EFFECT Meeleven met de hoofdpersoon is de sleutel tot succes voor video-opvoedcampagnes

Expliciete opvoedspotjes zijn ineffectief in attitude- en gedragsveranderingen. Wanneer de boodschap impliciet wordt overgebracht, zoals bijvoorbeeld bij entertainment-education het geval is, werkt het wel. Met name als de doelgroep tijdens het kijken erg meeleven met de hoofdpersonen van de film.

“Praat met je kind over porno, voordat het internet het doet.” De overheid helpt graag een handje bij de opvoeding van uw kind en communiceert de juiste moraal vaak via dit soort expliciete postbus51 spotjes. Echter, expliciete opvoedboodschappen zijn niet effectief voor attitude- en gedragsveranderingen, zo is al vrij lang bekend.

Wat beter werkt zijn impliciete boodschappen. De mores om bijvoorbeeld niet te discrimineren wordt sneller opgepakt wanneer het verwerkt is in een vermakelijke tv-serie zoals GTST of Gooise Vrouwen dan in een postbus51 spotje. Dergelijke vermakelijke én moraliserende of onderwijzende programma’s heten ‘entertainment-education’. Wat de kracht is van die impliciete, onderzocht Lonneke van Leeuwen, werkzaam bij het Trimbos instituut, in haar proefschrift ‘I was totally there. Understanding engagement in entertainment-education narratives’ (Leeuwen, 2015).

Om dit te onderzoeken deed Van Leeuwen twee kwantitatieve onderzoeken. In beide gebruikte ze de serie ‘Roes’ als entertainment-education interventie. ‘Roes’ is een serie van 11 afleveringen die in het voorjaar van 2008 uitgezonden werd op Nederland 3 en tevens terug te kijken was op internet. In de serie wordt in elke aflevering een op zichzelf staand verhaal verteld, waarbij de hoofdpersonen te maken krijgen met drank- en drugsgebruik en de schadelijke effecten daarvan.

Roes blijkt effectief, maar het effect is van korte duur

Het eerste onderzoek van Van Leeuwen werd uitgevoerd onder 282 16-jarigen. Alle respondenten, gevonden via het panelbureau Qrius (www.qrius.nl) , kregen één maand voor en één maand na de uitzendingen een vragenlijst per e-mail. Hierin werd gekeken naar het effect van kijken naar één of meerdere afleveringen van de serie op de manier waarop de jongeren denken over hun eigen alcoholgebruik (attitude verandering). Tevens werd gemeten of de jongeren meer of minder gingen drinken na het kijken van deze films (gedragsverandering). Naast de vragenlijst kregen de respondenten elke week een link toegestuurd van de website waarop de uitzendingen teruggekeken konden worden.

Van de 282 respondenten keken 196 respondenten naar één of meerdere uitzendingen van ‘Roes’ en 86 respondenten keken er één of minder. De reden van de respondenten om wel of niet kijken is niet onderzocht.

Na het kijken van de serie bleken de kijkers striktere normen te hanteren rondom alcohol- en drugsgebruik dan voor het kijken van de serie. Ook werd bij de kijkers, in tegenstelling tot de niet-kijkers, geen stijging in het geconsumeerde alcoholische consumpties gemeten. De kijkers gingen niet meer drinken dan ze al deden, terwijl bij de niet-kijkers een lichte stijging in het alcohol gemeten werd tussen februari en juni.

Toen de jongeren een jaar later nog een keer ondervraagd werden bleek er geen verschil meer te bestaan tussen de kijkers en de niet-kijkers in het gedrag, het verschil in intenties om minder te drinken bleef wel langer meetbaar. Het effect van entertainment-education op het gedrag was dus niet blijvend, wat meestal het geval is bij tijdelijke campagnes, stelt Van Leeuwen.

Emotionele betrokkenheid bij het verhaal is het belangrijkst

In het tweede onderzoek bekeek Van Leeuwen nauwkeuriger hoe de gevonden effecten van entertainment-education tot stand komen. Een bewezen element is de ‘narrative engagement’, de betrokkenheid bij het verhaal. Narrative engagement bestaat uit vier onderdelen: begrip van het verhaal, aandacht en focus tijdens het kijken, emotionele betrokkenheid en het gevoel aanwezig te zijn bij de gebeurtenissen (narrative presence). Van Leeuwen vroeg zich af óf en hoe deze vier processen samenhangen met de grootste invloed hebben op de verandering in attitude en gedrag.

Voor dit tweede onderzoek liet Van Leeuwen 176 jongeren tussen de 17 en 26 jaar oud (gemiddelde leeftijd 20) één aflevering van ‘Roes’ zien. Dit onderzoek gebeurde online. De respondenten kregen een vragenlijst, keken een uitzending en vulden dezelfde vragenlijst nogmaals in. In de vragenlijst werd gekeken naar alcoholgerelateerde beliefs, attitude, en intenties .Vanwege deze onderzoeksmethode kon er niet gekeken worden naar gedragsverandering. Daarnaast werden ook vragen gesteld om de vier processen van de narrative engagement te meten.

Uit dit onderzoek blijkt dat vooral de mate van emotionele betrokkenheid en narrative presence van invloed zijn op veranderde beliefs over alcohol. Wanneer jongeren meeleven met het verhaal en de hoofdpersoon, laten sterkere beliefs veranderingen zien dan de jongen die dat niet deden. De ‘meelevers’ geloven na het kijken dat overmatig alcoholgebruik nadelige consequenties kan hebben en dat zij hier ook zelf kwetsbaar voor zijn.

Kennis van de doelgroep is essentieel voor de morele overdracht

Het onderzoek maakt eens te meer duidelijk dat voor een effectieve educatieve interventie de makers zeer bekend moeten zijn met de doelgroep en hun belevingswereld. Persoonlijke relevantie van de gebeurtenissen in het verhaal zijn belangrijk voor de emotionele betrokkenheid, die op diens beurt weer bijdrage aan een effectieve educatieve overdracht. Dus, als je een verhaalt wilt maken waarbij kijkers zich emotioneel betrokken voelen, dan moet je weten waar de doelgroep zich mee bezighoudt.

Daarnaast is het effect niet langdurig, zelfs niet wanneer de jongeren meerdere afleveringen keken. De beliefs en gedragsverandering was wel te zien binnen een maand na het kijken van de serie, maar was na een jaar niet meer significant. De vraag is dus hoeveel impliciete boodschappen die entertaiment-education nodig zijn om een blijvende invloed te hebben op het gedrag van jongeren en of entertainment-educatie überhaupt lucratief is.

Referentie
Leeuwen, L. van (2015). I was totally there. Understanding engagement in enter-tainment-education narratives. Wageningen: Universiteit van Wageningen (proefschrift).

 

Sterre ten Houte de Lange is redacteur bij Sociale Vraagstukken.