Maar in dit geval niet voor de huurders. En bij de grote onderwijs- en zorginstellingen hebben de leerlingen en patiënten ook niet altijd de zoete vruchten van de marktwerking geplukt.

Hoe voorkom je dit soort onzinnige concurrentie?

De grote vraag is nu natuurlijk hoe je dit soort onzinnige concurrentie in de toekomst tegen gaat. In het eindrapport van de commissie, dat eind oktober verschijnt, zal er waarschijnlijk veel gaan over regels en toezicht. Op deze plek is het aardig om een speciale toezichthouder te noemen: het personeel. Veel megalomanie en mismanagement in de semipublieke sector wordt als eerste gezien door medewerkers.
Een oproep aan hen: Wanneer een bestuurder bordjes ‘u betreedt nu de ridderzaal’ boven zijn werkkamer hangt (of acties van gelijke strekking) moet u in actie komen. Vraag belet bij de raad van commissarissen of een andere toezichthouder. En als dat niet werkt, bent u natuurlijk van harte welkom bij de media. Wij zijn altijd met liefde bereid om het ego van uw bestuurder weer wat bij te punten.

Tjerk Gualthérie van Weezel is economieredacteur van de Volkskrant.

Dit twistgesprek verschijnt deze week in volledige vorm in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.