COLUMN Hoe gezond is de Persoonlijke Gezondheidscheck?

Vorige maand lanceerde het Nederlands Huisartsen Genootschap met diverse partners de Persoonlijke Gezondheidscheck. Deze moet het verantwoorde alternatief worden voor het versnipperde aanbod van gezondheidstesten, die bovendien niet allemaal even betrouwbaar zijn.

Op de site www.persoonlijkegezondheidscheck.nl kunnen burgers hun eigen gezondheidsrapport samenstellen en krijgen ze leefstijladviezen om ‘vitaler’ te worden en hun kans op ziekte te verlagen. Ook worden ze – indien nodig- doorverwezen naar de huis- of bedrijfsarts.
Geweldig nieuws toch? Zo kunnen burgers, volgens een meewerkende huisarts in het persbericht: ‘zelf aan de slag gaan met hun leefstijl. Dat is precies wat we willen, dat mensen verantwoordelijkheid nemen voor hun gezondheid.’

Zo op het eerste oog lijkt dit helemaal oké. Mensen helpen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leefstijl en dus voor hun gezondheid. Maar is dat zo? Er zijn twee grote bezwaren. Echt grote bezwaren. De eerste is dat een belangrijke groep mensen nóg meer gefixeerd zal raken op gezond leven. Nog afgezien van de vraag wát er nu precies gezond is (is hardlopen nu wel of niet gezond, moeten we nu allemaal overstappen op Quinoa of is dat alweer achterhaald?) geeft dit ook behoorlijk wat angst en stress, hetgeen bewezen ongezond is. Ook ongezond is dat er steeds meer kinderen juist ondervoed zijn, omdat hun ouders uit angst voor overgewicht juist te ‘gezond’ eten. Dat wordt trouwens ook door de consultatiebureaus bevorderd, die gefixeerd lijken te zijn op het voorkomen van overgewicht en daarbij doorschieten naar vetvrees.

Gezond leven is voor een belangrijke groep in de samenleving niet zozeer een keuze, maar vooral ook een enorme dwang. Met hun openbaar vertoon van ‘gezond gedrag’ (de automatische tweets die laten weten hoeveel kilometer ze hebben gelopen in hoeveel tijd, of de berichten dat ze bij de sportschool zijn, de selfies van hardlopen of posts met boerenkoolshakes) laten ze zien dat ze verantwoordelijke burgers zijn, en niét zoals het dikke, ongezonde lagere volk. Het is vooral ook statusgedrag, in een vorm die hun leven beheerst.

Is gezonder ook goedkoper?

Het meest gehoorde argument is dat gezond eten en bewegen het risico op ziekte verkleint en daarmee dus ook de kosten voor de samenleving. Maar iemand met overgewicht is niet per se ziek, net zomin als iemand met gezond gewicht per se ook gezond is. En langer leven bespaart de samenleving niet bepaald kosten, integendeel. Uiteindelijk zijn dunne, gezonde niet-rokers het duurst, omdat zij het langst leven. Gemiddeld dan, hè?

Nu misgun ik het niemand om zich goed te voelen of om dat ten minste te proberen, maar het gaat me om de redenering erachter. Zo worden mensen met overgewicht gestigmatiseerd, nog vóórdat ze een cent gekost hebben. Maar een slank persoon die bij het sporten een akelige breuk oploopt, geopereerd moet worden en lang moet revalideren, krijgt louter troostende woorden en complimenten. Daar klopt iets niet. En sportblessures kosten de samenleving jaarlijks 1,3 miljard euro. Voorwaar geen klein bier.

Uiteraard is het winst als mensen zich beter voelen, maar ook dat is niet gegarandeerd. En je hebt ook niet alles in de hand. Welk deel van je ‘leefstijl’ is precies je eigen, vrije keuze? Het gezin waarin je opgegroeid bent, met misschien wel twee rokende ouders, zodat je zelf ook op je 14e begon (het meeroken vond daarvoor al plaats)? Of het opgroeien in een cultuur waarin frites en pizza op de bank, met veel Cola erbij, heel gewoon was, of zelfs de enige luxe die je familie zich kon permitteren? Of leven in de schuldhulpverlening, of met een lichamelijke of geestelijke beperking, of bijvoorbeeld een verslaving? Of gepest worden op school, zodat je liever niet buiten speelt en ook niet meer naar je sportclub gaat? Wat precies is hieraan je eigen keuze?

Is leefstijl wel een keuze?

De term ‘leefstijl’ suggereert een hoge mate van individuele keuzevrijheid, en miskent de sociale bepalers van die leefstijl. Werk, woonomgeving, cultuur, economische positie, de omstandigheden waaronder je opgroeit: ze verdwijnen allemaal uit beeld. Het gaat alleen nog om je eigen keuzes. Terwijl allang bekend is dat we leven in een ‘obesogene’ (=dikmakende) omgeving, waarin de ‘gezonde keuze’ het af moet leggen tegen een overdaad aan ongezonde keuzes. Voor het maken van gezonde keuzes (en wat die precies moeten inhouden, daar zijn de geleerden het niét over eens) is veel kennis, geld en de juiste ondersteuning van je sociale omgeving noodzakelijk. Wat ook uit beeld verdwijnt is het overheidsbeleid, dat er eerder voor kiest om de producenten van ongezonde voedingsmiddelen te ondersteunen. Big business is belangrijker dan de gezondheid van de burgers. En de voedingsindustrie doet er alles aan om jou zoveel mogelijk calorieën te laten innemen, onder het mom van keuzevrijheid, onder de valse vlag van gezond (nu met 0% vet!) of met de boodschap dat als je maar genoeg beweegt, hun keuze best ‘mag’ (Coca-Cola, McDonalds en Heineken als sponsors van de Olympische Spelen).

Het is het overheidsbeleid dat ervoor zorgt dat Coca-Cola reclame maakt met sportieve evenementen. Dat Kellogs’, de mierzoete ontbijtgranen, aan kinderen (!) gepresenteerd worden als gezond, met Epke Zonderland erbij. Dat producenten reclame mogen maken op het nationale schoolontbijt, maar dat voorzieningen in de scholen om kinderen dagelijks gezond eten aan te bieden - in Frankrijk de normale gang van zaken - ontbreken. Dat de snoepautomaat mag blijven staan, onder de vlag van keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid van pubers. Dat de frietkraam naast de gezonde school mag blijven staan, omdat dat volgens de wethouder de verantwoordelijkheid is van de ouders en de kinderen zelf.

Eigen keuze wordt vooral gebruikt om op anderen te wijzen

Op zich is er geen probleem met het nemen van verantwoordelijkheid, maar deze term wordt nu vooral gehanteerd om naar anderen te wijzen. Bedrijven én overheid wijzen op de verantwoordelijkheid van de burger. Gezonde burgers wijzen op de veronderstelde onverantwoordelijkheid van minder fortuinlijken. Want het zijn juist de mensen die in de hoek zitten waar de klappen vallen, waar nu het meest naar gewezen wordt. Zo wil de Britse premier Cameron de mogelijkheid onderzoeken om mensen met forse obesitas te bestraffen voor hun overgewicht, als zij ‘weigeren om af te vallen’. Terwijl allang bekend is dat het vrijwel onmogelijk is om obesitas ongedaan te maken; terwijl obesitas juist veelal een gevólg is van minder gunstige leefomstandigheden (proef het verschil met het woord leefstijl). Maar zelfs artsen, die wéten dat overgewicht zeer moeilijk tot helemaal niet te bestrijden is, discrimineren. Met psychische én gezondheidsschade als gevolg.

En dat is dus het tweede, grote bezwaar: als we niet heel goed oppassen, wordt de gezondheidscheck een bewijs van goed gedrag, voor de mensen die onder de meest gunstige omstandigheden leven. Een goed inkomen, een fijne leefomgeving en trouw naar de sportschool worden beloond. Degenen die dit niet hebben, worden afgerekend op hun pech. Alsof daar iemand beter van wordt. Integendeel, zou ik zeggen.
De overheid moet zelf eens een gezondheidscheck gaan doen. Ik voorspel: heel ziek.