INTERVIEW Maurits Barendrecht: Innovatie in de rechtspraak betekent meer oplossing, minder procedure

De rechtspraak is toe aan een modernisering: zorg voor minder polarisatie en zet het zoeken naar een oplossing voor het conflict centraal. Zie daar in een notendop de missie van Maurits Barendrecht, directeur van het HiiL Innovating Justice. Dit instituut doet onderzoek naar en assisteert bij innovatie van de rechtspleging.

De onderzoekers komen uit alle windstreken en HiiL is een spil in een netwerk van rechters, ministeries, NGOs en bedrijfjes die innovaties ontwikkelen en over landsgrenzen heen proberen op te schalen. De financiering komt uit projecten en soms een subsidie van een Hollands ministerie.

Barendrecht faciliteerde de ontwikkeling van  nieuwe werkwijzen voor het regelen van echtscheidingen en letselschade. Dat valt niet mee in de wereld van rechters en advocaten die getraind zijn om conservatief vanuit regels te denken. Veel aandacht trok HiiL afgelopen zomer met een uitgewerkt prototype voor de Burenrechter.nl, een online rechtsgang voor burenruzies. Barendrecht is tevens hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg.

Het HiiL wil de rechtspraak verbeteren, innovatie is een woord dat voortdurend terugkeert. Wat is er mis met de rechtspraak?

‘De rechtspraak beslecht conflicten in alle soorten en maten: botsingen tussen mensen onderling, ruzie met de gemeente, misdrijven, et cetera. Rechters moeten daarbij werken met wetten van soms meer dan honderd jaar oud, ze zijn zo ingekaderd dat je moeilijk gebruik kunnen maken van moderne technieken. De rechtspraak, zowel straf-, privaat- als bestuursrecht, is daardoor ouderwets, te complex en vol perverse prikkels. Dat leidt tot fricties en vertraging en creëert onzekerheid en ontevredenheid bij mensen over de werking van het recht.’

Barendrecht geeft een voorbeeld, wijzend op het kabinetsplan om de advocatenvergoeding in strafzaken te verlagen. ‘De kosten daarvoor zijn in een paar jaar verdubbeld, niet omdat het aantal rechtszaken is gestegen, maar omdat advocaten steeds langer met een zaak bezig zijn. De vele procedurele complicaties bij de waarheidsvinding, die voor juridische fijnproevers interessant zijn, lokken uit dat advocaten daar een beroep op doen, waardoor de rechtsgang steeds vaker in zijstraten van zijstraten terechtkomt. Terwijl in 90 procent van de strafzaken al vaststaat dat de verdachte zwaar bij het telastegelegde betrokken was. De enige vraag die eigenlijk beantwoord moet worden is: welke reactie volgt hierop? Met als relevante achterliggende vragen: hoe gaan we met hem om tijdens zijn straf, hoe zorgen we dat hij het niet weer doet, hoe kom je het slachtoffer tegemoet, hoe mag die zijn zegje doen, welke schadevergoeding past hier en welke begeleiding is nodig?’

Oude wetten zijn toch niet per definitie foute wetten?

‘Wel als ze het doel niet meer optimaal dienen. We vergeten die vraag te stellen: wat was het doel en hoe kan dat in het hier en nu worden bereikt? Als je dat wel doet, kom je er achter dat je moet innoveren. Mensen vinden het raar als na procedurele fouten de verdachte vrijuit gaat – terecht dat de Hoge Raad dat zelden meer accepteert. Mensen vinden het ook raar dat een verdachte een zwijgrecht heeft, want ze willen dat hij verantwoording aflegt. Zwijgrecht is er ooit gekomen om verdachten te beschermen tegen martelmethodes. Maar dat gevaar bestaat toch niet meer in een beschaafde samenleving? En als dat er wel is, zijn er betere waarborgen zoals het verplichten tot het maken van opnames van verhoren.’

Online conflictbeslechting voor burenruzies

Barendrecht pakt zijn laptop om een voorbeeld te laten zien van innovatie met inzet van moderne technieken. De Burenrechter.nl is een online conflictbeslechting voor burenruzies, gemaakt op verzoek van de Raad voor de Rechtspraak. Rechters krijgen jaarlijks vierduizend burenruzies voor de kiezen.

Barendrecht: ‘De stap naar de rechter is groot, als die gezet wordt is het conflict al hoog opgelopen en hebben de partijen zich diep ingegraven. Vervolgens gaat het civiele recht uit van een tegenstelling: de ene partij eist, de andere verweert zich en komt eventueel met een tegeneis. Daarna neemt de rechter een beslissing, een vonnis waarmee het conflict juridisch is beëindigd maar meestal niet is oplost. Dat moet beter kunnen. De Burenrechter.nl probeert de drempel voor toegang te verlagen en is een poging de partijen niet te laten polariseren maar juist samen naar een oplossing te laten zoeken.’

Het werkt zo. Een partij kan via de website de kwestie aanbrengen. Daar staan vragen naar de persoonlijke gegevens, de inhoud van de ruzie en mediation-achtige vragen als ‘wat wilt u bereiken?’ en ‘wat denkt u dat de andere partij wil bereiken?’ De andere partij kan digitaal worden uitgenodigd om ook zijn verhaal te doen en dat heeft de kracht van een dagvaarding. Deurwaarders zijn overbodig. De partijen krijgen daarna elkaars verhaal te zien en is er ruimte voor dialoog tussen de twee. Komen ze er niet uit, dan kijkt een medewerker met mediationervaring ernaar en stelt eventueel aanvullende vragen. Tenslotte gaat de rechter met de twee om tafel zitten, bij hen thuis, hij luistert, vraagt, probeert samen een uitweg te vinden en neemt uiteindelijk een beslissing. Die beslissing tikt hij ter plekke in zijn Ipad en heeft de kracht van een vonnis.

Barendrecht: ‘Het uitgangspunt is dat mensen er zelf uitkomen. Lukt dat niet, dan is er de rechter als een stok achter de deur.’ De versie die Barendrecht laat zien is een prototype. De Raad voor de Rechtspraak is enthousiast en wil dat Burenrechter.nl de standaard wordt en start dit jaar een proef. In zo’n traject zijn er nog veel onbeantwoorde vragen, zoals de financiering, het tempo, met welke technieken, met welke procedurele kwesties val je de betrokkenen lastig, op welke plek komt de rechter (bij wie thuis)? Volgens Barendrecht is dat allemaal productontwikkeling.

Burenrechter.nl is samen met rechters ontworpen. Barendrecht: ‘Ze zijn enthousiast. Ze willen deze kant op. Als je hen vraagt wat ze het mooiste vinden aan hun vak, dan heeft bijna iedereen het over signalen dat het conflict ook echt is bijgelegd: “dat je na een paar maanden een kaartje krijgt van dat ze weer op de koffie bij elkaar komen”.’

Over de hele wereld gaat conflictoplossing richting mediation

Over de hele wereld gaat het denken over conflictoplossing in deze richting, zegt Barendrecht. ‘De partijen met elkaar in gesprek brengen, visies op het conflict laten uitwisselen, duidelijkheid krijgen over de uiteenlopende belangen, en als mensen er zelf niet uit komen een derde partij er bij halen, iets mediation-achtigs, en als dat nog niet werkt, komt er een rechter bij.’

‘Mensen willen dit zelf, zo blijkt uit enquêtes. Van degenen die naar een civiele rechter stappen wil 7 procent gerechtigheid, 3 procent wil vastgesteld zien dat de andere partij de schuld heeft, en de rest wil een oplossing van het probleem en herstel van de schade.

En wat doen de huidige procedures? Die zorgen voor polarisatie, die maken het probleem erger, harder, groter en complexer. Ze nodigen uit tot overvragen en overdrijving.’ Dat laatste kan Barendrecht goed weten want hij was zelf twaalf jaar advocaat en zag alle denkbare procedures van binnenuit, tot en met die bij de Hoge Raad. ‘De huidige procedures zetten mensen tegen elkaar op, terwijl ze zoeken naar herstel van respect en gehoord worden.’

Procedures zijn er toch niet voor niets, zijn ze geen waarborgen voor rechtvaardigheid? Denk aan situaties met partijen in een scheve machtsverhouding, bijvoorbeeld een conflict tussen huurder en verhuurder.

‘Machtsverschillen zijn er altijd, en daarom is ook essentieel dat partijen snel en goedkoop bij de rechter terecht kunnen, want die kan evenwicht brengen in het onderlinge gesprek. De ene partij is al gauw wat rijker of slimmer of sterker. De huurder met een lekkend dak en een onwillige huiseigenaar kan zijn conflict voorleggen aan de Burenrechter.nl. Beide partijen geven hun versie van het verhaal, ze praten onder toezicht, de rechter bekijkt de contracten en de afspraken, en komt als partijen het zelf niet eens worden met een vonnis,  zo nodig met dwangsom.’

Burenrechter.nl past in een ontwikkeling die in het civielrecht al gaande is, benadrukt Barendrecht. ‘Het idee van twee botsende partijen met een rechter in de afstandelijke rol van scheidsrechter die alleen de procedures controleert en een eindoordeel velt, is achterhaald. Als je nu op zitting komt, zie je een rechter die een gesprek op gang probeert te brengen om het tot een schikking te laten komen.’

Beweging in het echtscheidingsrecht

‘Ook in het echtscheidingsrecht zit beweging. Bij voorkeur komen de partners er zelf uit, en dan volgt wel een check van de rechter op de werkbaarheid van de uitkomst en de eerlijkheid. Denk bijvoorbeeld aan de verdeling van de eventuele schulden.’

Is een dergelijk correctief ingrijpen door de rechter ook mogelijk bij Burenrechter.nl?

‘Bij de formule hoort nazorg, na een paar maanden wordt contact gezocht met de vraag of het conflict werkelijk is opgelost.’

Wordt de rol van de rechter die van een soort dorpsoudste?

‘Maar dan wel een hele moderne. Rechters zoeken met de best denkbare gesprekstechnieken naar een passende uitkomst, en dat is een oplossing die aanvaardbaar is, maar ook gebaseerd op diepgaand onderzoek en ervaring over wat werkt.’

Loop je dan niet het gevaar van willekeur en rechtsongelijkheid?

‘Rechters doen uitspraak naar beste inzichten, maar ze werken binnen bepaalde afspraken. Bij echtscheiding beslissen ze bijvoorbeeld over alimentatie en daar zijn formules voor. Het wordt net als in de zorg. Binnen protocollen en standaarden zijn er genoeg marges voor maatwerk.’

Innovatie kan ook in het strafrecht

Ook in het strafecht is innovatie mogelijk, vindt Barendrecht. Hij verwijst naar de problem solving courts in de VS. Dit zijn speciale zittingen met speciale rechters voor specifieke typen verdachten zoals verslaafden of jeugdigen, gericht op het vinden van praktische oplossingen (hands-on) die goed zijn voor verdachte, slachtoffer en samenleving. Op dezelfde manier zijn er ook mental health courts voor psychiatrische gevallen.

Het strafrecht is met haar vele regels een zwaar middel dat ook – en vooral – wordt ingezet bij relatieve kleine misdrijven: een klap, een scheldwoord tegen een agent, een winkeldiefstal. Dat leidt tot opstoppingen en frustratie bij verdachten en slachtoffer. Zit de fout bij het strafrecht of bij het verkeerd inzetten daarvan?

‘Een klap moet gecorrigeerd worden! Maar dan graag via een andere procedure.  Het moet over de kwestie zelf gaan, over die persoon, over de aanleiding tot die klap en over de impact op het slachtoffer. ‘

Hoe ziet dat er uit?

‘De meest voorkomende denkrichting is een tweefasen proces. Als de vraag is of de verdachte het gedaan heeft, dan gaat het eerst over het bewijs. Vaak staat dat niet of nauwelijks ter discussie, maar in het strafproces wordt daar de meeste tijd en veruit de meeste regels aan besteed. Er zou een veel uitgebreidere tweede fase kunnen komen, waarin het gaat over de gevolgen van het misdrijf en wat er moet gebeuren. Dat is nu heel simplistisch: iemand krijgt 8 of 10 maanden met een paar maanden voorwaardelijk. Dat klinkt bijna altijd te laag voor wat de slachtoffers hebben meegemaakt, en bijna altijd te zwaar voor wie zich in de verdachte verplaatst. Voor alle betrokkenen gaat het er vooral om wat er in en na die periode gebeurt, welke behandeling krijgt de verdachte, wat hebben deze slachtoffers nodig, hoe zit het met de buurt, hoe komt de verdachte weer terug in de wijk of niet. Hoe meer mensen weten dat dit allemaal goed wordt begeleid en georganiseerd; hoe groter hun vertrouwen in de strafrechtspleging.’

Vroeger losten we veel van dit soort zaken onderling op.

‘Het is prima als mensen conflicten zelf oplossen, maar er moet een derde partij zijn die daar op toeziet. Geen land, geen regio, geen dorp kan zonder een functie als van een rechter.’ Barendrecht wil graag een misverstand uit de weg helpen: ‘Het is niet waar dat mensen tegenwoordig vaker naar de rechter stappen. Van het verhaal over claimcultuur is nooit enig bewijs gevonden. Niemand gaat voor zijn plezier naar de rechter. Dat doe je alleen als het echt nodig is. In een conflict is er altijd een andere partij. Als je schade hebt door een autobotsing ben je afhankelijk van de coöperatieve houding van de ander. Bij echtscheiding ook. Dus moet je ergens verhaal kunnen halen als je er samen niet uitkomt.’

Toegang tot de rechter moet juist aantrekkelijker

Het klinkt misschien paradoxaal, maar Barendrecht vindt dat de toegang tot de rechter juist aantrekkelijker moet worden. ‘Zie al die dubieuze financiële producten die in het verleden verkocht zijn. Er zijn heel veel gedupeerden, maar de procedures van slachtoffers van de dotcom crisis van 2001 lopen nu nog, terwijl we al een crisis verder zijn.

Ook de afhandeling van letselschade kan alleen onder toezicht van een rechter goed verlopen. Verzekeringsmaatschappijen hebben te weinig belang om snel en eerlijk claims af te handelen. Een houding van ‘kom het maar halen’ is commercieel te aantrekkelijk, tenzij de rechter er bovenop zit. Mensen met schade moeten veel sneller geholpen worden.’

Geldt die betere toegang ook in de zorg? Door nieuwe wetgeving, zoals de WMO en de ouderenzorg, gaan gemeenten bepalen welke hulp mensen krijgen. De Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) vindt dat prima, mits er waarborgen komen dat mensen hun recht kunnen te halen.

‘Mee eens. Maar je moet niet te ver gaan in gelijke behandeling. Er moet geen landelijk stelsel komen dat de ruimte voor gemeentelijke keuzes dichttimmert. Het moet mogelijk blijven dat de ene gemeente kiest voor de voorziening van een scootmobiel en de andere voor een goed toegankelijk trottoir.

Burgers moeten vervolgens de mogelijkheid hebben om te klagen, dat is normaal. Dat vereist dat er inzicht geven wordt in de regeling, inclusief in de criteria voor de keuzes die gemaakt worden. Het beleid mag niet discrimineren.’

Wie zijn de tegenstanders in jullie innovatie-offensief?

‘Die zijn er niet echt. Het probleem is eerder dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor de procedures, de politiek niet, het Ministerie van Veiligheid en Justitie niet, de rechters niet en de juristen als beroepsgroep niet. En daardoor verandert er niets.’

Jelle van der Meer is journalist en (met Hella Rottenberg) auteur van het boek ‘Opwaaiende toga’s. Achter de schermen van de rechtbank’.

Marcel Ham is hoofdredacteur van www.socialevraagstukken.nl.

 

Zie ook www.hiil.org

Dit artikel is 3540 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. We verdrinken in de regels terwijl we ook maar al te goed weten dat zonder regels we ook ten onder gaan. Een rechtsgang is vaak voor beide partijen geen aantrekkelijke optie. De uitdaging is om met minder regels met rechtsgevoel en rechtvaardigheid te creëren. Door meer energie te steken in waar het de partijen om gaat en een oplossing te zoeken zonder het wetboek op tafel kost initieel meer tijd maar levert betere oplossingen op.

  2. Erg boeiend artikel. Ik sluit me volledig aan op deze mening. Alles moet moderniseren en de rechtspraak moet dat absoluut ook.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *