INTERVIEW Leo Lucassen: ‘We laten het kapitaal van migranten te vaak onbenut’

De ophef over het aantal vluchtelingen en arbeidsmigranten is overdreven, zegt Leo Lucassen, directeur onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, tevens hoogleraar aan de Universiteit van Leiden. We doen er beter aan om een beleid te ontwerpen dat zowel de migrant als het gastland ten goede komt. En de alarmistische geluiden van slecht geïnformeerde columnisten en publicisten moeten we laten voor wat ze zijn.

 

De hoogleraar ontvangt ons in zijn keurige dertiger jaren woning, vlak bij het NS-station Leiden-Lammenschans. Hij is casual gekleed, spijkerbroek en overhemd, en ontspannen, ondanks zijn drukke agenda. Het zijn hectische tijden voor de migratieprofessor. In menig debat en medium wordt zijn inbreng gevraagd over de kwestie die politiek en samenleving de laatste maanden hevig beroert en verdeelt: het te voeren migratiebeleid.Leo Lucassen 2

Wat is het allerbeste immigratiebeleid?
‘Het allerbeste immigratiebeleid is Europees, maakt onderscheid tussen vluchtelingen en arbeidsmigranten en houdt er rekening mee dat er periodiek grote groepen mensen een beroep doen op de Conventie van Genève uit 1951(het Vluchtelingenverdrag, red). Er is nu een hoop ophef over het aantal vluchtelingen dat naar Europa komt, maar het is goed om te bedenken dat hun aantal in de jaren ’90 twee keer zo hoog lag. En ook toen kwamen de meesten uit landen van buiten Europa, met name uit het Midden Oosten en de Hoorn van Afrika. In een goed beleid is er aandacht voor die continuïteit.’

‘Vanuit haar welbegrepen eigen belang zou Europa veel meer gebruik moeten maken van het menselijk kapitaal van de vluchtelingen, in veel gevallen hoger opgeleide mensen. Daartoe zou de EU aanmeldcentra in Griekenland of in Italië kunnen neerzetten, waar vluchtelingen te horen krijgen of ze wel of niet tot Europa worden toegelaten. In die centra moet ook in beeld worden gebracht welke opleiding de vluchtelingen hebben genoten, welke talen ze spreken en wat ze willen. Ten slotte moet worden bekeken in welke lidstaten behoefte bestaat aan welke kennis en vaardigheden. Europa zou op dit vlak veel kunnen leren van de manier waarop Israël in de jaren vijftig en zestig de massale immigratie van joden uit Europa, Noord-Afrika en het Midden Oosten heeft gemanaged.’

Europa moet vluchtelingen dus selecteren op economische bruikbaarheid?
‘Nee, de primaire selectie blijft uitgaan van de vraag of iemand voldoet aan de criteria van het vluchtelingschap. Ook Somaliërs en anderen uit landen - die al veertig jaar geen functionerende staat hebben, laat staan een fatsoenlijk onderwijsstelsel - blijven dus voor een vluchtelingenstatus in aanmerking komen. Die mensen kúnnen we zelfs niet weigeren, of we zouden het vluchtelingenverdrag moeten opzeggen.’

‘Van de Syriërs weten we dat het vooral de middenklasse is die naar Europa trekt. Een beleid dat de braindrain van Syrië omzet in een braingain voor Europa, zo zou je het cynisch kunnen noemen, maar het is ook realistisch. Want wat is het alternatief? Teruggaan is zeker nu geen optie en het ziet er niet naar uit dat Syrië de komende jaren een normale staat zal worden. We moeten dus niet de fout van de jaren ‘90 herhalen, toen we een hele generatie vluchtelingen - voornamelijk uit Iran, Irak en Afghanistan - hebben laten verpieteren en daarmee ook veel menselijk kapitaal onbenut hebben gelaten.’

Is niet veel verstandiger om in te zetten op een adequate opvang in de regio, zoals de VVD bepleit?
‘Dat is een schaamlap voor een echte oplossing. Bovendien heeft de Europese Unie dat tot dusver nagelaten, terwijl Syrië toch al meer dan vier jaar een enorme puinhoop is. Het idee dat je mensen nu nog zou kunnen weerhouden om naar Europa te vluchten, is naïef. Ze komen gewoon. Daarmee is niet gezegd dat Europa niet zou moeten investeren in de opvangkampen in Syriës buurlanden - Libanon, Jordanië, en Turkije - maar de effecten daarvan zijn pas op langere termijn zichtbaar. Daar komt nog bij dat er in de buurlanden weinig emplooi is voor de vluchtelingen; Turkije laat ze zelfs niet toe tot de arbeidsmarkt.’

Er is met andere woorden geen enkele manier om de vluchtelingen buiten de Europese deur te houden?
‘Alleen met draconische maatregelen kan Europa vluchtelingen buitenhouden, bijvoorbeeld door schepen met vluchtelingen voor de kust op te pikken en terug te sturen. Wat je van zo’n “Australische methode” moet vinden, mag iedereen zelf bepalen, wel wijs ik erop dat het voor Europa met haar uitgestrekte landsgrenzen moeilijk is om zich hermetisch af te sluiten en dat het tegen de geest van de Geneefse Conventie ingaat, omdat je het mensen onmogelijk maakt in Europa asiel aan te vragen.’

Premier Viktor Orban van Hongarije vindt dat vluchtelingen de samenleving ontwrichten.
‘Vooral in Hongarije, Tsjechië en Slowakije bestaat er een grote angst voor een instroom van orthodoxe moslims. Die angst is ongegrond, want het zijn juist liberale moslims die naar Europa trekken. Hoe moeilijk het misschien ook is, de Europese Commissie moet de Oost-Europese lidstaten over de streep trekken anders blijft de huidige chaos bestaan. Bovendien heeft The Economist onlangs laten zien dat een land als Hongarije, maar ook Polen, Duitsland en Zweden, Syrische vluchtelingen heel goed zou kunnen gebruiken omdat ze grote problemen op hun arbeidsmarkt hebben en demografisch krimpen.’

Stel dat de Europese Commissie daarin zou slagen en dat zelfs Hongarije en Slowakije zich bereid verklaren om vluchtelingen op te nemen, dan vertrekken die, na ontvangst van hun wettelijke verblijfsrecht, toch meteen naar Duitsland of Zweden?
‘Wanneer een vluchteling eenmaal een verblijfsrechtelijke status heeft, dan is hij net als elke willekeurige EU-burger vrij om te gaan en staan waar hij wil. En ja, er zal ongetwijfeld een herschikking komen, maar thats all in the game.’

‘De houding van de Visegradlanden - Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië - is historisch gezien overigens niet uitzonderlijk. Kort na de Tweede Wereldoorlog telde Europa tientallen miljoenen vluchtelingen. Velen van hen woonden in kampen die onder de hoede van de Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) waren opgezet. Het idee was dat de vluchtelingen van daaruit zouden worden uitgeplaatst. Nederland weigerde pertinent vluchtelingen op te nemen, behalve als ze bijvoorbeeld voor vijf jaar de Limburgse mijnen wilden ingaan. We hebben toen zegge en schrijven een paar duizend vluchtelingen opgenomen. Engeland deed het niet veel beter.’

Het beeld dat Nederland gastvrij is voor vluchtelingen, is dus een historische vergissing?
‘In Nederland leeft vanaf de Tweede Wereldoorlog het idee dat het land vol is. Ons land telde indertijd rond de 10 miljoen inwoners. Onder de kabinetten van Willem Drees van 1948 tot 1958 heeft de overheid daarom een grote emigratiecampagne gevoerd. Door die campagne is een half miljoen Nederlanders naar overzeese bestemmingen zoals Canada, Nieuw-Zeeland, Australië en de Verenigde Staten vertrokken. Een derde van de emigranten is later overigens teruggekomen.’

‘Een overheid die emigratie ziet als een oplossing voor overbevolking, beschouwt immigratie uiteraard als een probleem. Dat bleek onder anderen in het begin van de jaren ’50 toen 300 duizend vluchtelingen uit Indië zich meldden. Weliswaar erkende de regering Drees dat de Indo’s erbij hoorden - vandaar de naam repatrianten - maar achter de schermen heeft ze geprobeerd om zoveel mogelijk mensen te ontmoedigen om daadwerkelijk naar Nederland te komen. Maar tegelijkertijd heeft de regering toen gezegd: “Mensen geen flauwekul nu, dit zijn ook Nederlanders, u moet gewoon een beetje inschikken”. Let wel, Nederland was toen zes keer zo arm als nu en kampte met een enorme woningnood.’

Volgens Paul Scheffer eisen migratiegolven een hoge tol , dan zijn ressentimenten ondanks een goede uitleg toch nauwelijks te voorkomen? Heeft u wel genoeg oog voor de frictie van migranten op korte termijn?
‘Als Scheffer spreekt over migratiegolven, dan doelt hij niet zozeer op de toestroom van vluchtelingen maar vooral op de gezinshereniging van gastarbeiders in de jaren ‘80. Die beweging kwam achteraf bezien op een volstrekt ongelukkig moment. Door de lange recessie tussen eind jaren ‘70 en begin jaren ‘90 werden de onverwachte en onbedoelde effecten van eerder gevoerd beleid versterkt. Doordat de VVD al rond 1960 had bedongen dat er geen rotatiestelsel voor gastarbeiders zou komen en christelijke partijen de eenheid van het gezin centraal stelden, bouwden Turken en Marokkanen sociale en juridische rechten op waarvan ze zich pas echt bewust werden toen het kabinet Den Uyl in 1974 een restrictief vreemdelingenbeleid afkondigde. Veel gastarbeiders van buiten Europa realiseerden zich toen opeens dat als ze weg zouden gaan ze al die rechten zouden verliezen en bij terugkeer de deur gesloten zouden vinden. In plaats daarvan zijn ze gebleven en hebben ze hun gezinnen laten overkomen. De massale toestroom van de gezinnen van ongeschoolde mannen die uitgezocht waren voor werk in ten dode opgeschreven bedrijfstakken, leidde tot grote sociale problemen. En dat hadden de ambtenaren beginjaren ’80 verdomd goed in de gaten. Scheffer, maar nog veel explicieter vind je dit bij de PVV’er Martin Bosma, suggereert dat links hier een belangrijke rol gespeeld zou hebben. Naïeve kosmopolieten zouden in de jaren ’70 veel te lankmoedig zijn geweest en, met name volgens Bosma, de deuren wagenwijd hebben opengezet voor massamigratie. Het tegendeel is waar.’

U wilt meer mogelijkheden voor arbeidsmigranten. Daarom wordt u verweten dat u tweederangs burgers wilt binnenhalen.
‘Ik haal niets binnen, maar constateer dat we, zowel nationaal als Europees, hebben besloten tot een systeem waardoor migranten zich langzamerhand kunnen inkopen. En dat geldt overigens ook voor Nederlanders die in een andere EU-staat gaan wonen en werken. Als een arbeidsmigrant succesvol is op de arbeidsmarkt bouwt hij rechten op en gaat hij van de 2de rang naar de 1ste rang. Dit systeem maakt het mogelijk om de verzorgingsstaat met vrije migratie te combineren. Het alternatief is dat we de vrije arbeidsmigratie afschaffen en teruggaan naar natiestaten met grenscontroles.’

‘De migranten die met wrakke bootjes naar Europa komen, zijn voor de helft afkomstig uit sub Sahara Afrika en belanden voor een groot deel in de illegaliteit. Deze officieel niet-bestaande burgers gaan niet meer weg, daarvoor hebben ze te veel geïnvesteerd en teveel risico’s genomen. Dus waarom zouden we niet tegen deze arbeidsmigranten zeggen: u mag binnen komen, maar u bent in eerste instantie wel op u zelf aangewezen. Als het u lukt een bestaan op te bouwen, dan bouwt u rechten op. Lukt dat niet, dan zullen velen weer teruggaan naar hun land van herkomst. Net zoals Roemen en Polen dat nu doen. Om verdringing op de arbeidsmarkt te voorkomen, dient de overheid dan wel stevig in te zetten op toezicht en controle. Gebruik daarvoor de honderden miljoenen euro’s die nu aan Frontex (dat de Europese buitengrenzen moet bewaken, red) worden besteed. Ik verwacht dat er door dit migratiesysteem veel pendel zal ontstaan tussen emigratie- en immigratielanden, net als voor het sluiten van het Verdrag van Schengen (1985) gebeurde.’

Uw observaties worden stevig bekritiseerd door Volkskrantcolumnist Martin Sommer en historicus Arend Jan Boekesteijn. Die laatste noemt u een van die migratieprofessoren door wie hij zich verraden voelt.
‘In het migratiedebat heb ik van beide heren tot nu toe weinig overtuigende tegenargumenten gehoord.’

Waarom hebt u Sommer dan van repliek gediend met een ingezonden stuk in de Volkskrant?
‘Samen met mijn collega’s Hein de Haas en Henk van Houtum heb ik een reactie geschreven op een column waarin Sommer ons impliciet voor wetenschappelijke charlatans uitmaakt. De stukjesschrijver beschuldigt ons ervan de omvang en de effecten van de migratie te bagatelliseren. Die aantijging hebben we weerlegd met feiten, maar of Sommer zich daardoor heeft laten overtuigen, waag ik te betwijfelen. Maar goed we hebben ons punt gemaakt en elke andere column van Sommer over dit onderwerp zullen we voortaan ongelezen laten.’

Bent u niet meer activist dan wetenschapper?
‘Dat verwijten critici mij soms ja. Als activist betekent dat ik het belangrijk vind dat het publieke debat wordt gevoed met feiten en wetenschappelijke inzichten, dan ben ik een activist. Op grond van cijfers is bijvoorbeeld te zien dat de instroom van vluchtelingen en arbeidsmigranten nu nog niet de helft is van de jaren ’90, en dat Nederland er logistiek en cultureel niet aan ten onder is gegaan.’

Namen burgers toen ook initiatieven om zelf vluchtelingen op te vangen?
‘Nederlanders komen steevast in de benen wanneer ze ideologisch of humanitair worden geraakt. Hoewel de burgerinitiatieven net zo snel verdwijnen als ze opkomen, tonen ze aan dat er veel Nederlanders zijn die over voldoende mededogen en empathie beschikken. En er is altijd de achterliggende gedacht dat het over dertig jaar heel goed andersom zou kunnen zijn, en dat wij in het Midden Oosten of Afrika asiel moeten aanvragen. Dan willen we ook niet voor een dichte grens staan.’

Leo Lucassen is directeur Onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam en hoogleraar aan de Universiteit van Leiden. Hij schreef samen met zijn broer Jan Lucassen, medewerker van het IISG en bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, verschillende boeken over migratie, waaronder het recent herdrukte ‘Winnaars en Verliezers’. Leo en Jan komen uit een Limburgs gezin met negen kinderen.

Jan van Dam is freelance journalist, Marcel Ham is hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Dit artikel verscheen eerder in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.