Schulden maken: dat kun je leren

De leenmentaliteit in Nederland is veranderd. Leenden we 70 jaar geleden alleen als het echt nodig was, nu is de schaamte en terughoudendheid aanzienlijk kleiner. Omdat lenen normaler wordt, moeten we jongeren vroeg leren om het verantwoord te doen.

Als je afgaat op de koppen in de media – ‘Jongeren snelst stijgende schuldengroep’, ‘Jongeren zitten dieper in de schulden’- lijkt de Nederlandse jeugd weinig schuldbewust. Dat beeld behoeft nuancering. Onder jongeren en schulden gaan namelijk veel verschillende categorieën schuil. De categorie jongeren wordt soms zo ruim gedefinieerd dat volwassenen tot 35 jaar eronder vallen. En onder schulden worden af en toe ook leningen begrepen waarbij de lener aan al zijn verplichtingen voldoet.

Het gevolg van de weinig precieze definities is dat er een te negatief beeld van de schuldensituatie van jongeren is ontstaan. Om dat beeld enigszins recht te zetten: zes op tien scholieren komt nooit geld tekort en slechts 2 procent van alle scholieren leent meer dan 10 euro. De schuldensituatie van oudere jongeren is minder florissant: uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) blijkt dat één op de zes mbo’ers een schuld heeft van gemiddeld 1.256 euro. Hoewel het gecorrigeerde beeld minder negatief is dan krantenkoppen doen veronderstellen, is het wel een feit dat een groeiend aantal jongeren van 18 tot 25 jaar zich bij de schuldhulpverlening meldt.

Vooral impulsieve en statusgevoelige jongeren zijn vatbaar voor reclameboodschappen

Er zijn meerdere verklaringen voor deze ontwikkeling te geven. Een daarvan is dat de burger steeds meer op de eigen verantwoordelijkheid wordt aangesproken. Hoogleraar gedragseconomie Henriëtte Prast beschrijft dit als volgt: ‘We leven in een tijd waarin de burger steeds meer financiële keuzes zelf moet en kan maken.’ Vanaf 18 jaar is iemand zelf financieel verantwoordelijk voor de gemaakte keuzes en de bijbehorende financiële risico’s, en moet iemand zichzelf indekken tegen bepaalde risico’s op financieel vlak.

Voorts wijst hoogleraar Prast erop dat onze samenleving een consumptiemaatschappij is geworden. ‘We kunnen 24/7 bij ons geld, en we kunnen het ook 24/7 uitgeven.’ Reclame die overal, en vaak ook subtiel, aanwezig is, stelt mensen bloot aan allerlei verleidingen en leidt tot een consumptiedruk die volledig ingaat tegen de essentie van het voorkomen van schulden. Vooral impulsieve en statusgevoelige jongeren zijn gevoelig voor de boodschap van reclames dat je alles moet willen hebben; zij geven dan ook meer geld uit, sparen minder, komen vaker dan gemiddeld geld te kort en lenen eerder.

Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen en het risicovolle bestedingsgedrag van sommigen, is het zinvol om jongeren al voor hun 18e langzaamaan te laten wennen aan schulden. Bepleiten wij hiermee dat het paard achter de wagen wordt gespannen? Nee, natuurlijk moeten jongeren vooral leren te leven van het geld dat ze hebben. Tegelijkertijd vinden we dat de angstvalligheid over schulden moet verdwijnen. Het Nibud krijgt regelmatig telefoontjes van bezorgde ouders met vragen in de trant van: ‘Mijn zoon wordt binnenkort 18 jaar en dan mag hij zelf geld lenen, wat kunnen we doen om hem hiervoor te behoeden?’ Als een jongere op tijd met schulden leert omgaan, is te voorkomen dat zijn schulden uit de hand lopen.

Door vallen en opstaan met schulden leren omgaan

Af en toe vallen om te leren opstaan, zou ook op financieel gebied een geaccepteerde manier van leren moeten worden. Op financieel gebied ontbreekt die ‘val en opsta’-periode nu nog door de geldende leeftijdgrens: tot 18 jaar zijn de ouders verantwoordelijk, daarna is de jongere dat opeens helemaal zelf, voor aangegane contracten en financiële verplichtingen. Om de overgang soepeler te laten verlopen, kunnen ouders en de omgeving meer doen om jongeren de betekenis van schulden duidelijk te maken en hun de gelegenheid bieden de effecten ervan te ondervinden. Daarbij kan de harde grens van 18 jaar mogelijk ook meer uitgesmeerd worden.

Een andere manier voor ouders om jongeren te leren omgaan met financiële verplichtingen, is door die meer bij hen neer te leggen en daar ook aan vast te houden. Een mogelijke manier is kostgeld vragen aan de thuiswonende jongere. Dit is een passende vorm, omdat het een verplichting is waar de jongere niet onderuit kan. Hij zal dit moeten betalen voordat geld wordt uitgegeven aan ‘leuke dingen’. Vooral in de maanden dat hij minder geld heeft en het bedrag niet of nauwelijks kan opbrengen, leert hij keuzes maken en krijgt hij zicht op hoe hij bij een eventuele te late betaling de achterstand kan inlopen. Het geeft de jongere de mogelijkheid om, binnen een veilige omgeving, te vallen én zelf weer op te staan.

Experimenteer met leningen om jongeren bewust te maken

Daarnaast kunnen jongeren, geleidelijk, in een gecontroleerde omgeving leren wat een lening is en wat dit betekent. Dit kan vorm krijgen door te experimenteren met de mogelijkheid jongeren vanaf hun 15e al een kleine lening te verstrekken bij de bank of hen rood te laten staan, in samenspraak met de ouders. Een variant is dat over de eerste 50 euro op de rekening geen rente wordt verstrekt en over het saldo erboven wel. Een saldo van 0 wordt dan verlegd naar 50 euro, waarbij de jongere als het ware rood staat onder de 50 euro.

Een andere mogelijkheid is dat een jongere vanaf 18 jaar een kleine lening kan krijgen, waarbij hij een deel van het gewenste bedrag pas krijgt als hij drie maanden lang heeft aangetoond dat hij aan de aflossing kan voldoen. Op deze manier leren jongeren een afweging te maken of het in een bepaalde situatie verstandig is om wel of niet geld te lenen en krijgen ze zicht op waar ze op moeten letten bij het afsluiten van een ‘krediet’. Bovendien kan een jongere op zo’n manier de consequenties van lenen daadwerkelijk ondervinden. Doordat het gaat om de situatie in de werkelijke wereld en niet in een game of een virtuele wereld, zullen de jongeren de gevolgen daadwerkelijk voelen. De gevolgen van een lening zijn menens, ‘echt’, maar blijven te overzien.

Ten slotte is het belangrijk dat jongeren zich bewust worden van de achterliggende motieven om te gaan lenen. Een lening, een schuld, is een middel om iets te verkrijgen wat je graag wil hebben. Zo wordt de mobiele telefoon vaak aangewezen als één van de oorzaken van financiële problemen bij jongeren. Maar de drang naar een dergelijk apparaat is een signaal en vormt niet de werkelijke oorzaak van financiële problemen. Die komen veeleer voort uit achterliggende persoonskenmerken, waarden en houdingen ten aanzien van geld en luxe. Het gaat daarbij niet om het luxegoed als zodanig, maar om dat waar het artikel voor staat. Analoog daaraan begint minder lenen dan ook niet bij de lening zelf, maar bij het aanpakken van dat wat een jongere ertoe prikkelt een lening aan te gaan.

We pleiten er voor dat jongeren door ‘learning by doing’ de consequenties, de ‘pijn’ van geld van schulden en betalingsachterstanden ervaren. Een aanpak waarbij schulden van jongeren als iets positiefs worden gezien, mits we er een leermoment van kunnen maken. Wie komt met het eerste leerkrediet?

Tamara Madern en Anna van der Schors zijn beiden wetenschappelijk medewerker bij het Nibud. Dit artikel is een ingekorte versie van hun bijdrage aan het jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, ‘Verlossing van schuld en boete’.

 

Denk met de auteurs mee over de schuldenproblematiek tijdens het Nationaal laboratorium 'Schuldhulpverlening anders' op 30 oktober.

 

Foto: Bas Bogers