COLUMN Zeg het

Anke Laterveer deelde in Pauw haar ervaring als slachtoffer van aanranding. Haar actie kreeg direct navolging. Met #zeghet maken vrouwen en mannen duidelijk dat seksueel geweld geen exces is maar een structureel probleem in onze samenleving. De actie nam mij mee terug in de tijd. Naar de periode waarin ik als vrijgevochten net-uit-de-kast studente op kamers ging wonen, ‘in de grote stad’. Het aanhoudende versiergedrag van mijn nieuwe buurman beschouwde ik in eerste instantie daarom ook als een onschuldige uiting van de vrije stadscultuur. Tot die ene avond.

Ik zwaai een vriend uit en loop terug naar mijn huis. Voor de deur staat de buurman. Zoals gewoonlijk begint hij met zijn versierpraatjes. Ik heb mezelf aangeleerd om hem te negeren. Maar deze keer lijkt hij dronken. Zo snel mogelijk wegkomen is mijn gedachte. Ik grijp mijn sleutels om de deur open te maken. Hij komt dicht bij mij staan en legt zijn hand op mijn billen. Ik probeer weg te komen. Ik glip mijn huis binnen en ik probeer de deur dicht te doen. Dat lukt niet want hij heeft zijn voet tussen de deur gezet. Nu ben ik echt bang. Ik probeer uit alle macht de deur dicht te krijgen.

Buiten hoor ik een vrouwenstem roepen naar de buurman.  Het is de buurvrouw die hem beveelt op te houden. Hij haalt zijn voet weg om te kijken wie hem roept. Ik trek de deur dicht. De buurvrouw is mijn reddende engel. Binnen besef ik pas echt wat er is gebeurd. Ik vertel het aan mijn huisgenote en die nacht doen we allebei geen oog dicht. De volgende dag staan we al met onze jassen aan om naar de politie te gaan als er wordt aangebeld. Stomverbaasd zie ik een agent aan de deur, die me vertelt dat een buurvrouw gisteravond verkracht is. Door dezelfde buurman die mij eerder lastig viel. Heb ik wat gezien of gehoord? Een moment kan ik niet reageren. Het duurt even voor het tot mij doordringt. Mijn reddende engel is verkracht.

Net als de buurvrouw doe ik aangifte. Zij van verkrachting, ik van aanranding. De zedenpolitie luistert aandachtig en geeft uitleg over het proces. De agent begrijpt heel goed dat ik niet meer naar huis durf als de dader weer op vrije voeten komt. De politie neemt hem in voorlopige hechtenis. De agent belooft alles op alles te zetten om de buurman tot de rechtszaak vast te houden. Maar dat is niet aan hem maar aan justitie. Een paar dagen hebben ik en mijn huisgenote de hoop dat we in ons huisje kunnen blijven wonen. We praten en we huilen samen en proberen het drama te verwerken. En dan komt het telefoontje van de politie: de verkrachter komt over een paar uurtjes vrij. Dat betekent dat hij straks weer op onze stoep staat. Mijn huisgenote en ik weten wat ons te doen staat. We waarschuwen de andere buren. In een uur tijd pakken we zelf zoveel mogelijk spullen in. Trillend van angst gooi ik kleren en boeken in boodschappentassen. En dan vlucht ik naar mijn ouders, waar ik mij voor het eerst sinds lange tijd weer veilig voel. Maar mijn fijne studentenkamer ben ik kwijt.

De rechtszaak laat meer dan twee jaar op zich wachten. Maar de vrijwilliger van slachtofferhulp blijkt een rots in de branding. Hij vertelt mij over mijn rechten en mogelijkheden, gaat voor mij naar de rechtszaak en reageert op alles wat er mis gaat in het proces. En er gaat veel mis. Mijn 'zaak' raakt zoek. Ik word alleen gehoord als getuige en niet als slachtoffer. De buurman wordt uiteindelijk veroordeeld voor verkrachting en krijgt een taakstraf. Voor aanranding wordt hij vrijgesproken. Een hand op de billen is 'tegenwoordig zo normaal dat het geen aanranding is te noemen', aldus de rechter.

Maanden later vind ik eindelijk een nieuwe studentenkamer, maar jarenlang blijf ik bang. Bang dat ik hem ergens tegenkom. Ik rijd kilometers om alleen om maar niet langs mijn oude huis te hoeven rijden. In de stad waar ik woonde voel ik mij nooit meer echt veilig. Mijn angst verdween pas echt toen ik naar een andere stad verhuisde.

Waarom deel ik dit meer dan tien jaar later? Omdat de impact van seksueel geweld groot is en het daarom niet onder het tapijt geveegd mag worden. Bij mij viel het mee: het betekende dat ik tijdelijk mijn woning kwijt was en tijdelijk een angst er bij kreeg. Maar het kan veel erger: mijn buurvrouw was er een stuk slechter aan toe. En uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat seksueel geweldervaringen ook een rol kunnen spelen in het ontwikkelen van depressie, eetstoornissen, suïcidaal gedrag en andere problematiek. We weten ook dat lang niet alle hulpverleners vragen naar ervaringen met seksueel geweld. De impact en invloed van seksueel geweld op de levens van slachtoffers blijft onopgemerkt als we er niet over praten.

Als er niet over seksueel geweld gepraat wordt, lijkt het net als of het niet (meer) bestaat. Bij kennisinstituut Movisie waar ik werk, ondersteunen we hulpverleners en sociaal werkers om te vragen en te praten over seksueel geweld. Want als samenleving hebben we niet alleen de verantwoordelijkheid om seksueel geweld te proberen te voorkomen, maar ook om passende hulp te bieden als het desondanks toch gebeurt. Dat kan alleen als mensen begrijpen en zich voor kunnen stellen wat seksueel geweld doet met slachtoffers. Daarom hoop ik dat andere slachtoffers die het net als ik voor hun gevoel hun ervaring verwerkt hebben, erover gaan praten en uitleggen wat het met je doet. #zeghet, want het bestaat.

 Hanneke Felten is adviseur Emancipatie en Inclusie bij Movisie.

Deze column verscheen eerder in NRC Weekend.