Gooi Voorschool niet weg met het Brandpuntwater

Brandpunt pakte stevig uit over de Voorschool. Er zou sprake zijn van:  ‘Goede bedoelingen die volgens deskundigen volledig mislukt zijn.’ Het hangt er echter van af wélke deskundigen je spreekt, hoe je hun woorden interpreteert en vooral welk brandpunt je kiest.

Voorscholen hebben geen effect op de ontwikkeling van kinderen met een achterstand. Die conclusie trekt bijzonder hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink na een analyse van 21 onderzoeken over 15 jaar tijd: ‘Er is nul resultaat voor rekenen, nul resultaat voor taal, ook nul voor sociaal emotionele ontwikkeling. Het is nul’, aldus Fukkink in de Brandpuntreportage ‘Het failliet van de voorschool’.

BOinK, de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang, hoopte met dit onderzoek een einde te maken aan vijftien jaar discussie over de voorschool. Ruben Fukkink presenteerde het onderzoek op het jubileumcongres van BOinK. De conclusie van zijn meta-analyse: vroegschoolse en voorschoolse educatie (vve) heeft niet meer effect gehad op de ontwikkeling van kinderen dan reguliere kinderopvang of peuterspeelzaalwerk.

Op basis van deze conclusie pleiten zowel Fukkink als BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma voor het stoppen van vve in de huidige vorm. Om wel effecten te krijgen moeten we integrale voorzieningen realiseren, een totaalprogramma aanbieden (in plaats van een eenzijdig accent op taal), gemengde teams inzetten wat betreft opleidingsniveau (mbo, hbo, wo) en vooral investeren in de pedagogisch-didactische kwaliteit van medewerkers. Gelukkig was er op het congres meer aandacht voor nuancering en kansrijke oplossingsrichtingen dan in de reportage van Brandpunt. Die geeft namelijk een zeer ongenuanceerd beeld, zonder wederhoor bij andere autoriteiten op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie.

Steeds meer gemengde groepen

De Gentse hoogleraar Michel Vandenbroeck heeft gelijk als hij zegt dat er niet veel resultaten te verwachten zijn als je ‘allemaal anderstalige kinderen of kinderen uit zwakke sociaaleconomische milieus bij elkaar zet’. Daarom kiezen ook veel peuterspeelzalen bewust voor gemengde groepen. Dat dit niet in alle wijken lukt, is een gegeven. Aan het opheffen van de versnippering in aanbod (peuterspeelzalen, kinderopvang en voorscholen) werkt dit kabinet trouwens hard door middel van de harmonisatie. De beweging naar geïntegreerde voorzieningen die Brandpunt voorstelt is op veel plaatsen in het land ook al langere tijd aan de gang, bijvoorbeeld vanuit Kindcentra 2020.

Kwaliteit van voorschool is bepalend

Het is duidelijk dat veel onderzoeken naar het effect van vve in Nederland allerlei methodische beperkingen hebben die kunnen verklaren waarom er in het algemeen weinig of geen effect gevonden wordt. Gelet op de enorme variatie in omstandigheden en uitvoering zal het lastig blijven om precies vast te stellen of vve nu wel of niet werkt. Dat neemt niet weg dat er inmiddels veel onderzoeken zijn die wel degelijk inzicht geven in factoren die bijdragen aan een positief effect. We kunnen alleen effect van vve verwachten als de randvoorwaarden goed zijn en er sprake is van een hoge kwaliteit in de uitvoering.

Uit het Pre-COOL-onderzoek en andere internationale studies blijkt dat de kwaliteit van vve cruciaal is voor het behalen van positieve effecten. Onderzoeker Paul Leseman kan nog geen details over de analyses van het onderzoek bekendmaken, maar hij laat in een reactie via Spelenderwijs Utrecht weten dat ‘de analyses lijken uit te wijzen dat kinderen uit achterstandsgroepen tussen 2 en 6 jaar een relevante inhaalslag maken en die inhaalslag houdt verband met deelname aan en de educatieve kwaliteit van voorschoolse voorzieningen. (…) Wij concluderen nu dat er aanwijzingen zijn voor positieve effecten van deelname aan voorschoolse voorzieningen’.

Uit de eerste resultaten van de Pre-COOL-studie blijkt dat investeren in de professionaliteit van medewerkers, inclusief teamoverleg, coaching en werken met reflecties bijdraagt aan de kwaliteit.

Warm aanbevolen: continue professionalisering

Ook Annika de Haan schrijft in haar proefschrift dat het handelen van de beroepskracht bepalend is voor het effect van vve. De belangrijkste aanbeveling om te komen tot een betere kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie is continue professionalisering van beroepskrachten, bijvoorbeeld door middel van coaching. Nodig is een goede initiële opleiding en continue professionele ontwikkeling, zo schrijft ook Michel Vandenbroeck.

Het ministerie van OCW is samen met de sector al bezig om de kwaliteit van vve te verbeteren. Om te borgen dat de pedagogisch medewerkers de Nederlandse taal goed beheersen wordt er geïnvesteerd in een hoger taalniveau van de medewerkers. Ook wordt er geëxperimenteerd met de inzet van hbo’ers, op de groep en/of als coach. In de grootste 37 gemeenten is hierin al een grote slag gemaakt en de komende jaren wordt gekeken hoe dit in de andere gemeenten vorm kan krijgen. Het kabinet heeft daarnaast het voornemen in nieuwe wetgeving op te nemen dat instellingen een opleidingsplan moeten opstellen en het structureel opleiden van personeel moeten verankeren.

Ook ouderbetrokkenheid helpt

Bekend is bovendien dat het inschakelen en ondersteunen van ouders bij het creëren van een stimulerende omgeving voor kinderen leidt tot hogere opbrengsten. Vve-programma’s hebben vooral effect als ouders sterk betrokken zijn bij die programma’s en thuis ook iets aan gerichte ontwikkelingsstimulering doen. Ondertussen hebben vve en peuterspeelzaalwerk die handschoen opgepakt: op diverse fronten wordt gewerkt aan verbetering van de ouderbetrokkenheid.

Werken aan verbetering

Hoe je aan het onderwijs begint is van grote invloed op je schoolcarrière. Vroege achterstanden loop je zelden meer in. Via vve zetten duizenden mensen zich dagelijks in om achterstanden en kansenongelijkheid bij kinderen tegen te gaan. Discussie over de effecten van vve is prima, maar via de media en zonder wederhoor een ongenuanceerd beeld naar buiten brengen doet geen recht aan de veelkleurige werkelijkheid.

Wat we nodig hebben is een constructieve samenwerking tussen beleid, onderzoek en praktijk om de kwaliteit van vve te verbeteren. Zoals beschreven zijn daar genoeg aanknopingspunten voor. En gelukkig signaleert ook Brandpunt dat alle partijen het over één ding eens zijn: ‘investeren in jonge kinderen is van levensbelang’.

Eline Kolijn is adviseur peuterspeelwerk bij de MOgroep, de branchevereniging voor Sociaal Werk

Afbeeldingsbron:
Creativecommons