Processen-verbaal geven verhoor niet goed weer

Dossiers beslaan, bij een beetje strafzaak, vele decimeters, meters, of zelfs kastenvol documenten. Geeft al dit papier het onderzoek in de strafzaak goed weer? Nee. Verhoren zouden daarom vaker moeten worden opgenomen, meent Marijke Malsch, dat geeft minder risico op fouten.

In Nederland mogen ‘van-horen-zeggen verklaringen’ worden gebruikt voor het bewijs. Processen-verbaal zijn ‘van-horen-zeggen verklaringen’: de verhoorder hoort de verdachte of getuige iets zeggen en noteert dat in het proces-verbaal (pv). Dat pv komt in het dossier, en kan daarmee een verklaring op de zitting vervangen. Getuigen en deskundigen verschijnen bij ons weinig op de zitting, dus pv’s zijn vaak het enige dat overblijft van verklaringen. Dat bespaart veel werk. Het is erg efficiënt dat het meeste onderzoek vóór de zitting plaatsvindt en dat op basis van de schriftelijke verslaglegging ervan een zaak wordt berecht. In Nederland kan een moordzaak waarbij het bewijs niet gecompliceerd is, in een middagje worden ‘afgedaan’. In de meeste andere landen is dat ondenkbaar, omdat daar alle getuigen en deskundigen op zitting hun zegje moeten doen. Maar het blijkt nu dat processen-verbaal het politieonderzoek lang niet altijd goed weergeven.

Kijken naar de effecten van beeld en geluid in het strafproces

Sinds 2010 is het verplicht om in zware zaken verhoren op te nemen. Dat kan auditief, maar ook audiovisueel. Voor een geluidsopname voldoet een klein apparaatje, maar voor een audiovisuele opname is een studio nodig met meerdere camera’s. De opnamen komen alleen niet ‘automatisch’ in het dossier, ze worden achter de hand gehouden. Het schriftelijk pv blijft dus het verdere proces bepalen. Rechters bekijken of beluisteren zelden opnamen, ze hebben daar te weinig tijd voor. Ons strafproces blijft zo erg schriftelijk, met alle risico’s van dien.

In opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap vergeleek het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in samenwerking met de Universiteit Leiden 55 opgenomen verdachtenverhoren met de pv’s ervan, zowel in ernstige zaken - moord, geweld, zeden - als in minder ernstige zaken - diefstal (Malsch et al., 2015). Ook is in een experiment gekeken naar de effecten van beeld en geluid in het strafproces en zijn interviews afgenomen bij rechercheurs, officieren van justitie, advocaten en rechters.

Inkorten vragen en antwoorden leidt tot vervorming

Processen-verbaal geven slechts ongeveer een kwart van het verhoor weer, zo blijkt uit dit onderzoek. De hoofdvragen die zijn gesteld door de verhoorders komen meestal wel terecht in het pv, maar alle vervolgvragen en de antwoorden van de verdachte worden heel kort samengevat. De druk die tijdens het verhoor op de verdachte wordt uitgeoefend blijft daardoor onzichtbaar. Ook non-verbale pressie op de verdachte (zich over hem heen buigen, stiltes laten vallen) blijkt niet uit pv’s. De verdachte lijkt bij lezing van het pv uit zichzelf zijn verklaring af te leggen, maar in het echt gaat het vaak heel anders. Confrontaties, bijvoorbeeld met belastend bewijs, worden soms onvolledig opgeschreven in de pv’s of worden helemaal weggelaten. Spreektaal wordt ambtelijke schrijftaal in de pv’s, een taal die verdachten en verhoorders in werkelijkheid nooit gebruiken. Het proces-verbaal geeft het verhoor al met al sterk ingekort, gekleurd, en vaak niet correct weer.

Verbeteringen in verslaglegging zijn te beperkt

In verreweg de meeste zaken heeft dit geen negatieve gevolgen. Meestal is er voldoende bewijs. Maar het gaat natuurlijk om díe zaken die twijfel oproepen. De bekende Schiedammer Parkmoord was zo’n zaak. Bij de eerste verhoren van de verdachte (die later ten onrechte bleek te zijn veroordeeld) ging het niet goed bij de verslaglegging. Eerst had deze verdachte bekend, later probeerde hij die bekentenis weer in te trekken. Maar die intrekking werd niet opgeschreven (Posthumus, 2005). Men bleef daarna uitgaan van zijn schuld. De veroordeelde zat jarenlang onschuldig in de gevangenis, totdat de échte dader werd ontdekt. Deze zaak laat zien hoe belangrijk een goede verslaglegging van verhoren is en hoe ernstig het mis kan gaan als dat niet het geval is.

Na deze zaak is de ‘Vraag-Antwoordstijl’ verplicht gesteld in plaats van de ‘monoloogstijl’. In monoloog-pv’s worden de door de politie gestelde vragen niet opgeschreven, bij Vraag-Antwoord gebeurt dat wel. Uit het onderzoek blijkt nu echter dat ook de Vraag-Antwoordvorm het verdachtenverhoor nog steeds sterk samenvat en soms vertekend weergeeft. Andere soorten pv’s, zoals van getuigenverhoor, van verhoren door de rechter-commissaris of van zittingen, hebben nog steeds de monoloogvorm. Er worden bovendien geen opnamen van deze verhoren gemaakt. Dat gebeurt ook niet van zittingen. Als er discussie ontstaat over wat er is gezegd, is er geen opname om dat na te gaan. Dat maakt het strafproces nog steeds moeilijk te controleren. Fouten worden daardoor misschien niet hersteld. Dat kan risico’s voor het bewijs met zich meebrengen. De verbeteringen die na de Schiedammer Parkmoord zijn ingezet, zijn dus te beperkt.

In Engeland worden alle verhoren opgenomen. Dat heeft tot een betere kwaliteit van verhoren geleid en ook de politie is er tevreden over. Want er is altijd controle mogelijk van het verhoor. Discussie over wat er is gezegd en of de politie misschien ontoelaatbare druk heeft uitgeoefend op de verdachte, is niet meer nodig. In Nederland zouden ook alle verhoren en zittingen moeten worden opgenomen. Rechters moeten dan wel ook meer tijd nemen om verhoren te bekijken of te beluisteren als dat nodig is.

Marijke Malsch is senior onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in Amsterdam.

 

Literatuur
Malsch, M., Kranendonk, R., Keijser, J. de, Elffers, H., Komter, M. & Boer, M. de (2015). Kijken, luisteren, lezen. De invloed van beeld, geluid en schrift op het oordeel over verdachtenverhoren. Apeldoorn: Politie & Wetenschap.

Posthumus, F. (2005). Evaluatieonderzoek in de Schiedammer Parkmoord. Den Haag: College van Procureurs-Generaal.