RECENSIE We leiden jongeren op tot hooggeschoolde werklozen

In 1960 was één procent van de volwassen Nederlanders hoogopgeleid, inmiddels is dat 27 procent van de beroepsbevolking. En we zijn er nog niet, want de EU-lidstaten hebben afgesproken dat veertig procent van de jongeren in 2020 een diploma van het hoger onderwijs op zak moet hebben. Filosoof Klaas Mulder vindt dat een dwaas plan, waarvoor geen onderbouwing is te vinden, schrijft hij in Pakkenproletariaat.

Nieuwe technologie zal in de nabije toekomst tal van banen voor hoogopgeleiden overbodig maken. We zijn dus jongeren aan het opleiden voor een toekomst als hooggeschoolde werkloze, als ‘pakkenproletariër’.

Het kan verfrissend werken als een logisch en consistent denkend filosoof een blik werpt op een min of meer gesloten discipline. De economie is er zo een. Dagelijks slaan economen ons in de media om de oren met hun wijsheden: we moeten nóg meer lenen om de economie op gang te brengen, de overheid moet banen creëren en de binnenlandse consumptie aanjagen, dan komt alles weer in orde. Het valt voor een buitenstaander helemaal niet mee om te doorzien dat die boodschappen in een wetenschappelijk jasje vaak politiek gekleurd zijn.

Mulder – docent social work aan de Hogeschool Utrecht - verdiepte zich als betrokken leek in de economie. Hij kwam tot de conclusie dat we voornamelijk bezig zijn met het verplaatsen van geld en werk, zonder dat we er beter van worden. Met belastinggeld houden we een leger vrijgestelden op de been. Dat is al erg genoeg, want belastingheffing gaat ten koste van innovatieve investeringen in productiesectoren die al dat geld moeten opbrengen. Daarbovenop lenen we dan ook nog eens miljardenbedragen om miljoenen (semi-)ambtenaren tegen hoge salarissen aan het werk te houden. ‘Tijdreizen’ noemt Mulder het: we halen de toekomst gewoon een eind naar voren, want we geven nu uit wat onze (klein)kinderen straks terug moeten zien te verdienen.

‘Gemakkelijk geld’

De kredietcrisis die in 2008 uitbrak, heeft een einde gemaakt aan het oppompen van ‘gemakkelijk geld’. Volledige werkgelegenheid komt niet meer terug, het wordt nooit meer zoals het was, wil Mulder maar zeggen. Een economie is op termijn alleen levensvatbaar als we niet meer uitgeven dan we aan toegevoegde waarde creëren. We moeten geld met werk creëren, maar geen werk met geleend geld. Het belasten van toekomstige generaties met schulden waar wij nu goed van leven, is verwerpelijk potverteren. Toch bestaat er van VVD tot GroenLinks politieke consensus over het lenen van miljarden om de staatsmachine te laten draaien. Zolang de overheid bestierd wordt door ‘schrijvende professionals’ die elkaar de hand boven het hoofd houden, eindigt dat feestje nooit. Mulder vindt er dan ook iets voor te zeggen om mensen die ‘uit de pot’ leven uit te sluiten van het begrotingsrecht. Waarom zouden al die ambtenaren, leraren, verpleegsters en kunstenaar meestemmen over de vraag of de burger meer zorg of meer onderwijs krijgt? Ze willen immers altijd meer.

Het kan anders, meent Mulder, beter. Niet dankzij de participatiesamenleving en haar burgerkracht, stelt hij met een sneer naar het gelijknamige boek van Nico de Boer en Jos van der Lans. Want zorg en welzijn moeten in handen blijven van professionals. Vrijwilligers zijn niet toegerust voor dat verantwoordelijke werk. Een substantiële bezuiniging valt volgens de auteur te realiseren door de beschikbare zorg te koppelen aan de conjunctuur. In vette tijden een eigen ziekenhuiskamer, in magere tijden ‘op zaal’. En de best betaalde helft van de professionals in zorg en welzijn – trouwens van het hele ambtenarenleger – krijgt minder betaald in magere tijden. Vaste banen mogen blijven, maar het vaste salaris fluctueert mee met de stand van de economie. ‘De pijn van mijn oplossingen zit vooral bij de beter betaalde publieke professionals.’ In een bijzin verwijst de auteur naar het Sovjetsysteem, dat ingenieurs en medisch specialisten niet beter betaalde dan vuilnisophalers. Hij gaat niet in op de belabberde kwaliteit van producten en dienstverlening waar de Sovjetsamenleving patent op had.

Zinvol werk

Ook op het onderwijs kunnen we aanzienlijk besparen, tot wel dertig procent. We moeten af van de knellende leerplicht, die jongeren opzadelt met een heleboel ballast, terwijl een deel van de veertienjarigen liever aan het werk zou gaan. En dat werk is er voldoende, vooral in de ‘schorteneconomie’, werk dat dicht bij de mensen gedaan moet worden en waar je enigszins vieze handen van krijgt; kappers en schoonmakers dus, maar ook chirurgen en loodgieters. Dergelijk werk is niet uit te besteden aan lagelonenlanden en het draagt in hoge mate bij aan een prettig bestaan. Laat jongeren na tien jaar leerplicht werken als ze dat willen, dat bespaart een hoop. In een bedrijf leren ze sociale en technische vaardigheden waar ze de rest van hun leven mee vooruit kunnen en als twintiger hebben ze bovendien een aardig spaarcentje bij elkaar. Nu worden ze volgepropt met feitjes en weetjes die ze ook op internet kunnen opzoeken als ze erin geïnteresseerd zijn. Jongeren die wél verder willen leren, moeten de kans krijgen, bij voorkeur via e-learning. Scholieren kunnen volgens Mulder bijvoorbeeld met veel minder taalles toe – wat een flinke besparing oplevert - omdat spellingcheckers op computers veel beter kunnen spellen. Met zijn eigen boek laat Mulder overigens zien dat die vlieger niet altijd opgaat. Hoewel de auteur een professionele uitgever en een redacteur heeft ingeschakeld, kwam ik in Pakkenproletariaat verkeerd vervoegde werkwoorden tegen, miste ik soms woordjes in zinnen of bleef ik haken achter dubbele woordjes.

De arbeidsmarkt voor witteboordenwerkers – overheden, onderwijs, wetenschappelijke en culturele instellingen – zal in Mulders optiek sterk krimpen als gevolg van de mechanisering van denkkracht en de opkomst van ‘lagelonen-hogescholenlanden’ als Brazilië, Rusland, India en China. Als er geen werk is voor al die hogeropgeleiden, verdringen ze mensen die zijn aangewezen op werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Zit straks nog wel iemand te wachten op al die ongevraagde diensten van een ongewilde staat die zich impopulair maakt met een eindeloze reeks lastenverzwaringen? Zinvol werk dat voorziet in onze basisbehoeften, dat ons voldoende zorg en welzijn verschaft en ruimte laat voor export – daar draait het om. En dat zinvolle werk moeten we eerlijk verdelen over zoveel mogelijk mensen, zodat iedereen voldoende heeft aan twee of drie dagen werken.

We moeten ‘afscheid nemen van al die mensen die dingen doen die we niet echt missen als we ze niet meer doen’. Het huidige beleid kweekt ontevreden hordes die zijn opgegroeid met de belofte dat ze met hun opleiding een goede toekomst tegemoet gaan, terwijl ze verzanden in werkloosheid en armoede. Het is een zwaktebod dat Mulder dat onheilspellende vooruitzicht kracht bijzet met een verwijzing naar nazi-Duitsland: ‘Hitler kwam aan de macht toen zes miljoen Duitsers werkloos waren.’ Maar met die dreigende sociale instabiliteit heeft hij wel een punt.

Onorthodox

De prikkelende redeneringen, die sterk aanleunen tegen ‘de economie van het genoeg’, zijn toegankelijk en leesbaar opgeschreven. In de onderbouwing laat de filosoof wel wat steken vallen. Wat is bijvoorbeeld dat ‘niet-urgente werk’ dat we niet missen als mensen het niet meer doen? Mulder noemt de steunkousenmachine als alternatief voor thuiszorg en hij verwenst ‘al die kenniscentra voor de sociale sector’, al die studiedagen en nascholingen, hulpverleners die eindeloos met elkaar praten over hoe ze met cliënten moeten praten. Dat is misschien een beetje dun voor miljardenbezuinigingen.

‘Met vrij weinig moeite’ dertig procent op onderwijs bezuinigen klinkt heel exact, maar verderop schrijft Mulder over zijn bezuinigingsvoorstellen: ‘Of dat inderdaad negen miljard aan besparingen oplevert mogen de specialisten uitrekenen; ik beperk me tot het neerzetten van een denkrichting.’ Een auteur die de EU verwijt dat er geen deugdelijk onderzoek ten grondslag ligt aan het streven naar een hoger-onderwijsdiploma voor veertig procent van de bevolking, mag wel met iets preciezere calculaties komen. Toch goed dat de overheid professionele rekenmeesters in dienst heeft.

Maar die minpuntjes neem ik graag voor lief. Ik veerde af en toe op als ik Mulders speelse en gedurfde voorstellen voor een ‘nieuwe verzorgingsstaat’ tot me liet doordringen. We leven in een transitietijdperk: iedereen beseft dat het nooit meer wordt zoals het was, maar niemand weet waar het precies heen gaat. Zo’n tijdsgewricht heeft behoefte aan onorthodoxe denkers die lak hebben aan heilige huisjes en vastgeroeste cao’s. Mulder geeft met Pakkenproletariaat een waardevolle impuls tot een nieuwe kijk op een vastgelopen systeem.

Will Tinnemans is schrijver van non-fictieboeken, moderator en mediatrainer. Van zijn hand verscheen dit voorjaar bij Nieuw Amsterdam De kwetsbaren. Verdringing en concurrentie aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

 

Pakkenproletariaat, Klaas Mulder, Leusden, ISVW Uitgevers, 2014, 234 pagina’s, ISBN 978-94-91693-33-5, € 24,95

Dit artikel is 3714 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Gelukkig is het probleem maar half zo groot als het lijkt. Of wordt met “pakkenproletariaat” ook de vrouwelijke helft van de arbeidsmarkt bedoeld?

  2. Goed dat er een boek geschreven is over werkloosheid onder hoger opgeleiden. Jammer dat filosoof (!) Klaas Mulder overdreven of zelfs compleet onjuiste uitspraken doet over de economie. Zoals het artikel stelt: “Dagelijks slaan economen ons in de media om de oren met hun wijsheden: we moeten nóg meer lenen om de economie op gang te brengen, de overheid moet banen creëren en de binnenlandse consumptie aanjagen, dan komt alles weer in orde.”
    Dat is inderdaad wat vooraanstaande economen zeggen. Plaats daartegenover de opvatting van dhr. Mulder: “We moeten geld met werk creëren, maar geen werk met geleend geld. Het belasten van toekomstige generaties met schulden waar wij nu goed van leven, is verwerpelijk potverteren.” Deze uitspraak is veel te kort door de bocht. Een lening die goed gebruikt wordt, kan ons allen rijker maken. Een contra-intuïtief resultaat uit de economie is het volgende: stel dat de overheid vandaag een miljard euro extra uit te geven aan goederen en diensten in Nederland, dan is de kans groot dat ons nationaal inkomen met meer dan een miljard toeneemt! En momenteel kan de overheid zeer goedkoop lenen!

    Dan nog dit:
    “Scholieren kunnen volgens Mulder bijvoorbeeld met veel minder taalles toe – wat een flinke besparing oplevert – omdat spellingcheckers op computers veel beter kunnen spellen.” Deze zin toont aan dat voor Mulder de enige waarde van lessen Frans, Duits, Engels ligt in correct leren spellen. Dat is opnieuw heel kort door de bocht. Wat zullen de docenten van die vakken wel niet denken als ze zoiets lezen? Taalonderwijs gaat om het leren kennen van de zinsbouw, het opbouwen van vocabulaire en een kennismaking met de cultuur en literatuur van vreemde talen. Dat kan nog niet met computers. Tot slot een kritische vraag: is onderwijs er alleen om praktisch bruikbare kennis en vaardigheden over te dragen? Ik vind van niet: er bestaat ook zoiets als kritische vorming en algemene ontwikkeling. Daarop bezuinigen is een beslissing die niet licht genomen moet worden.

  3. Ik wil nog een reactie geven over het anti-ambtenarensentiment in dit stuk. Er staat: “Mulder vindt er dan ook iets voor te zeggen om mensen die ‘uit de pot’ leven uit te sluiten van het begrotingsrecht. Waarom zouden al die ambtenaren, leraren, verpleegsters en kunstenaar meestemmen over de vraag of de burger meer zorg of meer onderwijs krijgt?”

    Ten eerste: die mensen die uit de pot leven, doen daar echt wel iets voor. Het Nederlandse ‘ambtenarenleger’ werkt aan publieke goederen die we allemaal nodig hebben. Ten tweede: Het leeuwendeel van de overheidsinkomsten gaat niet naar de ambtenarensalarissen maar naar die publieke goederen en diensten. Ten derde: als (semi)-ambtenaren geen stem mogen hebben over zaken die hun aangaan, dan mogen logischerwijs ondernemers dat ook niet. Deze gedachte is onverenigbaar met een democratisch politiek systeem.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.