Hebben we nog wel ‘echte’ vrienden?

De invloed van sociale media op relaties is groot, maar niet alles overheersend. Ook al loopt op Facebook ons vriendenaantal in de honderden en delen we op Instagram onze mooiste selfies, toch laten we nog altijd alleen aan onze (h)echte vrienden zien wie we echt zijn, in real life welteverstaan.

Achter de vraag naar de invloed van internet op relaties en vriendschappen schuilt de vrees dat onze contacten erdoor verwateren en dat het ons eenzaam maakt. Nieuwe technologieën werden echter ten alle tijden sceptisch ontvangen. Bij de invoering van de telefoon in huishoudens werden vergelijkbare zorgen geuit als thans over de gevolgen van internet: de telefoon zou verstorend werken op relaties, verslavend zijn en zou mensen uiteindelijk isoleren (Fischer 1992).

Inmiddels zijn de effecten van de telefoon duidelijk: mensen gebruiken hem om contacten met anderen te onderhouden en afspraken te maken voor ‘echte’ ontmoetingen. Maar hoe zit het met de effecten van het internet? Cijfers van het SCP (2013) over de ontwikkelingen in tijdsbesteding laten zien we steeds meer tijd doorbrengen met media, ICT en internet en dat onze tijd voor sociale contacten alsmaar minder wordt. Ook zonder trends te bekijken zijn de getallen indrukwekkend: Nederlanders van twaalf jaar en ouder brengen zo’n 21 uur per week door met media en internet. Voor persoonlijke contacten daarentegen maken we slechts rond de zeven uur tijd. Hoewel het zou kunnen dat op het internet juist veel sociale contacten onderhouden worden, is de tijd voor face-to-face contact dus relatief kort en daalt sinds geruime tijd.

Eenzame mensen internetten meer

De vraag of internet eenzaam maakt is verschillende keren onderzocht en de uitkomsten variëren. Beroemd is het onderzoek van Kraut et al. (1998) dat als een van de eerste systematische gevolgen van internet in kaart probeerde te brengen. De onderzoekers gaven 73 huishoudens in Pittsburgh twee jaar lang vrije toegang tot internet. Het bleek dat internetgebruikers minder vrienden hadden, minder met andere gezinsleden spraken en hoger scoorden op eenzaamheid. Echter, toen de onderzoekers twee jaar later terugkwamen, bleken de effecten verdwenen, (Kraut et al. 2002).

Een andere studie (Franzen 2000) toont dat internetgebruikers eerder meer dan minder vrienden hebben; excessief gebruik verkleint dit aantal. Het is belangrijk bij dergelijk onderzoek verschil te maken tussen oorzaak en gevolg: kunnen we ervan uitgaan dat internet eenzaam maakt of is het eerder andersom, brengen eenzame mensen hun tijd eerder door met internetten? Een recente meta-analyse (Song et al. 2014) laat zien dat het vooral zo is dat mensen die eenzaam zijn en sociale steun missen, meer internet gebruiken.

Internet is context voor ontmoetingen geworden

Het bijzondere van de nieuwe sociale media en het onderscheid met de telefoon en de e-mail is dat het niet alleen een middel is om bestaande contacten te onderhouden, maar ook om nieuwe contacten op te doen. Internet is een context voor ontmoetingen geworden; talrijke sites en chatrooms bieden de mogelijkheid om vrienden en partners te vinden. Sommige mensen hebben een online netwerk met anderen die ze nog nooit hebben ontmoet. Hier liggen gevaren, want de betrouwbaarheid van de ander is moeilijk te checken en iedereen kan zich op het net anders voordoen dan hij is.

Het tweede verschil met de telefoon is dat de sociale media ertoe leiden dat de grens tussen publiek en privé vervaagt. Met één druk op de knop wordt het hele Facebook netwerk geïnformeerd over het prachtige vakantiehuisje. Facebook loopt vaak dwars door bestaande netwerken heen: familieleden, vrienden, collega’s en buren zijn met elkaar gelinkt. We denken na over wat we van onszelf laten zien, we ontwikkelen een publieke ‘zelf’ dat we online zetten. Dit kost tijd en kan ten koste gaan van de ontwikkeling van intieme relaties. Het kan ook een permanente selfie zijn die anderen krijgen voorgeschoteld.

Door een toename van zwakke bindingen kan sociale cohesie toenemen

Sociale media bieden de mogelijkheid voor het aangaan van meer zwakke bindingen dan voorheen. Je gaat naar een feestje en de volgende dag heb je zes nieuwe Facebook vrienden. Deze mensen bel je niet; daarvoor is het contact niet sterk genoeg. Maar je laat ze deelnemen aan jouw publieke profiel. Het is voor velen een explosieve toename van zwakke bindingen.

Uit netwerkonderzoek weten we sinds Granovetter (1973) dat zwakke bindingen belangrijk zijn - vooral voor informatie en innovatie. Zwakke bindingen integreren mensen in de samenleving; ze verbinden verschillende sociale kringen en zijn daarom belangrijk voor de cohesie in de maatschappij. Door een toename van zwakke bindingen kan sociale cohesie toenemen, mits deze ook verschillende sociale cirkels overbruggen. Dat zou een sociaal wenselijk gevolg van de nieuwe media kunnen zijn. Maar als dit ten koste gaat van sterke bindingen en face-to-face contact, wordt deze voorspelling twijfelachtig. Toekomstig onderzoek zal dit laten zien.

Sociale media zijn geen vervanging voor daadwerkelijk contact

Toename van zwakke bindingen betekent echter niet dat hechte vriendschappen aan belang inboeten. Uit recent onderzoek (Völker 2015; Völker et al. 2014; Mollenhorst et al. 2014) blijkt dat mensen gemiddeld ca 3,5 goede vrienden hebben. Vriendschappen zijn nog altijd bijzondere en belangrijke relaties, ze zijn bijna even intensief als relaties tussen partners en scoren vaak hoger dan familierelaties. Het zijn relaties die het meest belangrijk zijn voor identiteit, feedback, steun en vertrouwen. De meeste mensen ontmoeten hun vrienden regelmatig face-to-face en bijna de helft van die vrienden woont dan ook in dezelfde stad. De sociale media zijn dus geen vervanging voor daadwerkelijk contact tussen vrienden.

En wat vrienden met elkaar doen? Vooral praten over persoonlijke dingen en daarnaast samen uitgaan en bij elkaar op bezoek gaan; opmerkelijk is verder dat vrienden nauwelijks ingeschakeld worden voor praktische hulp. Vriendschappen blijken in onze meerkeuzemaatschappij bovendien uiterst stabiel te zijn: mensen kennen hun goede vrienden lang, tussen de zestien en twintig jaar, vaak langer dan ze hun partner kennen. Vooralsnog is er in deze tijd van veel en vluchtige contacten geen sprake van een verlies van hechte vrienden.

Beate Völker is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.
 
Literatuur
Fischer, C. (1992) America calling. A Social History of the Telephone to 1940. University of California Press.
Franzen, A. (2000) Does the internet make us lonely? European Sociological Review 16,4:427-438
Granovetter, M.S (1973) The strength of weak ties. American Journal of Sociology, Issue 6, 1360 - 1380.
Kraut, R., M. Patterson, V. Lundmark, S. Kiesler, T. Mukopadhyay, W. Scherlis (1998) The internet paradox. A social technology that reduces social involvement and psychological well being? American Psychologist, 53 (9) 1017-31
Kraut, R., S. Kiesler, B. Boneva, J. Cummings, V. Helgeson, V. Crawford (2002) The internet paradox revisited. Journal of Social Issues 58,1:49-74
Mollenhorst, G., B. Volker, H. Flap (2014) Turnover in Personal Networks: How Social Contexts Affect The Emergence and Discontinuation of Relationships. Social Networks 37:65-80
Völker, B. (2015) Friendship. Oxford Bibliographies in Sociology (forthcoming).
Völker, B., I. Andriessen, H. Posthumus (2014) Scheidslijnen in sociale netwerken? In welke mate gaan hoog en laag opgeleiden met elkaar om? Bijdrage aan ‘Nieuwe scheidslijnen’. WRR, Den Haag
SCP (2013) Met oog op de tijd. Een blik op de tijdsbesteding van Nederlanders. Den Haag
Song, H., A. Zmyslinski-Seelig, J. Kim, A. Drent, K. Omori, M. Allen (2014) Does Facebook make you lonely? A Meta-analysis. Computers in Human Behavior, 36:446-452