Vlaamse moslimjongeren zien geloof niet als obstakel voor goede schoolprestaties

Vlaamse moslimjongeren zijn het niet eens met de dominante opvatting dat de islam een belemmering vormt voor goede schoolprestaties. De meesten hebben het gevoel dat religie geen enkele invloed heeft op hun schoolleven. Een kleine groep ondervindt zelfs steun van het geloof.

We vertrekken op schooluitstap naar de Ardennen. Iedereen stapt op de trein, tot plots de leerkracht opmerkt dat één van de moslimmeisjes haar hoofddoek nog aan heeft. ‘Ja, mevrouw, we zijn buiten de schoolpoort hè’, waarop de leerkracht antwoordt dat dit uitstapje nog steeds een schoolse activiteit is, en dat dus alle schoolregels blijven gelden. Dit fragment toont aan dat leerlingen en leerkrachten elke dag het belang van religie op school ondervinden en onderhandelen.

Er zijn verschillende visies in de samenleving over de rol die religie moet of kan spelen op school, en dan zeker als het gaat over de rol van de islam. De islam wordt vaker dan andere godsdiensten gezien als een belemmerende factor voor de integratie van moslimjongeren in de samenleving. [1] De reden die men hiervoor aanhaalt is dat de waarden en normen die de islam uitdraagt te veel verschillen van de dominante samenleving (zoals gelijkheid tussen vrouwen en mannen, de scheiding tussen kerk en staat), waardoor ze een hindernis kunnen vormen voor de schoolprestaties van moslimjongeren. [2] Bijgevolg staan scholen niet te springen om het gebruik van (te grote) religieuze symbolen, zoals de hoofddoek, toe te laten op school. Waar een zekere mate van religieuze vrijheid op school wordt gewaarborgd, blijkt dat toch niet het geval voor alle levensbeschouwingen en in gelijke mate. Op schooluitstap mogen leerlingen wel halal eten, krijgen ze tijd om te bidden, maar is het blijkbaar toch niet zo gemakkelijk het dragen van een hoofddoek te accepteren.

Moslimjongeren vinden dat religie geen invloed heeft op hun schoolleven

Aan de hand van interviews en etnografische observaties in drie scholen in Gent onderzochten we of moslimjongeren zelf hun islamitisch geloof ook zien als een belemmering voor goed presteren op school. Bestudering van hun visie op het einde van hun middelbare school, juist op het ogenblik dat velen van hen zelfstandig hun religie beginnen te verkennen, laat een heel ander verhaal zien dan de gangbare opinie. Opvallend is dat de islam door de moslimjongeren niet negatief ervaren wordt. Als jongeren een negatief beeld hebben van de religie waartoe ze behoren, kunnen ze er net zo goed mee stoppen. We leven immers in de eenentwintigste eeuw. Maar ‘moslim zijn’ is meer dan alleen een individuele keuze, het gaat ook gepaard met het behoren tot een religieuze en etnische gemeenschap én veel negatieve stereotypes.

De meeste moslimjongeren vinden dat het sacrale (religieuze) en profane (wereldlijke) van elkaar onderscheiden moeten worden; ze hebben het gevoel dat hun religie geen invloed heeft op het schoolleven. Om succes op school te hebben, moet je zelf hard werken en studeren. Hierbij geven velen van hen aan dat religie buiten de schoolpoort wel een belangrijke rol kan spelen. Religie helpt bijvoorbeeld om het gevoel te hebben om bij een (migranten)gemeenschap te behoren of het geeft steun om beter te kunnen omgaan met problemen. Het idee dat religie op zich geen invloed uitoefent op schooluitkomsten, vertoont veel overeenkomsten met wat leerlingen van Belgische afkomst die zich ook in zekere mate religieus noemen, hierover denken. Religie is voor hen een traditie of gewoonweg ‘een categorie’ waartoe ze behoren. Doet religie er op school dan echt niets toe?

Lessen volgen in de Koranschool helpt bij het studeren op school

Er is een kleine groep moslimjongeren die aangeeft wél invloed te ondervinden van hun religie op hun schooluitkomsten, bovenop hard werken en studeren. En tegen alle dominante stereotyperingen in, is dit net een positieve invloed. Hoe kan dit? En op welke manier is dat dan? Religie wordt door deze groep vaak gezien als een ondersteunende factor, die hen helpt te leren studeren en die richting geeft in hun leven. Het instuderen van korte gebeden helpt om de leerstof op school beter te kunnen memoriseren, het volgen van lessen in de Koranschool helpt om notities te leren maken en zich manieren aan te leren om te studeren. Religie, wordt in dit opzicht niet louter gereduceerd tot een dwingend moreel referentiekader, maar is een kanaal waarlangs jonge mensen bepaalde vaardigheden kunnen ontwikkelen die ze kunnen toepassen in hun schoolloopbaan. Bovendien draagt religie eraan bij dat leerlingen niet toegeven aan allerhande voor de schoolcarrière mogelijk schadelijke invloeden van buitenaf, zoals veel uitgaan met vrienden, alcohol of drugs.

Geloof in islam geeft steun bij omgaan met sociale exclusie

Toch merken deze leerlingen ook dat men de betekenis en (veelal negatieve) associaties die de islam vaak krijgt in de dominante samenleving niet kan wegdenken op school. Medeleerlingen en leerkrachten verwijzen soms naar de religieuze achtergrond van leerlingen terwijl ze eigenlijk doelen op het hebben van een bepaalde etnische of migratieachtergrond. Dit zorgt ervoor dat de betekenis van religie in het dagelijkse leven van moslimjongeren groot is en vaak erg beladen. Waar religie ertoe kan leiden dat sommige moslimleerlingen zich minder thuis voelen op school en bij hun klasgenoten, door negatieve stereotyperingen, discriminatie en sociale exclusie, geeft het geloof in de islam en het behoren tot een religieuze gemeenschap tegelijkertijd ook steun om met deze negatieve ervaringen om te gaan.

Lore Van Praag, Peter Stevens en Mieke Van Houtte zijn verbonden aan de onderzoeksgroep CuDOS van de Universiteit Gent, Orhan Agirdag werkt aan de Universiteit van Amsterdam.

Noten
1. Zie ook http://vorige.nrc.nl/article1919235.ece, 2008
2. Güngör, Derya, Fleischmann, F., Phalet K. (2011). ‘Religious identification, belief, and practice among Turkish- and Moroccan Belgian Muslims: intergenerational continuity and acculturative change’ Journal of Cross-Cultural Psychology 42: 1356-1374.