Betrokken burgers willen een betrokken overheid

Burger en overheid staan met de rug naar elkaar toe, zo stelde nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer vorige maand tijdens de presentatie van het TSS-jaarboek ‘Brave burger gezocht’. Als de overheid wil dat de burger hem vertrouwt, dan kan zij het beste inspelen op wat mensen beweegt, op wat ze interessant vinden en wat ze willen.

Alex Brenninkmeijer:‘Er zijn twee dominante visies op de veelbesproken kloof tussen burger en overheid. De een verwijst naar een (te) grote afstand tussen de twee partijen, die haar weerslag vindt in grote electorale bewegingen en een toenemende afkeer van de overheid. Daar tegenover staat de visie dat de afstand tussen de burger en de overheid eerder te klein dan te groot is. In die visie zou de overheid meer afstand moeten nemen van de burger die tegenstrijdige en onredelijke eisen stelt.

Beide visies zijn volstrekt onzinnig. De overheid is een systeem; een samenstel van wetten, instituties en geldstromen met een geheel andere rol en identiteit in de samenleving dan de individuele burger. Maar ongeacht deze verschillende rollen zouden de burger en de overheid op een gelijkwaardige manier met elkaar moeten omgaan. Nu ontbreekt die equivalentie totaal.

Serieus nemen
De verhouding tussen burger en overheid in Nederland is er een van koude uitsluiting; beide partijen staan voornamelijk met de rug naar elkaar toe. We spreken over de overheid terwijl het onze overheid zou moeten zijn. Nederland is een goed georganiseerd land met een in velerlei opzicht betrouwbare overheid, maar burger en overheid hanteren een verkeerd uitgangspunt. In Nederland is het niet ‘we the people’ en ‘yes we can’ maar ‘Wij, Beatrix, met de gratie Gods.’ Dat verkeerde uitgangspunt vloeit voort uit het feit dat Nederland nooit de volkssouvereiniteit heeft omarmd maar altijd in een regentenmodel heeft geloofd.

Een samenleving van betrokken burgers vereist een overheid die de burger aandacht schenkt, respecteert en serieus neemt. Het gros van de klachten over de overheid gaat over haar onverschillige en respectloze gedrag. Een ander punt waaraan de burger zich vaak ergert, is paternalisme. Dat pikt de hoogopgeleide en intelligente burger van nu niet meer. De kern van de zaak is dat de burger het gevoel moet hebben dat de overheid hem vertrouwt, eerlijk behandelt en serieus neemt. En daarmee kom je als vanzelf op de fundamentele vraag in de discussie over de kloof tussen burger en overheid: als de overheid zich niet kan verheugen in het vertrouwen van de burger, hoe zit het dan met het vertrouwen van de overheid in de burger?

Moeilijke gesprek
Een belangrijke element daarin is 'het moeilijke gesprek', bijvoorbeeld over hoe de overheid mensen kan activeren. Ze kan dat doen door mensen met sancties te dwingen of door in te spelen op wat mensen beweegt, wat ze interessant vinden en wat ze willen. Dat maakt het gesprek over activering niet minder lastig maar het levert vanwege de positieve invalshoek wel meer wederzijdse waardering en vertrouwen op.'